27th International Waendel Weekend Wellingborough 14 & 15 mei 2005 door ing. H.E. Swarts Vrijdagmiddag 13 mei 2005 om 2 uur stonden wij, Anita Willemsen, Dick van Kuppevelt, Jan Middelkoop, Fred Regts en ondergetekende Harm Swarts, op Schiphol voor de oranje incheckbalie van EasyJet. Deze d.m.v. het internet te boeken vliegmaatschappij vloog als enige op Luton en de keus was dus snel gemaakt, omdat Luton hemelsbreed zo'n 85 km van Wellingborough is verwijderd. Alles verliep efficiënt en zonder vertragingen - en na een vlucht van 45 minuten en een busrit van 5 minuten stonden we in Luton voor het carpark hire centre om de eveneens d.m.v. het internet gereserveerde huurauto op te halen. Deze Skoda Octavia had het stuur aan de verkeerde kant, maar omdat de overige auto's dit ook hadden viel ons dit alleen op en onze medeweggebruikers niet. Over b-wegen en in het rush hour reed ik in ongeveer 5 kwartier naar The Castle. Dit was geen kasteel, ook al zou dit eenvoudig uit de naam zijn op te maken, maar het cultureel centrum van de stad Wellingborough, een stadje van ongeveer 25.000 inwoners in de heuvelachtige Midlands, waarbij de pub niet alleen tot het interieur behoorde, maar ook tot het cultuurgoed. Na de inschrijving, 2x42 km, was ook een hotel snel gevonden; 2 kamers waren er nog vrij, een driepersoons en een 2-persoonskamer. Anita, Dick en Jan kregen de ruime driepersoonskamer, Fred en ik de eenvoudige uit 2 bedden bestaande 2-persoons. De 3 persoonskamer bestond uit een twijfelaar van 5 foot breed en een 1-persoonsbed. Omdat Jan en Dick het meeste snurkten vond Anita dat deze beiden de slaap maar in de twijfelaar moesten gaan bedrijven. Jan had hier geen problemen mee mits het alcoholpercentage in zijn bloed het wettige promillage waarbij de rijvaardigheid in beding is zou gaan overschrijden. Gegeten werd in een Anglo-Italiaans restaurant, waarbij de bediening Engels was, het voedsel Italiaans en de prijzen eveneens een anglosaksisch karakter hadden. Het hoofdgerecht van Fred en Harm, beiden werkzaam in de bouw en dus niet gewend aan kinderachtige porties, bestond uit zo'n beperkt aantal calorieën dat al snel tijdens het eten zwijgzaam aan een broodje shoarma werd gedacht. De wijn was echter voortreffelijk en de grappa ook. Na het eten het onvermijdelijke pubbezoek, onvoorstelbaar druk, reuze gezellig en om 11 uur gesloten, Dick naar z'n bedje en de overige 4 op zoek naar het clubgebeuren. Een nachtclub was snel gevonden, gewoon wat Engelse meiden volgen, iets wat erg eenvoudig is. Deze vallen op door hun kleur van hun benen, ik houd het tussen een yoghurt of koffiemelk-kleur, 43% ziet er schijnzwanger uit en 27% is gekleed in kleding waar een hoer op de Wallen zich nog voor zou schamen. De club die wij bezochten was een verademing, geen korte lontjes zoals in Nederland, met iedereen een social talk, een dansvloer die door de leden van de Wandelsoc. frequent werd bezocht, drankjes in overvloed maar wat in Engeland toch onvermijdelijk lijkt te zijn, de bodem van je portemonnee komt een keer in zicht en rond 3.30 uur liepen de 4 leden van de Wandelsoc. dan ook berooid terug naar het hotel. Na per ongeluk toch nog in een verkeerde kamer te zijn gestapt, waar ik tegen een boze meneer aanliep, had ik mijn kamer snel gevonden. Het lichaam van Fred Regts lag al half te slapen. Zaterdag 14 mei, de eerste wandeldag van 42 km "HARM! HARM!!" schreeuwde Fred naast mij. "Harm het is acht uur!". De schrik flitste door mijn nog enigszins benevelde hersenen, acht uur, acht uur, dat zou betekenen dat we ons hadden verslapen en om dan nog op tijd binnen te komen moesten we de 42 km ook nog half hardlopend afleggen. Mopperend op de overige Wandelsoc.-leden dat ze ons niet wakker hadden gemaakt, door de kamer rennend om de juiste spullen te zoeken en te pakken, kreeg ik plotseling een SMS-je van Anita; 'This is your wake-up call' stond er te lezen. Verbaasd keek ik Fred aan. "Fred? Acht uur Nederlandse tijd of Engelse tijd?" vroeg ik. Fred zei niet zoveel. Het was dus zeven uur Engelse tijd. Binnen 5 minuten gingen we naar beneden waar het ontbijt en de overige leden al op ons wachtten. Dick en Jan hadden duidelijk naast elkaar geslapen want zij keken nog het meest gelukkig aan tafel. Na een stevig ontbijt liepen we naar The Castle om om 8.15 (Engelse tijd) van start te gaan. Wellingborough is mooi en rustig gelegen, omringd door prachtige parken. Een wandeling op zijn Engels, langs typische pubs, sommige zijn reeds 1000 jaar oud, langs majestueuze feodale kastelen en oude Anglicaanse kerkjes. Waar vroeger de kasteelheren te paard en vergezeld van een troep honden ter vossenjacht trokken, wandelen nu 4000 wandelaars vreedzaam. Om de route nog meer te waarderen moeten we begrijpen dat het recht om door de natuur te struinen in Engeland wettelijk is vastgelegd in de zogenaamde 'Right to Roam Act'. Deze wandelwet geeft eenieder het recht om elk pad te gebruiken ongeacht dat dat privé-bezit is. Dus de route liep soms dwars door met goudsbloemen bedekte akkers; waar je in Nederland een boer met hooivork zou verwachten is dit in Engeland de gewoonste zaak van de wereld. Dwars door weilanden en natuurgebieden de kleine paden en boerenhekjes volgend, nagestaard door koeienogen, liepen we gezamenlijk naar de finish - waarbij gezegd moet worden dat de route niet uit 42 km maar hooguit uit 38 km bestond. Dus meer tijd voor een paar Engelse pints bij The Castle, waar een band met oude Engelse muziek speelde. Wat wandelbekenden groetend lagen we lekker in het gras, genietend van het schitterende weer, nagenietend van de route en de afgelopen Engelse nacht. 's Avonds dineerden we bij een Thais restaurant, dat werd gedreven door Chinezen, die Thailand alleen uit de vakantiefolders kenden. Echter de kok toverde onvervalst Siamese gerechten tevoorschijn, waarbij elk verkoudheidvirus het loodje zou leggen door de vers bereide pepers. Na het restaurant een afzakkertje. Afscheid nemend van Jan en Dick gingen Fred, Anita en ik een bekende route volgen, waarbij we rond 12.30 in een Techno-tent belandden, niet ver van het hotel. Het werd niet erg laat en om 1.30 uur lag iedereen te slapen. Zondag 15 mei, de tweede dag en de terugreis 's Ochtends bij het ontbijt in het hotel kwamen we oude bekenden tegen die we zaterdag inderhaast hadden gemist. Na het uitchecken uit het hotel hadden we de auto dichtbij de start geparkeerd, zodat we bij de finish zo zouden kunnen wegrijden, dus dat werd niet eerst douchen en omkleden maar in Wandelsoc.-tenue direct naar het vliegveld, waar we om 6 uur moesten zijn. De route en het weer waren vergelijkbaar met zaterdag, met dit verschil dat we nu wel 42 km moesten lopen. Met z'n vijven liepen we in een hoog tempo door het mooie weer. Onderweg stopten we nog een uur in een Engelse pub; hier was de koffie echter niet te drinken zodat we noodgedwongen over moesten stappen op bier. Met weemoed werd afscheid genomen van de pub en zonder noemenswaardige rusten liepen we in 1 ruk door naar de finish, waar we rond 15.30 arriveerden. Na de medaille en het IML-stempeltje nog wat nagezeten en rond 16.15 reden we Wellingborough uit, nu via de M1 naar Luton Airport - een dik uur rijden, zelfs met de snelheid waarmee ik mij graag over de weg begeef. Na de auto met een volle tank weer te hebben afgeleverd, maakten we in onze Wandelsoc.-uniformen veel indruk op het vliegveld. We beleefden wederom een vlucht zonder vertraging en op Schiphol stond Chiel (onze voorzitter) op ons te wachten. Deze man moet ik nog altijd dankbaar zijn omdat ik er via hem achter ben gekomen dat de broer van Bassie een taxibedrijf heeft. Het weekend zat er weer op, Engeland krijgt zeker een vervolg! |