Tijden met Martin de Smit - deel 2
Door Chielie Maandag 24 april 1995 Martin duikt, als ik in zijn huis aan het werk ben, op als hij nog een kwartier te gaan heeft tot een afspraak in Amstelveen, met Gijs ten Kate van FHV/BBDO. Vraagt of hij declarabel een taxi mag bellen. Ik stem toe, maar teken bezwaar aan. Dinsdag 25 april 1995 Martin gaat op tijd weg voor een afspraak met Keja Donia. Ik blijf achter in zijn huis, werkende. Er wordt aangebeld, en twee engelse heren komen binnen. Ik wijs ze stoelen en koffie, in de veronderstelling dat ze vrienden van Martin zijn, en ga door met HTML-len. De bezoekers-teller van Martin's home page staat op 446, overigens. Martin belt mij op en vraagt wat ik op de visitekaartjes wil hebben. Ik stel hem voor als bedrijfsadres dat van Didi op te geven, zijn nummer als telefoonnummer en mijn nummer als faxnummer. Martin zegt, na overleg op de achtergrond: "Check" en hangt op. Groot is mijn verbazing als de ene engelse heer de andere, een half uur later, 'Greg' noemt. Lawson? Ik verander van tactiek, laat ze de bedrijfsdemonstratie zien en beantwoord hun vragen tot Martin binnen komt. Martin laat ze de Future Crew-demo zien en neemt afscheid, omdat we te laat komen voor de volgende afspraak, het testen van apparatuur in het Randstad-pand. Martin legt mij uit dat we wel een taxi moeten bestellen. Ik stem toe, maar vertel hem luid en duidelijk dat het uitlopen van de afspraak bij Keja Donia door mij niet aanvaard wordt als excuus voor een gemiste metrorit. Het testen loopt uit. Martin onderhoudt vier blonde dames van Randstad en vier heren van de PTT. Hij laat ze de Future Crew-demo zien nadat hij de bedrijfspagina's heeft laten langsrollen. Aan een stuk. In de tussentijd heeft Martin langdurig, op twee telefoontoestellen, contact met Gijs ten Kate van FHV/BBDO, en Willem Bloem van the Flowerhouse. Martin verzoekt om een analoge telefoonlijn voor zijn Internet-aansluiting (de technicus legt hem uit er geen te hebben). Martin legt een wat verwarde PTT-er uit hoe hij de boxen van Martin moet gebruiken voor het aansturen van de Bose-speakers aan de muur. Het wordt vijf uur. Martin suggereert een taxi voor de terugrit. Ik vertel hem dat we met de metro gaan, en leidt de weg naar buiten. We lopen met zijn computer (ik met harde schijf, boxen en keyboard, hij met monitor en koffer) naar de bushalte, stappen over op de metro en uit bij Adrianus. Adrianus wijst ons tot half acht de deur. Wij gaan een hapje eten in Agora, nadat Martin mij verteld heeft dat hij, eerder die middag, bij de bank zijn persoonlijk krediet met vijfhonderd gulden heeft verhoogd en daarom te laat was. Hij stopt mij vijftig gulden toe, voor het eten. In Agora spreek ik met Martin af dat hij naar huis zal gaan, de flop met het logo zal pakken en naar Adrianus zal rijden, alwaar ik intussen zal HTML-len. Adrianus blijkt zijn kamer op slot gedaan en gelaten te hebben. Ik wacht twee uur op Martin. Onderwijl bel ik hem regelmatig. Martin is in gesprek. Als hij tegen half tien opneemt, zegt hij: 'Ik heb even wat mensen geregeld en dacht dat je toch wel kon werken, dus eh.. Maar ik heb om half zes afgesproken met Willem, in Haarlem.' Ik leg Martin uit dat ik al twee uur, beurtelings op het balkon en aan de telefoon, op hem sta te wachten, en spreek met 'm af dat hij eerst naar me toekomt met de flop, en na het bezoek aan Willem zal terugkeren met mijn sleutels en o.a. het correspondentie-archief uit mijn huis, dat immers ook in Haarlem staat. Om kwart over tien arriveert Martin met de flop op de Weesperstraat. Hij verzekert mij alles onder controle te hebben, overhandigt mij een paar nieuwe visitekaartjes en gaat om tien voor half elf weg, zeggende: 'Ik bel vanaf het station Willem wel even'. Ik maak hem in de tussentijd duidelijk dat zijn strategie van te laat komen mijn fiducie ontbeert, en wacht op Adrianus. Op de visitekaartjes staan zowel het fax-nummer als het adres van Martin. Ik bel mijn vriendin. De telefoon gaat en het blijkt voor mij te zijn. Didi. Ik vertel hem van mijn avonturen met Martin. Didi raadt me aan ze op te schrijven, en waarschuwt me wel nog te gaan slapen. De telefoon gaat en het blijkt voor mij te zijn. Martin. Dat ik rustig moet gaan slapen, want ik heb ook een paar uurtjes slaap nodig. Bij Willem ging alles perfect, die heeft het voor niets gedaan. Martin blijft bij zijn moeder in Santpoort-Zuid slapen. Hij belooft me dat hij morgen om negen uur een tasje met mijn spulletjes en sleutels zal komen afleveren op de Weesperstraat, zonder me wakker te maken. Tien voor twaalf arriveert Adrianus. Hij vertelt mij dat de visitekaartjes dat niet, maar proefprintjes zijn. Woensdag 26 april 1995. Kwart voor zeven. Ik ga slapen, maar niet bij mijn vriendin. Martin heeft mijn sleutels. Acht uur. Adrianus vertrekt naar de faculteit, maar niet dan nadat hij de door mij op zijn machine bijgewerkte presentatie heeft overgezet op die van Martin. Half elf. Ik sta op en Martin belt. Hij is in mijn huis om het archief op te halen, en komt eraan. Ik zet, in de veronderstelling dat de presentatie nog overgezet moet worden, Adrianus' computer aan het inpakken en ga ontbijten. Half twaalf. Martin belt. Hij is bij Willem Bloem, om de tape op te halen. Willem vraagt me hoe-ie het moet aanleveren en zegt "Ik knal wel wat in elkaar". Martin vertelt me dat-ie nog even heeft geregeld dat er bij het Telecomcenter in Sloterdijk een autotelefoon op hem ligt te wachten, dus die moet hij nog even ophalen. Hij bekostigt 'm uit z'n eigen zak, 'voor de show'. Een uur. Adrianus belt bij Didi vandaan. Ik leg hem de situatie uit. Adrianus vertrekt naar Heiloo. Twee uur. Martin belt met zijn autotelefoon, verklaart dat de PTT hem veel te lang heeft laten wachten en dat hij eraan komt in een taxi. Of ik de computer vast beneden wil zetten. Tien over twee. Martin arriveert. Hij belt naar boven en zegt dat-ie beneden staat met een taxi, en of ik even beneden kom met de computer. Ik leg hem uit dat-ie me te lang heeft laten wachten en dat-ie het verder maar uitzoekt. Martin komt naar boven. Ik neem sleutels kleding en archief in ontvangst en wijs hem zijn computer, met toebehoren (snoeren, muis, monitor-standaard). Martin tracht wat bewoners van de Weesperstraat te charteren voor het tillen. Tom blijkt zo gek, en beneden helpt iemand anders hem. Kwart over twee. Martin rijdt weg, met computer, maar zonder toebehoren. Half drie. Ik bel Adrianus in Heiloo. Hij is er nog niet. Kwart voor drie. Adrianus belt vanuit Heiloo. Ik leg hem de situatie uit en vertel hem dat ik naar huis ga, om te slapen. Acht uur. Martin belt Adrianus, na door hem te zijn 'opgepiept'. Martin zegt dat het 'redelijk ging'. Hij heeft, in plaats van de geplande demonstratie, een kort praatje gehouden. Later vernemen wij van Ravi Notten, die met hem naar het congres ging, dat Martin, toen hij de verzamelde menigte directeuren vertelde dat het 'zo asociaal is om grote afbeeldingen over het Internet heen en weer te slepen', niet meer door het ontstane tumult heenkwam. Ravi vertelt ons verder dat Gijs ten Kate het optreden van Martin bestempelde als een 'enorme blunder' en vertrok zonder Martin verder te woord te staan. Donderdag 27 april 1995 Het is stil. Heel stil. Wij praten wat met Didi, over wat er gebeurd is; Martin zwijgt in alle toonaarden. Vrijdag 28 april 1995 Willem vertelt mij, tijdens een toevallig telefoongesprek, dat de stem op het antwoordapparaat-bandje hem vijfenzeventig gulden heeft gekost, en hij van zins is die, samen met zijn arbeidsloon, te verhalen op Martin de Smit. Ik geef hem mijn zegen. Zaterdag 29 april 1995 Het is koninginnedag, en er wordt navenant gefeest. Zondag 30 april 1995 Het zou vandaag koninginnedag zijn, maar dat ging niet door, omdat wij een calvinistische natie zijn. In plaats daarvan horen wij hedenochtend om 10:30 uur een vergadering te hebben met Martin de Smit, teneinde zijn handelingen van de afgelopen week te spiegelen aan de afspraken die wij de zondag tevoren met hem hebben gemaakt. Als ik, keurig op tijd, voor zijn deur sta, doet Martin niet open. Ik geef mijn laatste twee kwartjes uit in een hotel naast zijn huis, en bel Adrianus. Die vertelt mij dat Martin de vergadering de dag tevoren heeft afgebeld, omdat 'het koninginnedag is, de dag ervoor, en hij zijn slaap hard nodig heeft'. Ik vertrek naar Adrianus. Hij en ik vertrekken naar mijn huis in Haarlem, alwaar wij Didi ontmoeten en met hem vergaderen. Besloten wordt een stuk op te stellen, waarin wij verklaren niet meer met Martin te willen samenwerken, en dit hem aangetekend te doen toekomen. Aldus geschiedt. Maandag 1 mei 1995 Ik probeer Martin te bereiken teneinde een afspraak te maken voor een nieuwe bijeenkomst. Na vijf uur in-gesprek-toon krijg ik hem te pakken. Ik vertel hem dat ik hem een fax wil sturen. Hij belooft zijn fax aan te zetten. Ik probeer hem bovengenoemd document toe te zenden, maar faal: in-gesprek-toon. 15:00 uur. Ik ontvang een fax van Martin. Tekst: 'You'll be happy to know my expenses are right on track'. 16:00 uur. Ik breek door de in-gesprek-toon heen en sommeer Martin alsnog zijn fax aan te zetten. Zulks geschiedt, en ik fax hem voornoemd document, met de mededeling dat hij een door Didi, Adrianus en mijzelf ondertekend exemplaar per aangetekende post kan verwachten. Het wordt erg stil, bij Martin de Smit. Zondag 7 mei 1995 In vergadering met Didi en Adrianus leg ik hen een door mij opgesteld stuk voor, waarin wij afstand doen van onze aanspraken op Martin de Smit, en hij van de zijne jegens ons, wegens 'vergaande meningsverschillen omtrent de uitvoering van de werkzaamheden'. Met Martin wordt afgesproken de volgende dag, des avonds, te vergaderen in bar 'Helios', tegenover zijn huis. Maandag 8 mei 1995 Wij ontmoeten Martin in bar 'Helios', en leggen hem de, ter plekke door ons ondertekende, afstandsverklaring voor. Martin weigert die te ondertekenen, eist de verklaring eerst te mogen voorleggen aan een juridisch adviseur, en belooft de overeenkomst voor de opvolgende vrijdag ondertekend aan ons te doen toekomen. Martin probeert opnieuw door hem, nog voor het toetreden van Didi tot de onderneming, gemaakte onkosten bij ons te declareren. Opnieuw loopt hij tegen een veto van Adrianus en mijzelf op. Martin claimt opnieuw dat het mislukken van de demonstratie op het congres mijn schuld was. Ik ga hier, met 'Tijden met Martin de Smit' in de hand, tegenin. Didi onderbreekt het geharrewar, en sluit de vergadering. Vrijdag 12 mei 1995 Wij ontvangen geen post van Martin. Telefonisch waarschuw ik hem, uit naam van Didi, voor gerechtelijke consequenties dienaangaande. Martin zegt 'OK' en hangt op. Zondag 14 mei 1995 In vergadering te mijner huize ondertekenen Didi, Adrianus en ikzelf een door Didi opgemaakt document, waarin Martin de Smit op zijn contractuele aansprakelijkheid ten aanzien van de uitstaande schulden van de VOF wordt gewezen, en alsnog de mogelijkheid wordt geopend die verantwoordelijkheid te vermijden door ons de eerder aan hem voorgelegde verklaring alsnog ondertekend toe te zenden. Afgesproken wordt hem dit epistel de volgende dag aangetekend toe te zenden. Maandag 15 mei 1995 Hortense van Lennep, van Theunisse & Bouhof, belt naar Adrianus en vertelt hem en mij dat Martin de Smit haar uit naam van 'Creative Force' benaderd heeft. Hij vertelde haar dat wij de schuld van alles en ronduit onbetrouwbaar waren, en probeerde haar over te halen met hem in zee te gaan. Wij proberen uit te vinden of 'Creative Force' een bestaand bedrijf is, maar treffen niets aan. Wij bellen Martin. Hij vertelt ons van zins te zijn een juridische procedure tegen ons aan te spannen, teneinde door ons niet gehonoreerde declaraties alsnog te innen. Wij overleggen met Didi en adviesbureau Oort. Besloten wordt, vooralsnog, niet anders te reageren dan gepland, en eventuele juridische acties van de kant van Martin de Smit rustig af te wachten. Epiloog: die acties kwamen nooit meer. OGS leidde een bloeiend bestaan tot het bedrijf in 1996 uit elkaar knalde wegens ruzie tussen Didi en Adrianus, waarna het verkocht werd aan GlobalXS. |