'Allemaal Haarlemmers'

Peppino - ijscoman

Ik ben, toen ik jong was, uit Italië weggegaan vanwege de honger. Dat was een probleem, vroeger, daar. Alle jongelui emigreerden. Ik ben naar Zwitserland gegaan. Daar kwam ik andere Italianen tegen, die over Holland praatten. En ik dacht: "Holland"? Holland was onbekend voor mij. Pays-Bas. Ik dacht, misschien is het een ondergronds land. Uiteindelijk ben ik via Duitsland, Luxemburg en België naar Holland gekomen. Ik kwam een Italiaan tegen, daar heb ik een nacht geslapen, en de volgende dag had ik werk. Eerst in een aantal fabrieken, in de Waarderpolder. Maar op een gegeven moment werd ik ziek, en toen wilden ze me pensioneren. Toen zei ik: "Nee, ik ben te jong". En nu verkoop ik al weer zeventien jaar ijs. Ik vind dit een gezellige, mooie stad. Ik heb hier nooit problemen gehad. Ik heb er ook nooit over gedacht weg te gaan. Ik houd niet van andere steden. Hier is het rustig, de mensen kennen me bijna allemaal, ik heb met niemand problemen. Ze respecteren me. De oude burgemeester, de politie, de poffertjeskramen... De nieuwe burgemeester heb ik al wel een paar keer gezien, maar nog niet ontmoet. De oude kende ik goed, die kwam bij mij ijs halen en bood me sigaren aan. Haarlemmers zijn goeie mensen, vriendelijk, maar gesloten, niet zo openhartig. Ze praten minder dan bijvoorbeeld Amsterdammers. Dat bevalt me wel. Van mij hoeft hier niets te veranderen. Ik ben sowieso te oud om dingen te willen veranderen, maar hier zou ik dat toch niet willen. Ik bedenk me wel eens dat ik in de zomer beter een andere plek zou kunnen opzoeken, dat ik dan beter geld zou kunnen verdienen. Maar dat doe ik niet. Hier ben ik vrij. Ik ben nu vijfenvijftig, maar ik ga er mee door tot ik op ben.


Back