Doorzoek deze site:
Wat zijn wij aan het doen?

15 augustus 2000



Vrijdagavond 11 augustus jongstleden om 21:00 ben ik aan dat begonnen waarvoor de MESA de voorbereiding was: de Dodentocht, 100 km ineens, van Bornem naar Bornem, in de provincie Antwerpen. 24 uur later, om 21:17, bereikte ik de eindstreep intact.

Daarmee kwam de zorgvuldige planning van mijn wandelcoach Henk van der Schelden tot volvoering en dat is niet alleen prettig voor hem, doch ook voor mij.

En ik moet zeggen: het is hem glansrijk gelukt om mij hiertoe op te trainen. Want ik had deze keer geen blaren, geen peesontstekingen, en geen gezwollen voeten (dat ik die bij de MESA wel had lag aan mij en niet aan hem, want ik had eerder voor betere schoenen moeten zorgen). En, veel belangrijker nog, ik heb de Dodentocht uitgelopen binnen de tijd.

Dat vind ik een aardige overwinning op mezelf, want 100 km ineens is niet niks voor een vitaminenhater met de conditie van een occulte nerd. Belangrijker deze keer was echter het groepsgebeuren. We liepen met z'n vieren: Johan van Dijk, Max, Henk en ik. Dat maakte het een heel ander soort gebeuren dan de MESA. Johan en Henk zijn allebei zeer ervaren lopers, Max en ik deden dit ongeintje voor de eerste keer.

Nou kan ik natuurlijk niet voor Max spreken, maar ik vermoed dat-ie mijn dankbaarheid jegens de heren van Dijk en van der Schelden deelt.

Max, overigens, was de held van dit verhaal. Johan kan nou wel zeggen dat ik "het netst gelopen heb van de hele groep", en daar heeft-ie natuurlijk gelijk in omdat zelfs hij en Henk de laatste 10 km voor mijn prachtig rechte rug, verende pas en vooruitgestoken borst onderdeden... ...maar ik had geen blaren.

Max wel.

Max had he-le er-ge bla-ren.

Henk heeft ze twee keer zitten behandelen. Dat was een feestelijk gezicht, omdat er herhaaldelijk vrolijke fonteintjes wondvocht uitkwamen, tot op de bril van Henk, om nog maar te zwijgen over de gebeeldhouwde harses van Max als die van pijn vertrokken is - een visueel buitengewoon indrukwekkend schouwspel van Gielgud-achtige proporties dat ik nooit meer vergeet. Maar wat een helse marteling voor die arme Max.

Op dat punt kwam overigens de effectiviteit van de door Johan en Henk neergelegde groepsstrategie aan het licht: wij stuurden Max na die behandelingen met een mobiele telefoon alleen vooruit, bleven zelf nog even zitten bij die rust, en liepen dan als bezemploeg door. Dat had twee effecten: wij liepen er klote van, want hoe langer je blijft zitten hoe stijver je wordt. Dat heeft ertoe geleid dat we over 1 stuk van 10 kilometer 3,5 uur gedaan hebben, op het heetst van de dag.

Maar Max zeg! Op Max had het een ongelooflijk effect. Die stond zichzelf slechts rusten van vijf minuten max toe, en liep de tocht als een grimmige duivel uit, puur op karakter en verrekkend van de helse pijn.

Dat vind ik nou heldendom waar de gemiddelde preventieve paracetamolslikker nog wat van kan leren. "Slechts door diepe ontberingen leert de mens zijn ware ik kennen" - Goethe, als ik het wel heb.

Max, proficiat. Ik ben diep onder de indruk, je hebt een geweldige prestatie geleverd. Dat meen ik oprecht.

Max kreeg trouwens daarvan ook de voordelen te verwerken, want mocht zich na aankomst langdurig laten vertroetelen door een lief verpleegstertje. Hartstikke leuk.

Ja, hartstikke leuk ja. Maar daarmee heb je dan meteen alles wat hartstikke leuk is aan de Dodentocht gehad, zeg. Ik loop dat kreng nooit meer. Wat een ongelooflijke KUT-tocht. Ik heb er een PESThekel aan Vlaanderen door gekregen, en het is dat de MESA mij al anders geleerd heeft, maar als dat niet zo was liep ik nooit meer en bewoog ik me de rest van mijn leven voort per vliegtuig en taxi.

En het spijt me echt dat ik dat zeggen moet. Want er WAREN voltallige Vlaamse families die de wandelaars onderweg belangeloos water en andere verfrissingen aanboden, toejuichten en een hart onder de riem staken, en op de laatste twee kilometer, op het stratencircuit van Bornem, STONDEN er inderdaad honderden, zo niet duizenden mensen te applaudisseren. En ik ben door de acties van die twee groepen mensen diep geroerd en ik ben ze erg dankbaar.

Maar ze vormen slechts twee procent van wat er langs de route staat. De rest zijn botte kankerleiers, die op hun stoeltje wandelaartje-kijken en je het gevoel geven dat je een circusdier bent. Okay, je bent leip als je die kuttocht loopt, maar als je keer op keer slechts dodelijke blikken krijgt in reactie op je opgestoken hand en vrolijk 'Goedendag', terwijl je zelf zwaar loopt te lijden - dan is dat niet koel. Dat is heel onkoel zelfs.

En dat zou nog niet eens zo erg zijn (want Goethe), als het niet ook nog eens zo was dat de provincie Antwerpen rond Bornem vast mooi is, ware het niet dat je dat door de afschuwelijke lelijkheid van de bebouwing niet meer kunt zien. Nog een geluk bij een ongeluk dat je grotendeels 's nachts loopt. Wat een depressieve Stalinistische teringbende zeg. Het enige fraaie stuk is de villawijk aan de rand van Bornem, vlak voor de finish, want dat lijkt op Bloemendaal, maar dat merk je tegen die tijd absoluut niet meer omdat je er helemaal doorheenzit, verrekt van de pijn en je kapot ergert aan het feit dat tussen die borden langs de weg met '4 km', '3 km', '2.5 km', '2 km' en '1 km' toch echt minstens 10 km zit.

En dat zou nog niet eens zo erg zijn als die ZOTTEN van de Kadee niet de ongelooflijke misdaad begingen om tijdens zo'n Dodentocht een open parcours te hanteren. Dat maak je echt nergens mee zeg. Voor de leken: dat betekent dat, terwijl je bijvoorbeeld (ik noem maar wat hoor) met zevenduizend man zwaar loopt af te zien op een smal landweggetje, bij 32 graden en verzengende zon, na 80 km lopen, gehuld in een stofwolk, iedere lulhannes met een tractor, automobiel, fiets of snorfiets het recht heeft om vlak achter jou te gaan rijden, heel hard te toeteren of bellen, en je geïrriteerd toe te voegen dat je op moet rotten omdat je een stomme loper bent en de weg verspert. Is dat erg? Ja, dat is heel erg. Dat is genoeg om acute moordneigingen van te krijgen, en hoewel ik enigszins last had van plaatsvervangende schaamte toen Henk op de laatste dijk om die reden een vrij brave fietsster verrotschold, begrijp en deel ik zijn sentiment vol-ko-men en mag ze blij zijn dat ik 'r niet zelf ter plekke omgebracht heb.

Tel daarbij dan ook nog eens op dat op de Dodentocht weinig vriendschappen ontstaan, omdat het geen meerdaagse tocht is en je mensen dus niet meer terugziet, dat iedereen per definitie sjacherijnig is omdat men bezig is een onmenselijke afstand te lopen, dat niettemin het gebrek aan manieren bij de rust (er wordt ouderwets en bot geduwd en voorgedrongen om bij het bekertje water te komen) stuitende vormen kent, en dat het er wemelt van zelfbedriegers die met een fiets lopen en daarop van controlepost naar controlepost rossen, en dan hoop ik dat u me begrijpt als ik zeg dat de Dodentocht in het NIET zinkt vergeleken bij de fan-tas-ti-sche ervaring die de MESA is, en dat ik alleen per se terugwil naar Bornem, volgend jaar, om na een dag zuipen op het terras van het Land van Bornem (een prima tent met goed eten en heerlijk bier) aan de meet te gaan staan met bloemen voor de wandelaars - Want Die Hebben Het WEL Verdiend.

Maar nou lieg ik trouwens wel een beetje. Want ik heb niet alles verteld wat leuk was aan de Dodentocht. Ik bedoel, ik ben nu drager van de doodskop, en dat is leuk. Daarnaast was er de humor in onze Societas Ambulationis Academica. Die strekte van de gelijkluidende uniformen die we droegen (we zien eruit als een neonazistische SA-relikwie, identiek bruinhemd en identieke khaki broek, met allemaal op dezelfde plek boven onze linkerborstzak de batons van onze wandelonderscheidingen - maar wij doen dat voor de grap en hebben er veel voordeel van omdat het gek genoeg respect blijkt af te dwingen bij omstanders, vooral als je in formatie loopt, dan gaan ze voor je opzij enzo), via het bekende gezang van Drs. van der Schelden (dit keer de DDR-hymne, tot ongelooflijke verbazing en geroerdheid van twee aanwezige Ossies) tot het geschifte religieus-pornografische cabaret dat Max en van der Schelden de godganse nacht en een groot deel van de ochtend opvoerden. Om nog maar te zwijgen over van Dijk. Die is zwijgzaam, urenlang, maar als-ie dan wat zegt, dan zegt-ie bijvoorbeeld, als ik uit kille bitterheid over mijn eigen stupide beslissing om dit te gaan doen Asterix citeer ("Teken toch bij zeiden ze, teken toch bij - was ik maar in Lutetia, waar mijn broer een viswinkel heeft"), in oprechte verbazing: "Heeft Maurits een viswinkel???". Om je GEK te lachen. Nog een: ik zit er zwaar doorheen van de verveling, dus ik zeg uit pure balorigheid tegen Johan "Zing jij het Horst Wessellied eens", en hij zegt: "Waarom? Ik zie nergens bejaarden."

Kortom: ik heb dit jaar als eerste vooraf dode debiel uit de geschiedenis de Dodentocht gelopen, met een overspelige pastoor, een latente neonazi en een onherstelbaar zot aftreksel van Satan, en ik heb ervan genoten. Maar dat lag niet aan de Dodentocht. Dat lag aan die drie gekken, voor wie ik mijn leven zou geven, omdat ze de beste metgezellen zijn die ik me tijdens zoiets belachelijks zou kunnen wensen. Heren, het was mij een enorme eer en GROOT ongenoegen. Morgen weer?

Oh. En dan moet ik mijn sponsor nog even bedanken. JobTrack voorzag mij vooraf van prima windjack en pet met opdruk. Het jack heeft me gered in de vroege ochtenduren, toen de kou toesloeg, de pet heeft grote diensten bewezen in de verzengende zon. Señores van Mierlo en van den Berg, mijn dank is onmetelijk - en helaas vast exploitabel. Hoe dronk u de koffie ook alweer, bijvoorbeeld?