Het vaste oefen-parcours: Haarlem-Katwijk This page in English Inleiding | Deel I | Deel II | Deel III | Deel IV | Deel V | Terug naar de Wandelsoc. Deel III: Zandvoort-Langevelderslag Eenmaal uitgedronken, vervolgen we onze weg, rechtdoor langs het Casino, de trappen naar de Boulevard Paulus Loot op, en die boulevard af tot het eind ervan. En zo vallen wij van vergezicht in vergezicht. Want als wij, aan dat eind van de boulevard, het immer indrukwekkende panorama van de zee achter ons laten en, middenin de bocht naar links, rechtsaf slaan, het fietspad op, ligt plots de uitgestrektheid van de Amsterdamse Waterleidingduinen aan onze voeten. En hier begint de echte uitdaging. Want dit pad is onvergevingsgezind en eindeloos. De vermoeienis slaat hier onherroepelijk toe, en in de meest gunstige omstandigheden (licht bewolkt, droog, iets beneden kamertemperatuur) is het hier al afzien. Laat staan bij fel brandend zonlicht of in de regen. Om nog maar te zwijgen over die vermaledijde wielrenners. Maar wij geven niet op, want hoe moeten wij anders een knip voor de neus waard zijn, in het Nijmeegse of op andere onzalige plekken? Dus wij zetten een stevige zonnebril op en onverzettelijk door, van heuvel naar heuvel, van bocht door bocht, langs de fietsenstalling van de Waterleidingduinen, de aardgasinstallatie (roken en open vuur verboden), over de provinciegrens van Zuid-Holland Reservaat Hollands Duin in, en door naar de bank, die bij de splitsing na de bunkermuur ons vaste rustpunt is. Groot is de voldoening bij het neerzijgen op deze bank... ...in de wetenschap dat nog slechts zo'n drie kwartier wandelen ons scheidt van de Langevelderslag. En omdat de weg terug inmiddels langer is geworden dan het pad vooruit, zetten wij er met de moed der wanhoop, doorgaans zingend van ellende, de sokken in, in de richting van de beschaving. Die vinden wij uiteindelijk bij het minikartbaantje, waar 's zomers op een soort van botsautootjes gereden kan worden (reuze lol, moet u zeker eens proberen) en, daaraan rechtsaf voorbij gestrompeld, bij Beach Club Obelijs. Hoewel de naam inmiddels anders doet vermoeden (tot voor kort heette dit etablissement nog gewoon, veel rechtvaardiger en toepasselijker, 'Strandtent Obelijs'), weten insiders, die deze toko kennen als 'Ome Jan', naar de gastvrije waard die er lange tijd de scepter zwaaide, dat dit een kwaliteitsrust pur sang is. Want er is een overdekt terras, er zijn uistekende toiletten, en er zijn heerlijke soep, prima karnemelk en geweldige broodjes bal. Ja, daar leven wij van op, dat geeft ons moed, voor het volgende stuk. Verder naar Deel IV | Terug naar Deel II |