Wat zijn wij aan het doen?
31 maart 2008
Aan het grijnzen. Op 20 dezes ontving ik een bevreemdende brief van de politie Amsterdam-Amstelland. Of ik effe langs kon komen, in verband met een mogelijke overtreding van de opiumwet. Atjemenou. Ik hoor het me nog denken.
Dus ik in de foon geklommen. Dat hielp niet. Of ik toch even langs wilde komen. Dus ik daarheen. "Hebt u ooit een ruimte gehuurd in Amsterdam?" "Nee." "Dat is vreemd. Hebt u een rijbewijs?" "Jazeker. Alstublieft." "Dat is vreemd." "Waarom?" "Omdat u uw rijbewijs samen met andere bescheiden in 2006 hebt opgegeven als vermist, en die nooit als gevonden zijn geregistreerd. En omdat, met een kopie van uw rijbewijs, een woonruimte in Amsterdam is gehuurd waarin wij onlangs een hennepplantage hebben ontmanteld." Atjemenou. Ik hoor het me nog denken.
Oom agent en ik bekeken gezamenlijk rijbewijskopie en huurovereenkomst. Wij waren het er roerend over eens. Het ging inderdaad om een kopie van mijn rijbewijs, en op de huurovereenkomst stond mijn naam - maar niet in mijn handschrift, en ook niet met mijn handtekening eronder, maar een andere, die bovendien niet leek op die op de rijbewijskopie, die namelijk wel de mijne was. Dat mijn papieren nog als vermist gesignaleerd stonden leek mij slordigheid mijnerzijds. Ik kreeg helaas geen kopie van het van ons gesprek gemaakte proces-verbaal mee, maar daarin stond wel tot drie keer toe dat ik mijzelf een sloddervos noemde, hihi.
Afijn. Een dikke week later ben ik vrijgepleit, middels een spiegelconfrontatie met de verhuurder van de woonruimte in kwestie, die kennelijk van mij zei dat-ie me niet kende, voordat ik dat naar waarheid van hem zei, na plaatswissel.
Mijn papieren bleek ik in 2006, drie dagen na mijn aangifte van vermissing, al als teruggevonden te hebben aangemeld. Daar lijkt dus iets niet helemaal kek-in-de-communicatie tussen de korpsen Kennemerland en Amsterdam-Amstelland.
Maar ik ben een blij mens, want een vrij mens, en een avontuur rijker. Atjemenou. Ik denk het nog steeds.