Band of Brothers

De Vierdaagse 2004 door de ogen van een oud-commando

Door Peter M. Weij

Maandagmiddag. De Vierdaagse-kriebels beginnen weer te komen. Zoals commando-instructeur Aad Verheij altijd zei tegen de cursisten in de commando-opleiding: "Ze willen weer" - en dan doelde hij op z'n onderstel; dat liet hij dan ook heftig bewegen om aan te duiden dat hij het niet meer onder controle had. De cursisten lagen dan nog uitgeplokt in het zijterrein hun wonden te likken van hun kort daarvoor afgelegde speedmars.

Nou, Fred en ik hadden ook weer dat gevoel: "ze willen weer". Rond het begin van de middag arriveerde Fred met zijn bestelbusje op de Buntweg te Soest. Even een bakkie doen en dan zetten wij koers naar de Keizer Karelstad. De stad die voor Karel de Grote der Franken veel betekend heeft (en waar hij een buiten had, het Valkhof, waar alleen nog een klein kapelletje van over is gebleven), maar ook een stad waar de Romeinen een grote legerplaats hadden aan wat tevens de noordgrens van het Romeinse Rijk was (die grens liep langs de Rijn en oude Rijn tot aan Katwijk aan Zee). Boven de rivieren kwamen de Romeinen niet: daar was het moerassig en woonden de wilden, de Friezen die tot hun nek in het water stonden.

Met die Friezen, die later Bonifatius bij Dokkum vermoordden, en ook bekend zijn om hun wrede koning Radboud, viel niet te spotten en zij weerstonden heftig de invallende legers. Tot ver na de 14de eeuw bezetten de Friezen de kop van Noord-Holland - men noemt de bewoners daarvan dan ook wel West-Friezen. Op de grens tussen Holland en West-Friesland werd, naar Schots model, een soort 'Hadrian's Wall' opgericht, met wachtposten. Dit was even een stukje geschiedenis over Karel de Grote, de Romeinen en de West-Friezen. Ik was, nota bene, met een West-Fries, Fred Regts, op weg naar Nijmegen, toen plotseling de schakelbak defect raakte. We konden alleen nog in z'n drie optrekken, dus het avontuur was reeds begonnen.

Bij een bezinepomp repareerden we provisorisch met Landmachttouw zo goed mogelijk de schakelbak. Improviseren is een oud-commando niet vreemd. Daarna zetten we via de A50 eerst koers richting Malden. Ter hoogte van Valburg raakten we nog even in een file. Plotseling kwam onze vriend Jan Middelkoop op het net. Hij was eveneens op weg naar Malden, en we spraken af eerst onze spullen af te leveren op ons overnachtingsadres, sportcentrum 'De Veldschuur' te Malden.

Omstreeks 15.00 arriveerden wij - Jan kwam even iets later binnen. Vervolgens kregen we onze slaapplaats toegewezen. Fred had zijn koffiezet-apparaat meegenomen, dat installeerden we dus ook.

We kwamen weer veel oude bekenden tegen, o.a. de Britse loper die ik altijd John Cleese noem, vanwege zijn droge Britse humor. Nu ook weer citeerde hij teksten uit de oorlogsfilm 'A bridge too far', in elitair English. Vervolgens betaalden we Leny Rijk, een bijzonder enthousiaste en gedreven vrouw, die de verzorging, met alles erop en eraan, al bijna 25 jaar voor haar rekening neemt.

We betaalden voor alles 32 euri per dag - dat is toch te doen. Het enige nadeel is dat je 5 km van het centrum van feestend Nijmegen zit. Misschien volgend jaar een stekkie regelen in de Stad. Na inrichten richting de Wedren, startkaart halen, en vervolgens naar De Vereeniging, onze stamplaats, waar wij weer veel mensen ontmoetten van vorig jaar, waaronder de rest van de kerels van de Wandelsoc., en de Vrienden Van de Soc., netjes in pak met het edelmetaal trots op de borst gespeld.



Henk en consorten waren wederom naar de goudenkruisdragersvergadering geweest - er zal weer stevig gedebatteerd zijn. Lekker een paar biertjes pakken en rond zessen terug naar de Veldschuur, waar ons een goede stevige maaltijd te wachten stond.

Daar ontmoetten wij een oude bekende van de catering: de bijzonder vroljke Rotterdamse uit Zuid, Theresa, maar er waren ook nieuwe gezichten. Fred bood aan om 's avonds mee te helpen de afwas te doen, ongeveer driehonderd borden, soepkommen en bestek. We hebben dat toch twee avonden met veel enthousiasme gedaan en daaruit ontstonden weer bijzondere ontmoetingen en vriendschappen - daarover later meer.

Vervolgens aan de bar aan het pils. Jan, Fred en ondergetekende. Omdat het erg warm was in de bar, gingen we nog even op het terras zitten, heftig doorpilzen, waarbij Jan Middelkoop een whiskey-fles trok, die wij en Weij soldaat maakten. Het werd laat; alleen wij waren er nog, en wat leden van de verzorging van andere wandelverenigingen: o.a. veel smerissen. We gingen te bed - alleen ondergetekende had moeite de whiskey binnen te houden. Ik heb daardoor een groot deel van de dinsdagnacht en -ochtend met mijn bek in de wc-pot gehangen. Ik werd nog wel door twee aardige agenten teruggebracht naar mijn slaapstekkie, maar na enkele minuten moest ik weer en ik heb waarschijnlijk nog een paar uur boven de pot gehangen, intussen in slaap gevallen.

Ik werd rond half drie wakker en kroop nog een half uurtje in m'n bed, totdat ik Fred hoorde die zei "Peet, opstaan". Aan de overzijde zaten twee dames die dachten "Die vent heeft zo gespookt, die staat niet meer op", maar dat viel mee. Ik was tijdens de ochtenduren wel erg druk en hyper, terwijl de meeste wandelaars nog aan het slaapwandelen waren.

Dinsdagochtend met de auto van Jan naar het centrum van Nijmegen. Rond 04.00 uur op de Wedren met de vlag van de Soc. op de man, hoog uitstekend boven de wandelaars zodat ik een goed baken was voor andere Soccers en sympathisanten. Daar kwamen we Ton van Ravensteijn tegen, commando-lichtingsgenoot van Albert: 80-3. Ton had met de oud-commando's de vlaggenparade gelopen in het Goffert-stadion van NEC. Ik zag op de foto's oud-commando's meelopen die ik nog nooit gezien had en ook de komende week niet zou zien.

Controle van onze eigen pseudo-commando-jager 'Simon Wiesenthal' Albert is weg, en gelijk duiken de pseudo's op. Ik vermoed dat het pseudo's zijn, althans - ik kan het niet bewijzen. Het lopen ging prima. We liepen een gewijzigde route; wat mij wel opviel was dat het erg druk was - ik denk dat er veel gedupeerde zwartlopers meeliepen.

We arriveerden aan het eind van de ochtend bij de commando-rust, net buiten Elst. Inmiddels was het gaan regenen, en dat duurde tot laat in de middag voort. Dit veroorzaakte een record aan uitvallers. Er waren wederom slecht voorbereide wandelaars die de hele dag in een nat shirtje liepen, op gympies. Dat lichaam is dan zo aan het werken om zich warm te houden dat de energie uit het lichaam wegvloeit, maar daar heb ik geen medelijden mee. In de Vierdaagse-brochure wordt daar goed op gewezen, qua kleding en schoeisel.

Wat wel erg irritant is tijdens zo'n regenachtige dag, zijn die kutparaplu's. Je ziet niks meer, ze steken je ogen er bijkans uit, dat moeten ze eigenlijk verbieden, paraplu's op de route.

Op de dijk naar Lent passeerden wij het bekende 82nd Airborne-monument, ter nagedachtenis aan de 'Waalcrossing', de landing van Majoor Cook om een bruggehoofd te vestigen aan de noordzijde van de Nijmeegse brug. In de film 'Een brug te ver' wordt die landing nagespeeld, en wordt Majoor Cook gespeeld door Robert Redford.

Met doodsverachting gaan de mannen van 82nd in zware houten boten naar de overkant, en met zware verliezen weten de para's van de 82nd een bruggenhoofd te vestigen. Het monument is een rechtopstaande grove steen met inscriptie. Zie ook het wandelverslag van de etappe Bemmel-Niftrik van 'Van Top tot Teen door Nederland heen'. Zoals ik al zei was het erg druk, ook op de dijk naar Lent. Wij trokken er rond 13.30 uur over.

Omstreeks 14.20 ariveerden we weer in Nijmegen, waar wij Wendy en haar vader en moeder ontmoetten. Wendy was te laat met inschrijven, maar moeders was weer van de partij. Wendy zag er ondeugend uit, had het net uitgemaakt met haar vriend en was weer bij mams ingetrokken. Geen makkelijke tante, ik had met de moeder van Wendy te doen. De andere Soccers kwamen ook binnenhobbelen, en we gingen weer lekker afpilzen bij de Vereeniging. Er was wel een bandje, maar dat was een stel fossielen uit het hippie-tijdperk: zo uit Woodstock, niet bijzonder. Jan, Fred en ondergetekende reden terug naar de Veldschuur, even snel een baantje zwemmen, in de Veldschuur vervolgens happen naar de bar, en vroeg onder de wol.

Woensdagochtend, de dag van Wijchen. Altijd de zwaarste dag van de Vierdaagse. Je gaat Wijchen in de periferie door en later, na de lus, ga je door het centrum, waar een uitzinnige menigte toeschouwers je de stad letterlijk binnentrekt. Op het plein zat traditiegetrouw het bestuur van VOC-Gelderland. Ik zwaaide even, en we gingen door. Ik liep nu voornamelijk met Ton en Fred, de 'Band of Brothers'. Vervolgens naar de commando-rust, maar ik ging even door naar collega van de Post Aoo Peter Nijssen, die afgesproken had dat hij ergens in Wijchen met bier en een broodje stond, en ja daar stond hij, met koelbox, heerlijk hard broodje en een Palmpje.



Peter had zijn twee jonge zonen ook meegenomen, en ik ontmoette zijn charmante vrouw. Hartstikke leuk, en bedankt, Peter, voor de goede zorgen. Inmiddels kwamen Fred, Ton, Harm Swarts en Jan voorbijlopen en die vroegen om aansluiting. Ik zei: "Ik kom zo - even m'n pilsje opdrinken". Vervolgens afscheid genomen van Peter Nijssen en toen in looppas de achtervolging ingezet naar de 'Brothers'.

Door via Beuningen, waar ik de oud-para dhr. Hagen en zijn vrouw nog even heb aangesproken. Mevrouw Hagen zag er slecht uit, zij heeft al enige tijd de gevreesde ziekte, maar zittend in een rolstoel met 'groene pol' op het hoofd kon ze toch genieten van de Vierdaagse.



We liepen Nijmegen in door de bekende straat met zijn homo-bars, waar travestieten ons binnenhaalden. Omstreeks 14.00 uur binnen. Vervolgens afpilzen op de Vereeniging. We waren net binnen voor de grote hoosbui, die onderweg was naar Nijmegen. Ton had zijn vrouw gebeld, die zei dat het hard regende in Roosendaal en dat kwam richting Nijmegen, de lucht begon al te betrekken.



Inmiddels had op de Vereeniging, op het podium een Haagse cabaretgroep zich geïnstalleerd: een entertainer met twee heerlijk snollerig geklede dames, die de wandelaars één voor één uitnodigden om mee te zingen. Jan Middelkoop was aan de beurt, hij glunderde, en genoot met volle teugen. Inmiddels begon het enorm te regenen. Het gros van de Soccers moest nog binnenkomen; alleen Jochem was reeds binnen en had zich neergevleid in een comfortabele stoel die hij van het terras had ontvreemd.

Ook Lydia en Coco kwamen langs. Coco was gegroeid. Het cabaret was heel leuk. Ondanks de regen hielden zij de moed erin. Inmiddels arriveerden de Liemense dames: Anita Willemsen, met vriendin Elvira uit Zevenaar. Anita ken ik nog van vorig jaar, daar heb ik nog mee gedanst op de vrijdag na binnenkomst. Ze had nog dezelfde bril, alleen was ze samen met haar vriendin uitgedost in het roze, met roze pruiken.



Ook beide dames moesten acte de présence geven op het podium en karaoke doen. Zo'n Vierdaagse is leuk, je ontmoet wederom de lotgenoten. Inmiddels heb ik gehoord dat Anita de Dodentocht met de Soc. gaat lopen. Die gaat het halen: die meid is ijzersterk en een beetje gek. Ik denk dat Anita een 'sloper' is, heren, u bent gewaarschuwd. Ik noem haar nu ook 'Anita de sloper'. Haar vriendin is een schat: een rustige, lieve, wat timide persoon. Het werd laat op de Vereniging en ik was de BOB (de 'Bewust Ongezellige Bestuurder') en maar goed ook, want donderdag (toen ik eveneens de BOB was) raakten wij op weg naar Malden in een verkeersfuik van de smeris en mocht ik blazen. Ik had wat gedronken, maar alles was okee, gelukkig, want ik heb nog twee jaar voorwaardelijk aan mijn broek.



Terug naar 'de Veldschuur'. Jan sommeerde mij om op te staan want het was inmiddels tegen zessen, tijd voor het diner. Na het diner afwassen: 300 borden, mokken en bestek, samen met Theresa, Angila en een Servische dame en jonge meid van 17 jaar. Ik kwam in gesprek met Angila, die van haar achternaam de Heij heette. Ik zei "Ik ken ook een de Heij, Robin de Heij, uit Rotterdam." Een oud-klasgenoot, uit de periode dat ik op de land- en tuinbouwschool 'De Gaarde' te Barendrecht zat, en later, in de periode 1983-1986, op het VHBO in Rotterdam. Angila zei "Het kan zijn dat je mijn man bedoelt, Rob". Ze ging hem gelijk bellen, ik kreeg hem aan de lijn, geweldig. Angila liet zelfs nog een foto zien uit de tijd dat wij klasgenoten waren. Je ziet: de wereld is klein.

Donderdagavond zou Robin de Heij langskomen. Robin is na zijn school tijd bij de elite van genieduikers gegaan en heeft de rode muts gehaald - ik ben na schooltijd naar het KCT gegaan en heb m'n groene muts gehaald. Robin was al gek van sportduiken in de Grevelingen. Zijn broer Roy had ook zijn groene baret gehaald, met lichting 82-3 in september 1982, maar na zijn diensttijd is het niet meer goed gekomen met Roy. Zoals zoveel oud-commandi hield hij er een tik aan over.

Robin vertelde dat hij een keer op een reünie in het oranje Baghwan-tenue verscheen, maar subiet van het terrein verwijderd werd. Robin heeft weinig tot geen contact met zijn broer Roy. Na de afwas, het was inmiddels 21.00, even in de bar een biertje halen. Jan had zich al te ruste gelegd - hij had wel even meegeholpen met de afwas. Na de bar lekker naar het mandje, want morgen gaan we weer 50 km lopen. Ik heb er zin an.

Donderdagochtend standaard op de Wedren met Ton en Fred bij de start. Ook nog steeds trouw de vlag van de Soc. op de man. Veel bekijks overigens: iedereen probeerde de moeilijke tekst te ontcijferen, we moeten toch eens denken aan een kortere krachtiger tekst, de tekst van Fred, maar dat is iets om bij de Lintjesregen in januari 2005 aan te kaarten.

De dag van de Zevenheuvelen. Ondergetekende liep buitengewoon, alleen ik liep de zolen van mijn heerlijk Lowa trekking los. Als je erop loopt zijn het net schuimpjes. Bij een padvinders-vereniging zette ik provisorisch met zilverkleurig 'duct-tape' de zool vast. Ik liep de laatste dagen met een preventief afgetapete wandelschoen.

We liepen over de Haak van Milsbeek. Het was bijzonder mistig wat een voordeel was, omdat de koperen ploert moeite had om door te breken, zodat we pas veel later in de zon liepen en dat scheelde, want de zon is ook een sloper. De Haak van Milsbeek gaan we bij de volgende etappe van 'Van Top tot Teen door Nederland heen', van Cuijk naar Mill nog inhalen, want daar was niets van gekomen tijdens onze laatste min of meer 'Kroegentocht'. De komende tochten, zeker bij die langs het defensiekanaal, de voormalige Peel-Raamstelling zijn er weinig tot geen kroegen, daar gaan we weer echte kilometers maken.

Na de Haak van Milsbeek de heuvels in richting Groesbeek, daar binnengehaald door de oud-korpscommandant en farizeëer Willem Leunissen (of Freddy Mercury), voorzitter van de Commissie Contact Verenigingen Oud-Commando's. Hij gaf mij een hand, met direct daarna de woorden "Je houdt je wel gedeisd op de Commandopost", of woorden van gelijke strekking, omdat ik vorig jaar enorm ben uitgevallen tegen drankbak Leo Schrans, wat allang rechtgezet is. Jammer dat Leunissen dit wederom oprakelde. Ik ben ook klaar met dit heerschap. Maar we lieten dat de pret niet drukken, lekker een bakkie soep en een bakkie koffie, en dan door richting Berg en Dal en rond 14.00 wederom op onze vaste stamplaats, de Vereeniging, daar ontmoetten we een aantal keren de zwager van Fred, die voor de eerste keer de Vierdaagse liep.



Fred's zwager is getrouwd met de zuster van Alberta. Heel sympathieke kerel. Op de Vereeniging was een disjockey die nu R&B, soul en lounge muziek draaide. Ton en ondergetekende vinden dat heerlijke 'geile' muziek. Ton is ook gek van lounge muziek; hij raadde mij aan de cd 'Jain Jermain' te beluisteren. Hij wilde die wel branden voor mij.

Het was inmiddels 18.00. Alle Soccers waren binnen, wel hadden we twee uitvallers te betreuren: Max en Lourens Dinger. Ondergetekende, de BOB, zette met Fred en Jan koers naar Malden, want het was etenstijd. Heerlijk, geen alcohol, ik ben dan veel relaxter en rustiger. Als ik alcohol op heb ben ik enorm druk, tot hyper aan toe. Die middag in de politiefuik, blazen, geen bijzonderheden en ik kreeg als cadeautje een sleutelhanger met ingebouwd lampje. In de Veldschuur lekker geknaagd, nog een keer aangeboden om te helpen afwassen, samen met Fred. Ik ontmoette mijn oud klasgenoot Robin.



Hij was echt niets veranderd, nog steeds dezelfde weelderige haardos. En tijdens de afwas haalden we veel verhalen uit onze schooltijd op, hartstikke leuk. Fred geinen met Theresa, die vorig jaar nog zwanger was, en nu weer volslank. Leuke meid met dat Rottterdamse accent. Ik kwam tot de ontdekking dat ik mijn groene baret kwijt was - alles overhoop gehaald. Jan ging mee helpen zoeken. Bij de balie gevraagd of er een groene baret was gevonden, maar helaas. Ik zoeken als een kip zonder kop.

Het was niet zomaar een goene baret maar een baret met emotionele waarde, want ik had deze aan mijn vader gegeven. Ik wist dat ik het felbegeerde hoofddeksel voor het laatst op de WC ophad, daarna wist ik het niet meer. Jan attendeerde mij op een slaapzaal tegenover de betreffende WC. Ik sprak een Engelse jonge kadet aan en die wist wie mijn baret had. Een jong bleek Engels ventje had hem al in z'n tas, de boef. Jan heeft hem nog vermanend toegesproken, maar ik was al blij dat ik hem terug had, dankzij het goede denkwerk van Jan.

Na de afwas, inmiddels 22.00, kregen we drank aangeboden van het personeel en hebben we nog gezellig zitten praten met Theresa, Robin en Angila - en Leny kwam er later ook nog bij.

Vrijdagochtend, de laatste dag - alweer de apotheose. De intocht, de dag van Cuijck. Wederom voornamelijk met Ton en Fred gelopen, echt geweldige kerels, echt mannen van Johan de Witt. Ook met Ton heb ik erg gelachen. Het lopen ging mij deze keer voor de 13x Vierdaagse goed af. Alleen kampte ik met een keelontsteking die ik al sinds de MESA onder de leden had. Ik moest vaak onderweg, maar ook 's ochtends vroeg enorm hoesten.



Samen met Ton en Fred maar ook Henk arriveerden we in Grave. We passeerden de beruchte brug die door paratroepers van 82nd Airborne van Generaal Gavin werd ingenomen, en we marcheerden Grave in onder de beroemde boog. Henk stelde voor om het jaarlijks terugkerend gebruik in ere te houden, dat door Ted Snodendroom was ingesteld, het schudden van de hand van de burgemeester van Grave. Henk bestelde voor ons allen een haring, en smeerde deze goed over de handen voor dat deze werd verorberd. Vervolgens gingen we naar de burgemeester.

Henk gaf hem als eerste een ferme hand en hield de met haringvet en schubben ingesmeerde hand van de burgemeester extra lang vast, vervolgens kwam ondergetekende met het staartje van de haring nog uit de mond hangend en schudde eveneens de hand van de burgervader hartelijk en tenslotte, gierend van het lachen, onze Fred. Hij glibberde letterlijk weg uit de handen van de burgemeester. Vervolgens ging de burgervader zitten en legde zijn handen op zijn broek geweldig wat zal die geroken hebben en dan moet je nagaan: Ted Snodendroom, Tweede Vriend van de Soc., moest Grave nog passeren. Henk ging in Grave nog een pilsje halen en wij gingen verder, op weg naar onze volgende stop, de Commandoverzorgingspost in Beers.

Vervolgens arriveerden wij in Cuijk, waar eerste luitenant Renee Willems samen met zijn vrouw en dochter ons opwachtte met broodjes en bier. De kersverse Plv. Cdt. Militaire Post Organisatie (MPO) is een bijzonder enthousiast mens. Ik vond het leuk dat hij ons verzorgde. Ik had de Soc.-vlag neergezet, en er was een klein meisje van anderhalf dat steeds door het doek van de vlag liep, wij en haar moeder hadden er lol van. Ton ging iets eerder weg, want zijn vrouw stond ook langs de route in Cuijk. Wij gingen na een paar biertjes ook weer in de hoeven, kwamen Ton weer tegen en kregen een gladiool en een dikke zoen van de charmante Mevrouw van Ravensteijn.



Later op de dag, op de Via Gladiola, zouden wij de prachige dochter van Ton nog zien die in Nijmegen studeerde. In het tunneltje in Cuijck, net voordat we pontonbrug overgingen, stonden Theresa, Angila de Heij met kinders en opa ons op te wachten; we kregen allen een zonnebloem van de schatten. Misschien gaan ze volgend jaar meelopen.

Ton sliep in de woning van zijn dochter, gedurende de Vierdaagse. Het was voor de eerste keer dat ik niet de intocht liep met het detachement oud-commando's - uit solidariteit met Albert, omdat hij de laatste tijd zo gedemoniseerd wordt door een stel azijnpisserige Oud commando's. Het was eigenlijk wel lekker genieten zo, als je met z'n drietjes, 'The Band of Brothers', de intocht loopt tussen een haag van publiek. Geweldig. Ongeveer 15.00 binnen. Net voordat we de Wedren opliepen stond daar Marjan Aldenzee, een prachtige Brabantse meid die wij samen met haar collega's van de OK in het Máxima Medisch Centrum, en een vriendin van één van hen, tijdens de MESA ontmoetten. Ik vind het een schat van een meid, maar ze blijft mijn 'verboden vrucht'.

Later, op de Vereeniging, nog lekker een pilsje gedronken met zwarte Marjanneke en haar vriendin. Marjan was de afgelopen dagen ook al in Valkenswaard flink wezen doorzakken met een spugende vriendin. Nou, die Brabantse meiden die kunnen goed zuipen. Ik hoop dat ik nog een keer mag stappen met Marjan in Vallkenswaard. Dan word ik onder de tafel gezopen denk ik. Wat in het vat zit verzuurt niet zeg ik maar en ik hoop dat zij met de Soc. af en toe meeloopt. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Op de Vereeniging bruiste het weer geweldig, ik hoorde dat Henk nog natgespoten was door een jongen die van Albert 5 euri in z'n hand gedrukt kreeg om Henkie even te dopen (geweldig) en wat ook leuk was, was de anecdote van Henk over de Bevelhebber der Landstrijdkrachten (BLS) luitenant-generaal Marcel Urlings. Henk sprak hem aan op het nieuwe uniform en zei tegen de BLS dat hij een mooi uniform droeg en Henk had nog een boodschap voor de hoogste baas van de KL.

Op het nieuwe uniform draagt eenieder een groene baret, behalve KCT (groene baret), luchtmobiel (rode baret), Nederlands-Duits Legerkorps (donkerblauwe baret) en de Artillerie (kwartiermuts). Is het niet mogelijk de groene KL-baret alleen te dragen bij het DT, en op het gevechtstenue de Bruine Baret wederom te gaan dragen? De BLS wilde reageren, maar Henk snoerde hem op gepaste manier de mond en zei "Daar moet u eerst even rustig over nadenken en zich beraden. Maar nu een biertje." en Henk en de BLS schudden elkaar de hand.



Aan het eind nog even afgepilsd met Marjan en haar vriendin. Ik ben wel even wezen doorzakken. Jan werd door zijn beide prachtige dochters afgehaald, kon ook lekker drinken, want hij werd nu door zijn schatten van dochters naar huis gebracht. De dag daarna ging Jan met zijn vrouw richting de bergen van Oostenrijk. Jan je bent een goeie vent, we houden van je. Fred en ik bleven nog even in de stad, namen afscheid van Marjan en vriendin.

Fred en ik gingen met de Liemense dames Anita en Elvira naar de Turk, een broodje kebab eten. Vervolgens ging ieder zijns weegs. Fred en ik wilden eerst een bus pakken, maar we dachten "We pakken gewoon een taxi terug naar de Veldschuur", nog een pilsje gepakt, wat gedanst in de bar en daar de nacht nog doorgebracht - zaterdagmorgen vroeg vertrokken, huiswaarts.

Ik kreeg van die Britse oud-militair nog een jackje gemaakt van parachute-stof, hij had het dubbel. Volgend jaar neem ik voor hem iets leuks mee.

Het was een geweldige week die voorbij vloog. Ik kijk nu al uit naar volgend jaar.



Back