Archief Prof. Dr. Web - Hoe zit het met domeinnamen?

Het Internet was ooit een project van DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency, in de wandeling 'ARPA'), een instantie binnen het amerikaanse leger, die het in opdracht van de amerikaanse regering uitvond. Het Internet moest ervoor zorgen dat, in geval van een kernoorlog, informatie die door de straling op de ene plek verloren ging, op de andere plek nog beschikbaar zou zijn.

Vanuit ARPA 'ontsnapte' het Internet via de wetenschap naar de buitenwereld. Dat het handig was voor de wetenschap en daar dus werd ingezet, leidde ertoe dat gretige studenten hun klauwtjes eromheen sloegen. En daarmee was het hek van de dam, want de vraag naar domeinnamen nam net als de groei van het Internet snel toe.

Domeinnamen staan voor IP-nummers. IP-nummers zijn 'namen' voor computers, maar bestaan alleen uit cijfers (212.19.205.133, bijvoorbeeld). Domeinnamen zoals 'www.track.nl' zijn er om het leven makkelijk te maken. Er waren in die begintijd nog niet zoveel verschillende domein-extensies: .mil, voor 'military', .gov, voor 'government', .org, voor non-profit organisaties, .com voor commerciële instellingen en .net voor netwerk-providers (lees Internet-providers).

Dat leidde tot InterNic, een instantie die heel lang de verkoop, de registratie en het beheer van deze domein-extensies uitvoerde.

Maar InterNic was tevens de grondlegger van de internationale structuur. Doordat het Net en de interesse ervoor zo hard groeiden dat InterNic alleen het niet meer aankon, en het Internet bovendien niet meer louter militair/wetenschappelijk van aard was, ontstond de IANA (Internet Assigned Numbers Authority): een nieuw centraal orgaan, voor regelgeving op het Internet. Opgezet vanuit de Internet-gemeenschap (gebruikers-organisaties, het bedrijfsleven en de amerikaanse regering). De IANA mag geen winst maken, maar wordt ook voor het eerst niet meer gesponsord door de amerikaanse regering.

De IANA is verantwoordelijk voor de regelgeving op het Internet, gebaseerd op een 'white paper' (dictaat) van de amerikaanse regering. De ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) gaat vervolgens over de regelgeving voor domeinregistratie. Onder de ICANN vallen drie instanties die de regelgeving daaronder uitvoeren, APNIC (Asia Pacific Network Information Center), ARIN (American Registry for Internet Numbers) en RIPE (Réseaux IP Européens).

Net als bij InterNic, dat samenwerkte met Network Solutions, het bedrijf waar de 'consument' de domeinnaam uiteindelijk kon 'bestellen', werkt de ICANN samen met NetNation, dat (samen met Network Solutions en Worldnic, maar vergeet dat maar even) de registratie regelt van domeinnamen binnen de groep 'root' domains (.com, .org, .net, .gov, .mil) en van alle domein-extensies waarvan de landen geen 'geavanceerde registratiemogelijkheden' hebben.

Dat betekent in lekentaal alle landen waar geen bedrijf bestaat dat domeinnamen verkoopt. De regel van InterNic was destijds dat het eerste bedrijf, dat in een land een aldaar bij de officiële instanties geregistreerde Internet-provider opzette, het recht kon claimen de domein-autoriteit voor dat land te worden - en dat dan ook bleef, voorgoed. In Nederland was dat NLNet, later opgegaan in UUNet. NLNet mocht de regels maken en prijzen bepalen voor de registratie van .nl-domeinen. Omdat dat door de snelle groei van het Internet in Nederland heel veel werk werd, kwam er de IDNL (Stichting Internet Domein Registratie Nederland, is zich later SIDN gaan noemen omdat IDNL een al in gebruik zijnde afkorting was).

De IDNL is dus één van de 'Country Code Top Level Administrators (CCTLD's)', en valt onder RIPE. Binnen de regels van de IDNL mogen alleen Internet-providers domeinnamen registreren, en is per registratie weer een aparte KvK-registratie vereist. Die moet je als klant aan de provider leveren.

De makkelijkste weg naar een domeinnaam is het aanvragen van een .nl-domein via je provider, en/of een ander domein via de desbetreffende CCTLD. Vanwege het administratieve werk dat erbij komt kijken loont het vaak de moeite andere domeinnamen ook via je provider te registreren.

De providers zelf bepalen de tariefstelling. Die is daarom aan verschillen en wijzigingen onderhevig, hoewel alle providers hetzelfde betalen aan NetNation en de IDNL.

In de praktijk kost een .nl-domeinnaam op jaarbasis rond de 250 gulden. Een .com- of .net-domeinnaam kost je rond de 70 gulden.

Handige links:

CountryCodes
Klein Windows-programma waarin je de extensie (bijvoorbeeld .to) van een domeinnaam kunt intypen. Het programma vertelt je dan in welk land die extensie thuishoort (Tonga dus, in dit geval). Nodig: de Visual Basic 4.0 Runtime Libraries.

Fuzzy Domain Search
Online gratis programma. Hier typ je een IP-nummer, domeinnaam of deel van een domeinnaam in en dan haalt het de geregistreerde informatie hierover voor je op bij de verantwoordelijke instantie. Van wie het is en waar het zit dus.

NeoTrace
Doet hetzelfde, in een flashy uiterlijk op je eigen computer, en tekent bovendien mooie lijntjes op een kaart om aan te geven waar het domein zit.

Visual Route
Doet hetzelfde als NeoTrace, in iets andere kleurtjes.



Back | Home | Mail