8ste Vaasan Marssi
6-8 augustus 2004

Door Anne-Jan Telgen

Dit was de eerste keer dat leden van de Wandelsoc. naar Finland gingen om daar deel te nemen aan de Vaasan Marssi. De route was uitgestippeld, de veerboot gereserveerd, het hotel geboekt en de voorinschrijvingen waren gedaan.

Dag 0
De reis begon gelijk goed. Op dinsdagavond waren Ruben Zaalberg, een goede vriend van mij, en ikzelf al met de trein naar Hoogeveen gereden. Even gebeld met Harm dat we in Hoogeveen waren aangekomen. Maar na een half uur wachten stonden wij nog steeds op het station. Na nog een telefoontje toch maar uitgelegd dat we dan ook wel erg graag van de trein zouden worden opgehaald.



Dag 1
Na een korte doch goede nacht bij Harm thuis stapten wij om 4:30 u in de auto die afgeladen was met onze tassen, en heel veel proviand voor onderweg en tijdens ons verblijf in Finland. De reis verliep voorspoedig en (Harm)haastig, vanzelfsprekend. Na een paar uur rijden waren we bijna door Duitsland heen. In de routeplanner die ik had uitgeprint stond dat we gewoon van Duitsland naar Denemarken konden doorrijden, hoe dan, dat zou mij een zorg zijn, het stond op de routeplanner. Nee hoor, dat kan helemaal niet via de wegen die wij bereden. Dus met de veerboot. Een volkomen verrassing voor mij, en dus ook voor Harm en Ruben, die nu openlijk aan mijn voorbereidingen van de route zaten te twijfelen. Geen nood, na een half uur wachten en drie kwartier varen met de veerboot van Puttgarden naar Rudbyhavn zaten we weer op de goede weg.



Eenmaal aan de andere kant van het water reden wij in korte tijd door Denemarken heen. Om Zweden te bereiken werden eerst nog een toltunnel en -brug genomen, in deze volgorde. In Zweden kwamen we erachter dat we in Nederland waren aangekomen zoals Nederland bedoeld was. Niks vol, en helemaal niet te druk. Het was dan ook heerlijk rustig rijden, zoals het 30 jaar geleden bij ons ook nog ging.

Na 13 uur over snelwegen, b-wegen en veerboten waren we dan eindelijk 1300 km verder, in Stockholm. Daar nog even de reservering voor de veerboot omzetten in kaartjes en dan zouden we de volgende dag in Finland zijn. Not. Dat ging dus even anders. Met het reserveringsnummer in de hand stapten wij op het boekingskantoor van Silja Lines af voor onze reis van Stockholm naar Turku.



"Sorry meneer, u heeft een reis voor gisteren geboekt." "Nee mevrouw, voor vandaag." "Nee, er staat voor gisteren in de computer." "Nee ik ben toch niet achterlijk, ik weet toch wanneer ik met die boot wil." "Er staat hier toch echt voor gisteren." "Dan heeft die aap achter de telefoon een fout gemaakt. Uitgerekend nu, op een van de topdagen, heb ik dus geen reservering."

"Maar goed, fout is gemaakt. Ik wil vandaag met de boot." "Dat kan dus niet meneer, de boot is vol vandaag." Daar sta je dan met je goede gedrag, netjes een reis gereserveerd, voor de goede dag, vult de telefonist de verkeerde datum in, heb je kans dat je niet meekan. Gelukkig konden wij nog op de reservelijst staan. Dan maar wachten totdat het hele schip volgeladen is, en hopen op een plekje.

En ja hoor, het is gewoon pure mafia die veerdiensten. Het hele schip min tien plaatsen verkopen, dan zeggen dat het vol is, de rest moet op de reservelijst, als ze erop komen, en dat zijn er altijd nog minstens 10, dus mogen ze het dubbele betalen, goede handel van die jongens.



Eenmaal op het schip aangekomen was onze lol nog niet op. Ok, de auto was aan boord, we vertrokken netjes om 20.15 u en zouden om 7.15 u Finse tijd aankomen in Finland. Maar nu nog slaapplaatsen voor onszelf. De allerallerlaatste twee bedden op het schip zouden we moeten delen met zijn drieën. Prima, Harm een bed, in een cabine met 2 mensen en een Japanse snurkmachine. En Ruben en ik zouden in een andere cabine, één in bed, en de ander op de grond gaan slapen. Na een klein slaapmutsje kropen wij ons bedje in of op de grond. Nog even ruzie gemaakt met een dronken Rus, die niet zag dat wij netjes een bed voor hem hadden vrijgelaten, want dat zat nog vastgeklapt aan de muur, die dacht dus dat als er zelfs iemand op de grond moet slapen, er geen plaats meer was voor hem in de cabine.

Dag 2
De volgende morgen onze eerste kennismaking met Finland, ook wel 'Suomi' genoemd door de inheemse bevolking. Finland heeft zo'n 5 miljoen inwoners en is 9 keer zo groot als Nederland. Het heeft ongeveer 190.000 meren en meertjes en zo'n 30.000 eilandjes. Ruim 1/3 van het land ligt boven de poolcirkel. Wat wij ook hebben gezien is dat er heel veel dennenboompjes staan in Finland. Maar liefst 65% van Finland is bedekt met dennenboompjes, maar de ene boom is de andere niet, dus het blijft elke keer weer een mooi gezicht om een dennenboom te zien. Na 4 uur langs deze wonderschone naaldbomen gereden te hebben kwamen we in Vaasa aan.

Daar gingen we gelijk onze startkaarten ophalen. We werden meteen geholpen, bij een zelf in elkaar gekluste balie van de organisatie, door het opperhoofd van de tocht. De Vasaan Marssi werd dit jaar voor de 8ste maal georganiseerd, geheel door vrouwen. In blauw-witte overall, met alle badges die je maar kunt halen bij de tochten van de IML, stonden ze klaar om je van alle nodige en onnodige informatie te voorzien.

Toen reden we maar naar ons hotel, om te kijken of deze reservering wèl goed was doorgekomen. Na even zoeken kwamen we aan bij de omgebouwde barakken die ons hotel moesten voorstellen. Een kleine teleurstelling dus. Helemaal toen we de ons aangewezen kamer openden en zagen dat er maar 1 bed in stond, in plaats van drie. Ja, Ruben en ik zouden dan 4 stoelen tegen elkaar moeten schuiven en daar ons bed van maken, dacht de receptioniste, nou wij dus niet. Gelukkig kregen we gelijk een andere kamer aangeboden, die was wel uitgerust met 3 bedden, grote badkamer en een koelkast.

Na een verfrissende duik in het nabijgelegen meer, wat overigens heerlijk zwemmen was, spraken we het financiële plaatje van reis nogmaals door; het was toch iets duurder uitgepakt dan sommigen hadden gedacht.



Bij het ophalen van de startkaarten waren we gelijk uitgenodigd om deel te nemen aan de vlaggenparade die avond. Strak in uniform verschenen wij dan ook bij het verzamelpunt om een mooie slinger door de stad te maken achter onze nationale driekleur. De gepensioneerde militairen voorop, daarachter het wandelvolk, en achteraan de twee leden van de Wandelsoc, en Ruben.

Harm raakte al snel aan de praat met een man die onze uniformen herkende, dat was niemand minder dan Miel Termont, voorzitter van de KNBLO en President van de IML. Niet de minste dus, maar de hoogste official die er op het wandelgebied te vinden is. Die avond vermaakten wij ons nog goed in en om de stad, omdat daar ook toevallig die avond een jaarlijks cultuurfestival aan de gang was. De prijzige biertjes smaakten ons opperbest in de zon op het dakterras. Daarna nog wat ge-salaam aleikum met de plaatselijke shoarmabakkers op het marktplein, en toen ging de zon ook voor ons onder.



Onze eerste nacht in het hotel was een ander verhaal. Na een klein slaapmutsje waren we al snel in dromenland, echter onze koelkast maakte overuren om de meegebrachte drank op de juiste temperatuur te krijgen.

Ook het platte dak en de hitte gedurende de dag waren goed voor het broeikaseffect in onze kamer. Helemaal omdat om de ramen te openen een aparte sleutel nodig was, en wij dus maar een tochtopeningetje hadden dat kleiner was dan een schoenendoos. De gevoelstemperatuur in onze kamer was dus langzaam opgekropen tot rond de 28 graden Celsius en een tikkeltje aan de vochtige kant.

Dag 3
Na een goed ontbijt stonden wij om 8.30 uur klaar om met de Archipelago tour mee te gaan. Onderweg werden we uitstekend van informatie voorzien, door de gids in de bus. De beste man presteerde het om tijdens een busrit van 45 minuten niet langer dan 10 seconden zijn mond te houden, en het was nog interessant ook. Hij vertelde onder meer dat Finland te maken heeft met een bodemstijging van 1 cm per jaar, dit is het gevolg van de ijstijd, toen een dik pak ijs Finland heeft ingedrukt. Deze bodemstijging is het beste te zien bij de kleinere meertjes, die er dus over een tiental jaren niet meer zijn. Nadat we over de langste brug van heel Finland waren gereden, werden we onderverdeeld in kleinere groepen, om de overtocht met een bootje te maken.

Tijdens de busrit was het ons al wel opgevallen, maar eenmaal uit de bus werd het ons helemaal duidelijk: er was een afvaardiging van 45 man uit Israël naar Finland gekomen om deel te nemen aan deze mars. Eén op de twee Israëli's had wel een vlag bij zich of iets wat daarop leek. Naast het wapperen met hun nationale trots waren de gezangen niet van de lucht. Wie zich had voorgesteld om nog wat plaatselijk wild te spotten tijdens onze eilandentocht was dus gelijk gedesillusioneerd. Voor de groepjes van zo'n 60 man ging een plaatselijke gids uit, die de weg wist te vinden door middel van de overal zichtbare wegwijsbordjes. Deze paadjes waren van de categorie stenen en rotspaadjes waar je niet op slippers op wilt lopen. Tijdens het lopen maakten we ook kennis met de muggen, die heel Finland heeft. Verschrikkelijk veel, smeren en smeren dus met die anti-muggenmelk, maar zelfs dat hielp niet al te best. Alleen Harm was zo slim geweest om een lange broek aan te doen.



Na 3 keer een stuk van 5 km gelopen te hebben, 2 verplaatsingen over het water, de gids eruit gelopen te hebben, en vele muggenbeten, kwamen we bij het eindpunt aan. Het was voor ons niet meteen duidelijk, maar in de schuur die bij het eindpunt stond werd een overheerlijke maaltijd geserveerd.

'Lohikeitto' is de naam van de lekkerste zalmsoep die wij ooit gegeten hadden, bereid met aardappelen, melk en dille. Daarnaast werd het ook nog eens bereid en geserveerd door lieftallige Finse schonen. Na de terugreis en wat pintjes op ons strandje, stralende zon en wederom een lekker potje zwemmen waren wij, evenals alle andere lopers, uitgenodigd bij de burgemeester. De burgemeester en de voorzitster van de mars gaven ons nogmaals een warm welkom in Vaasa.



Na wat oude en nieuwe bekende gesproken te hebben was daar weer de president van de IML, die een praatje voor ons klaar had. Namens de aanwezig Nederlanders, en dan met name de militaire tak, werd er nog een klein flesje aangeboden aan de organisatie.

Dit schiep nogal wat verwarring onder een aantal gepensioneerde militairen. Op dringende doch sissende toon werd ons te kennen gegeven dat dit ook namens ons was, "Ook van jullie, jullie horen er ook bij", om daarna verder te gaan met "Wie zijn jullie?". "Wij zijn lid van de Wandelsoc., meneer." De nachtrust die wij die avond verdiend hadden, kregen wij onder een aanzienlijk aangenamere temperatuur, doordat wij alle mogelijke ramen in de kamer met de bijpassende sleutel los hadden weten te krijgen en open hadden gezet.

Dag 4
5:00 u opstaan. Toch een aparte ervaring als het dan al bijna licht is. Goed ontbijt, dat speciaal voor ons was bereid door de nachtploeg in het hotel. En op weg naar de start. Auto ergens geparkeerd, geen kaartje gehaald, want volgens Harm komen we toch nooit meer in Finland, en dat klopt waarschijnlijk ook nog, dag boete. Daar stond alweer een vrouw in blauw-witte overall klaar, om ons de goede richting op te sturen. Er was bij het informatiepakket ook een duidelijk kaart meegegeven waarop we onze route konden lezen. Daarnaast waren er langs de weg op veel plaatsen duidelijk zichtbare vlaggetjes opgehangen om ons de weg te wijzen.



De mars was gestart met 375 deelnemers waarvan er 80 de 40 km probeerden te lopen. Nederland was in totaal vertegenwoordigd met 80 mensen waarvan bijna de helft de 40 km ging lopen. De Finnen zelf waren ook redelijk vertegenwoordigd. De Finnen kennen niet echt een wandelcultuur, meer één van langlaufen en oriëntatiehardloopwedstrijden, maar ze waren er toch. De Finnen hechten veel waarde aan 'Sisu' dat staat voor: uithoudingsvermogen, volharding, kracht, maar ook standvastigheid, karakter. Elke Fin wil dit bereiken, en daarom werden wij ook overal met respect behandeld, zoals het hoort!!

Het begin van de tocht was verschrikkelijk, wij werden links en rechts langzaamaan ingehaald door wandelmongolen die er niet uitzagen. En voor en achter gestoken door die rotmuggen, zelfs door onze shirts heen wisten die krengen nog illegaal bloed af te tappen. Maar na een half uurtje 'op tempo komen' liepen we eindelijk zoals het hoort, en na de twintigste beet voel je ook niks meer van zo'n mug. De koperen ploert kwam nu ook echt aan de hemel staan en verwarmde de omgeving tot aangename terras-temperaturen, boven de 26 dus.

Ruben, die eigenlijk 2,5 jaar geleden voor het laats serieus gelopen had, en net 10 maanden Curaçao in de benen had, kon ons nog goed volgen. We liepen dan ook gebroederlijk met zijn drieën, totdat we superoma en twee inheemse vrouwen tegenkwamen. Wat zij konden moesten wij ook kunnen. Dus het tempo werd nog even opgeschroefd; terwijl de dames honderduit kwebbelden analyseerden wij alvast dat wij minstens 18 kg meer mee moesten sjouwen en dat het toch wel aan de warme kant was, vandaar dat wij zo hevig aan het transpireren waren.

Onderweg geen restaurantjes of cafés om onze innerlijk mens te voeden. Louter goed verzorgde rustpunten, met vers water, knapperig fruit, schaduw, EHBO, en een enkele keer een pannenkoekenbakker. Niks dan lof over de rusten, al was een pintje er ook wel ingegleden.

Tijdens onze eerste 40 km liepen we nog langs een cultuurhistorisch verantwoorde kraterinslag, niks van gemerkt trouwens, zo groot was-ie. Maar op de kaart was het mooi te zien. Verder was de tocht in een mooie omgeving van rustieke naaldbomen en halfverlaten weggetjes. Erg prettig wandelen dus. Behalve dan dat we tijdens de tocht tot tweemaal toe bijna van de sokken werden gereden door een bus waarvan de gordijnen gesloten waren.

De tocht was aan het einde nog even iets verwarrend voor Harm en mijzelf, wij gingen er vanuit dat het start- en eindpunt hetzelfde zouden zijn. Niet dus, maar na goed speurwerk en raadplegen van de meegegeven kaart konden we de laatste kilometers, die zeker langer dan de aangegeven 2 km waren, met goed gevolg uitlopen.

Daar was een alleraardigst parkje met een mooi pand, waar we onze verse bieren konden halen. Tot onze grote verbazing, en met veel respect, zagen wij dat Ruben niet veel later dan een half uur na ons binnenkwam, met een beetje holle ogen, ons vervloekend, en een grimas op zijn gezicht. Cynisch lachend werden de verwensingen door Harm en mij aangehoord. En onder het genot van een verse pils werd deze dag weggedronken.

Na weer een verfrissende duik bij het hotel hadden Harm en ik onszelf weer in compleet tenue gehesen om het blarenbal mee te maken. Een compleet feestdiner was voor ons en de rest van de wandelaars bereid, met gerechten uit de streek. Waaronder ook erg lekker rendiervlees, echt een aanrader. Verder was deze avond niet echt om over naar huis te schrijven. De Israëli's hadden nog wat stampei gemaakt, omdat ze niet in dezelfde zaal hun kosjere maaltijd wilden nuttigen terwijl er door niet-Israëli's onrein vlees werd gegeten. Wij keerden weer hotelwaarts bij het arriveren van de band, die zag er nogal oubollig, met van die glimmende vestjes uit. Morgen weer een dag.

Dag 5
De 2e en laatste echte marsdag. Vandaag zouden we de andere kant van Vaasa opgaan en meer buitenhuisjes zien. En die zagen we allemaal. Harm had zoals gewoonlijk na een half uurtje de pas er alweer goed inzitten. Ruben had zijn voeten de vorige dag eigenlijk al helemaal kapotgelopen en de blaren waren aan het groeien. Ik zelf had tijdens mijn stage eigenlijk niet meer gelopen dan naar mijn werk en naar de kroeg en nu begon ik mijn scheenbeen ook nog eens te voelen. Allemaal leuk geprobeerd hoor, maar ik heb geleerd dat pijn, net zoals muggen, alleen is verzonnen om mij van mijn lintje af te houden.



De tweede dag zagen Ruben en ik Harm dus niet meer, na 10 km. De pijn verbijtend, strompelend en steeds langzamer lopend kwam Ruben aan bij een mooie rustpost, waar hij liefdevol werd behandeld om zijn voeten weer enigszins op te kalefateren. Bij die rust kwamen we Cees en Henny tegen, die met Ruben de afspraak hadden gemaakt dat als hij nog steeds zo moeilijk bleef lopen, hij dan maar Duits moest gaan praten. Deal. Gelukkig ging het tempo niet veel later weer iets omhoog en konden we goed meekomen met Cees en Henny. Daar liepen we dan ook de rest van de tocht mee op, en zij maakten ons wijs dat Someren ook een mooie Kennedy-mars heeft, nou we zullen het meemaken in 2005.



Toen wij eindelijk bij de finish aankwamen kon Harm ons op de hoogte brengen van zijn verrichtingen, en de gebeurtenissen bij de finish. Dat was nogal wat. Onze vrienden uit Israël hadden voor gigantische rel gezorgd. Deze figuren hadden op zaterdag al een niet te missen controlepost collectief gemist, kan gebeuren zou je zeggen. Vandaag echter hadden ze de door hen af te leggen 20 km afgelegd in 2 uur. TWEE UUR, daar moet ik potjandorie voor rennen, als ik het al haal, DAT KUNNEN DIE OUDE VIJFTIGERS DUS TOTAAL NIET. Een schande was het.

Nu snapten we ook waarom die bus ons bijna van de sokken had gereden, met de gordijntjes dicht!! Een schande, en dat is het. Wel hadden ze alle verplichte knipjes in hun controlekaart gekregen. Die hadden ze dus gehaald door in de bus te stappen tot de volgende controlepost. Een schande, en dat is het. Dat je omdat je oud bent maar 20 km loopt is nog tot daaraan toe, maar ook nog eens ouderwets sjoemelen en de boel besodemieteren? Een schande, en dat is het. Niet alleen voor de organisatie, die radeloos was, en waardoor de sluitingsceremonie geheel in mineur verliep. Maar zeker ook doordat ze door deze actie het hele volk Israël te kakken hebben gezet als sjacheraars.

Deze sujetten, want dat zijn het, werden terecht uit de tocht gezet en verloren hiermee het recht op hun IML-stempel. Gelukkig was onze IML-president, Dhr. Termont, aanwezig om dit moeilijke besluit te nemen en de organisatie een hart onder de riem te steken. Als lid van de Wandelsoc. hoop ik dat ik hiermee niet het volk Israël heb beledigd, maar alleen de kinderachtige mensen die het in hun hoofd halen om zo'n lange reis te ondernemen en dan de boel te bedonderen. Een schande, en dat is het.



De sluitingsceremonie viel hierdoor zoals gezegd een beetje in het water. We hadden echt te doen met de organisatie. Zo terneergeslagen zoals ze daar stond, de voorzitster. Alleen voor de organisatie zou je bijna nog een keer gaan. En wellicht gebeurt dat nog wel een keer. Alles was tot in de puntjes verzorgd. Hulde daarvoor.

Dag 6
Na het rustig inpakken en het ontluchten van onze stal vertrokken wij voor twee dagen richting Helsinki. Waar we tijdens de tocht al attent op waren gemaakt werd nog maar eens duidelijk: de 20/80 regeling. 20% van de bevolking zorgt voor 80% van de alcoholconsumptie. Kortom je drinkt veel of je drinkt niet.



Na een mooie avond, lekker gezond eten, goede studio voor weinig geld, maakten we nog een kleine stadswandeling van 8 km, door Helsinki. Dat is zeker een aanrader. Daarna naar de plaats waar de boot zou vertrekken. Na wat pilsjes om het wachten te verkorten konden we eindelijk aan boord en de volgende avond kwamen we na nogmaals 1300 km, dit keer zonder tegenslagen, heelhuids thuis.

Heren, bedankt.



Back