Archief Prof. Dr. Web - De protocollen van het Internet

Communiceren is waar het Internet voor bedoeld is. En op het Internet zijn er weer verschillende manieren om dat te doen. We spreken dan van 'protocollen'. De meest gebruikte communicatie-protocollen en wat ervoor nodig is om ze te gebruiken (buiten TCP/IP, het verbindingsprotocol waarop het hele Internet rust, en de alombekende e-mail):


  • HTTP (HyperText Transfer Protocol): het protocol van het World Wide Web, dat ervoor zorgt dat HTML-pagina's kunnen worden opgevraagd en verzonden kunnen worden naar de aanvragende partij. Nodig om van HTTP gebruik te kunnen maken: een browser als Netscape Navigator of Microsoft Internet Explorer.

  • FTP (File Transfer Protocol): speciaal bedoeld voor het sturen van bestanden van en naar servers. Daarom onmisbaar bij het maken en onderhouden van websites. Nodig om van FTP gebruik te kunnen maken: toegang tot een FTP-server (door veel providers aangeboden met het oog op het maken van een homepage - er zijn zelfs providers die dit gratis aanbieden, zoals Xoom en Geocities) en een FTP-client als LeechFTP. FTP-en kan zelfs zonder client, onder DOS, maar dat wil je niet weten...

  • IRC (Internet Relay Chat): grote verzameling chatkanalen op diverse netwerken. Voorbeelden van die netwerken zijn Efnet, Dalnet, IRCNet en Undernet. Ieder van deze netwerken kan via meerdere servers bereikt worden, en via die servers biedt ieder netwerk zijn eigen lijst van kanalen, met elk een bepaald onderwerp. In een IRC-kanaal werk je met twee vensters: 1 waarin je telkens als iemand iets typt een regel ziet verschijnen met diens nickname ervoor en wat hij of zij zegt erachter, en 1 met de lijst van mensen die in dat kanaal aanwezig zijn. Als je op een naam in de lijst dubbelklikt, opent een apart venster, waarin je met de persoon in kwestie kunt praten zonder dat iemand anders het ziet (dat mag overigens niet overal zonder het vooraf aan die persoon te vragen, dus pas op). Sommige kanalen staan bol van de regels en worden bestuurd door 'operators' (mensen die herkenbaar zijn aan een apestaartje voor hun nickname), in andere ben je vrij om te doen wat je wilt. IRC biedt behalve chatten ook mogelijkheden tot het oversturen van bestanden (vaak sneller dan FTP, maar vaak minder snel dan ICQ). Nodig om van IRC gebruik te kunnen maken: een IRC-client als mIRC.

  • NNTP (Network News Transfer Protocol): het protocol van NewsNet (ook wel 'UseNet'). Een omvangrijk stelsel van nieuwsgroepen, met elk een eigen onderwerp, soms beheerd door 'moderators' en soms niet. In nieuwsgroepen kun je berichten van anderen lezen en daar weer op reageren door zelf een bericht te plaatsen. Zo onstaat een 'thread' van berichten over een bepaald onderwerp. Nodig om van NewsNet gebruik te kunnen maken: toegang tot een NNTP-server (die meestal van een provider is - niet alle providers bieden overigens toegang tot NewsNet) en een Newsreader als Agent. Als toegang tot een NNTP-server ontbreekt, kan NewsNet, met een browser, ook op het WWW geraadpleegd en gebruikt worden, via Google Groups.

  • ICQ (geen afkorting - staat voor 'I Seek You'): geen protocol, maar een klein programma waarin lijstjes van andere gebruikers kunnen worden bijgehouden. Als die online zijn, zie je dat in het lijstje en kun je die mensen berichtjes en bestanden sturen (oversturen van bestanden gaat via ICQ meestal sneller dan via FTP of IRC), of zelfs met ze chatten. Groot verschil met IRC is hierbij dat je in de chat alle lettertypes en kleuren kunt gebruiken die je in de rest van je computer ook hebt. Nodig om van ICQ gebruik te kunnen maken: ICQ.



Back | Home | Mail