Doorzoek deze site:
Wat zijn wij aan het doen?
16 december 2003
Een dag na dato aan het deelnemen aan Het Groot Dictee der Nederlandse Taal, via de Windows Mediaplayer-stream op de website ervan. En er is derhalve meer ontluisterends: ik heb welgeteld 26 fouten. Grrrr. Maar: dat is er 1 minder dan Mat Herben had! Met dank aan de schrijver(s?), overigens, voor met name de vijfde zin. Parachtig.
De hittegolf
In deze dagen van buiig Sinterklaasweer en goeddeels illusoire kerstpakketten gaan de gedachten van velen terug naar de voorbije recordzomer; wekenlang zaten we bekaf onderuitgezakt bij on-Hollandse temperaturen, een daarbij behorend colaatje binnen handbereik.
Bij tijd en wijle werden we getrakteerd op tenminste eenendertig graden Celsius; sommigen vielen dientengevolge abrupt in katzwijm en apocalyptische tv-beelden uit New York illustreerden hoe gestrande metro-passagiers in het pikkedonker langs fluorescerende noodverlichting huns weegs gingen.
Niettemin wilden tallozen hun geplande exodus naar het zuiden voltooien; chauffeurs van beiderlei kunne wachtten in hun luxueuze carosserieën in eindeloze files soms tot Sint Juttemis, terwijl blèrende dreumessen in pyamaatjes achterin de auto met hun geëtter slapstick-achtige taferelen aanrichtten.
's Middags, nadat ten langen leste in het Middellandse Zee-gebied de turkooizen zee was bereikt, kwamen de minuscule bikinitjes tevoorschijn; alras vlijden gepiercete, half-ontblote of van Indiaanse moccassins en flatteuze tanga's voorziene lijven zich dicht opeen.
In dierentuinen legden de gelouterde langouste, de onthechte kakatoe, alsook de doorgaans flegmatieke capucijneraap alledrie bijkans het loodje; op de Veluwe daarentegen gedijde de exotische koninginnepage en in lommerrijke stadstuinen zocht de heidevlinder nijver naar nectar.
Ten gevolge van de weersgesteldheid verspreidden zich afgelopen zomer plantensoorten die we in onze contreien ternauwernood kenden; ongebreideld floreerden allerwegen acacia, eucalyptus en apenbroodboom - nog even en veldleeuweriken kunnen hun nesteldrift botvieren in hoog opgeschoten pampagras.
Majesteitelijk trok de zonnegod Helios in zijn door galopperende paarden voortgesleurde wagen langs het azuurblauwe zenith; lang geleden gebrevetteerde meteorologen bepeinsden of twijfels over rigoureuze klimaatschommelingen niet ijlings moesten worden gelogenstraft.
Goed beschouwd snakten we kortgeleden nog naar Siberische vrieskou, maar inmiddels wordt je door een bijdehante HAVO-leerling die halverwege juli nog spectaculair in de rondte skateboardde, alweer ontactisch toegesnauwd dat hij een zonovergoten Pinksterdag verbeidt; het is ook nooit goed! |
|
|