Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
21 october 2000 Volgende op de jaarlijkse lintjesregen van de Wandelsoc Intermezzo: de jaarlijkse lintjesregen van de Wandelsoc Elk wandelseizoen levert wat medailles op. En die geven weer recht op het dragen van de bijbehorende batons. Dus reisden Schelden en ik onlangs naar de Rijkskanselarij der Nederlandsche Orden, de firma Van Wielik (Kneuterdijk 2b, 2514 EN, 's Gravenhage, tel. 070-3462196, fax 070-3617335). En een paar weken later kwamen die batons en wat andere zooi binnen en moest er dus gefeest worden. Schelden had voor de gelegenheid een zotte toespraak geschreven, en speldde iedereen z'n verdiende versierselen op. Gelukkig mochten de slachtoffers zelf ook speechen, dus Schelden was nog niet jarig. Niettemin een uiterst vermakelijk geheel, in de kelder van de Haarlemse Compagnie. Temeer daar we drie gasten mochten verwelkomen: drs. van Driel, Douglas Birtwhistle (wat een fan-tas-ti-sche naam) en Ellen Wabeke. Dat de laatste een dame is verhoogt de kwaliteit van het uiterlijk van de Wandelsoc. natuurlijk zeer. Maar bij alledrie deze nieuwelingen is het innerlijk van de Wandelsoc. nog veel meer gebaat, dat lijdt geen twijfel. Einde Intermezzo ging Schelden, stomdronken, op de vuist met Lee, de barkeeper in de Uiver. Die wilde hem namelijk geen laatste ronde meer schenken en deed dat subsequently natuurlijk wel met een nuchterder dame ernaast. Waarop Schelden hem aanvloog. Afijn, Johan en ik ertussen en met een wild om zich heen slaande en luid schreeuwende Schelden de buitenlucht in. Kijk, Schelden, je was nog helemaal niet vervelend toen Lee je drank weigerde. Maar als je hem op zijn smoel timmert geef je hem daar achteraf natuurlijk wel gelijk in. Geen goede actie. Het is dat ik mijn reputatie in de Uiver als van geen belang beschouw, maar als je me dit ooit in de Schuur flikt mep ik je met Huub naar Timboektoe (waar het overigens en geheel terzijde prima wandelen is, heb ik mij wel eens laten vertellen). Erger nog was dat bij thuiskomst mijn telefoon vermist bleek, en dat de volgende dagen bleef. De waarschijnlijkheid (want vlak daarvoor nog gesignaleerd) dat-ie tijdens het rumoer uit het hoesje aan mijn riem is gegleden, is buitengewoon groot. Maar dan heeft iemand in of vlak buiten de Uiver het kreng dus mee naar huis genomen. Ik ben derhalve in afwachting van een nieuwe en daarom slechts per e-mail of in den lijve bereikbaar. |
Eerdere afleveringen:
Back | Forward | Home | Mail | English |