Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
2 juli 2011 45ste Marche Européenne du Souvenir et de l'Amitié (MESA of Europese Mars van de Herdenking en de Vriendschap) Dit was de zwaarste MESA die ik tot nog toe liep. Dat wil wat zeggen. Want die van 2005, met de etappe Sedan-Bouillon op de eerste dag, daar wordt nog steeds over geluld door het hele deelnemersveld. Zelfs door lui die er niet waren. We moesten die vermaledijde dag, herinner ik mij, een uur of anderhalf lang meer dan 45 graden scherp omhoog bij bijna 42 graden constant. Maar dit jaar kwam ik, op de tweede dag, meerdere veteranen van dat gebeuren tegen, die het met me eens waren: de eerste dag van deze MESA was zwaarder. Dat kwam niet door de grote hitte (die er was, het werden er 38) of door de luchtvochtigheid, die er ook was, maar door de luchtDRUK. Het bouwde namelijk op naar onweer. En er zijn weinig plaatsen waar dat zo dreigend gebeurt, als in de Ardennen. Bovendien had men, wegens bezuinigingen, permanent 1 rust opgeheven, voor de grote, halverwege. Daardoor zat de eerste niet op zo'n 5, maar zo'n 11 km. Tegen de tijd dat we daar aankwamen reden daarom de ambulances af en aan. Ik heb geen zekerheden, maar de geruchten gaan over 25% uitval (dat is 1 heel kamp, van de 4!), een tot driemaal toe gereanimeerde vrouw, en 1 mannelijke dode. En de mars ging door. Kom daar maar eens om, in (dank @stijntsje) Neederland. Zelf had ik nog nooit zoiets meegemaakt. Ik bedoel, mijn lijf protesteert vaak tegen wat mijn geest wil. Maar dan heeft het geen inspraak, dus dat geeft verder niet. Levert hooguit gevloek en getier op, maar nooit een uitvallen. Vandaag wel. Want mijn lijf DEED gewoon niet wat het brein zei. Het brein riep "7 kph, goddomme!" maar het lichaam deed "Ja dahag, hier heb je 3.". En omdat ik, wegens wachten op barcodekaarthalen van medewandelaar, 1,5 uur te laat vertrok van het begin, was men, tegen de tijd dat ik tollend en aan flauwvallen toe bij de grote rust, op 20 km, arriveerde, die reeds aan het afbreken. Dat opgeteld bij de gewaarwording dat noch suiker, noch vast voedsel, noch koffie, noch grote hoeveelheden water, noch zout enig effect hadden gehad op mijn gesteldheid, in de vergleden kilometri, bracht mij tot de constatering dat ik, wilde ik nog bijtijds ter finish arriveren, vanaf hier, dus nog 12 km lang, 7kph zou moeten halen, over die grafheuveli. Dat was onhaalbaar. Dat vond ook Frans Gorissen, doedelzakkend veteraan, die met mij besloot uit te vallen. De tering voor die Pleurisbelgen. Dus meldde ik mij bij de Policier Militaire die bij de uitvallersbus de wacht hield. "Est-ce-que je peux utiliser cet bus pour retourner au camp?" "Êtes-vous blessé?" "Oh non. Je suis vaincu." Dat leverde de breedste grijns op die ik sinds de MESA van 2001 heb gezien. Nou lekker dan. Afijn. De andere drie dagen liep ik volledig uit. En dat waren prachtige, met op woensdag eerst regen en daarna een constant mistig door de wolken lopen (apocalyptische beelden van in vocht vervagend glooiend dennenbos, en in witwijverij verdwijnende wandelslangen staan voorgoed op mijn netvlies), op donderdag een schitterende dag met blauwe lucht en witte cumuli, en op vrijdag een 18-graadse grijzigheid met veel frisse lucht en een kort motbuitje vlak voor het eind. Ik keek tevreden, naar de medailleclaimende medestappers, ondanks mijn eigen ontbreken in rij. Die negen gaat nog komen, dus. Daarna werd deze week vooral die van de Auberge du Notaire. Daar nam ik, vrijdagmiddag namars, met bondgenoot op de bonnefooi intrek, omdat namarse doorovernachting allang niet meer mag, in de MESA-kampen. En de Auberge du Notaire blijkt een pure parel. Alles klopt er. Van de briljante print-uitingen op de balie, in de kamer en zelfs ter badkamer, via de perfect luxe maar nooit overschreeuwende aanblik en het fan-tas-ti-sche eten (en dan bedoel ik zowel diner als ontbijt; ik heb nog nooit zulke spinazie gegeten, maar ook nog nooit zo'n roerei) tot de hartverwarmende service (men had onze keus voor het, goedkoopste, 3-gangen-diner, met enig dédain kunnen begroeten, maar in plaats daarvan werd ons met gemeende straallach toegevoegd dat men verheugd was over ons vertrouwen in de kaart). Mart (die bij mij voortaan DE Mart heet, als tegengesteld aan De Mart die tot nog toe zo heette) en Monique gaan uit van de pure basis van alles, en bouwen daarop, met groot gevoel en - echt hoor - onovertroffen klasse. Elke dinsdag en woensdag zijn ze helemaal dicht, en de woensdag besteden ze aan samen proefkoken en -drinken, werken aan de menukaart dus. Die verder het fruit uit de eigen 2000 m² grote tuin en vooral streekproducten benut. Dat pure schept mogelijkheden voor ongekende combinaties. Kip met saffraansaus en pistachenoten op, dus, bepeperde spinazie, dat weer op bed van rijst met tomaat, munt en mosterdzaad. Om maar wat te noemen. Je weet niet wat je eet. Maar je weet wel dat, als je intussen heel zachtjes Nick Cave hoort, vanachter de bar, er iets heel bijzonders gebeurt. Ja heel bijzonder: DIT is hoe het hoort. Wij kwamen dat nog nooit zo mooi tegen. ALS ik er enige kritiek op zou moeten uiten, dan zou dat, bij schrijven dezes, zowel de rommelige eerste aanblik, als de niet bijster grote vindbaarheid van de website zijn. En dat is heel vreemd. Want die is van dezelfde makers als de perfecte print-uitingen. Dat toont maar weer aan dat print en web twee heel verschillende takken van sport zijn. Ik weet er alles van... ...maar aan het Genieten, bij Mart en Monique, doet dat hoegenaamd niets af. De, voor ons, pure mazzel van dat Genieten indachtig waren wij eerder terug in dit land dan wij merkten. Nu ga ik er even van bijkomen. |
Eerdere afleveringen:
Back | Forward | Home | Mail |