Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
1 september 2001 Het is één jaar later en het leven is mooi. Was ik vorig jaar al redelijk tevreden toen ik het terrein van Sportpark Hartenstein opwandelde, vandaag was die tevredenheid dieper. Aan het eind van een seizoen waarin ik zowel Van Grens Tot Grens Over De Grens als Bern & Diekirch, de MESA en Nijmegen op mijn conto geschreven heb, is de jaarlijkse reünie van de Airborne een prettige afsluiter. Reünie, omdat je bij de Airborne veel mensen tegenkomt die je van de andere tochten kent. En prettig omdat Oosterbeek een mooie omgeving is om doorheen te lopen. Daar kwam bij dat dit jaar het eerste was waarin de organiserende Politie Sport Vereniging Renkum besloten had het aantal mogelijke afstanden uit te breiden met 1: 40 km. Dus waar vorig jaar de langste afstand nog 25 km was, en dat het voor lieden als de Wandelsoc. toch enigszins moeilijk maakte echt trots op dat vliegende paard te zijn, is de Airborne nu eindelijk een volwassen dingetje dat ons deugd doet. En zo kwamen wij al vroeg, rond half negen, bijeen op Hartenstein, als uit het niets. Albert van Geyningen, secretaris van de Stichting Wandelen Oud-Commando's, zoon Vandy, collega-ex-commando Mack, Ben Jeursen, Astrid van Loon, Marco, Henk en ik. De rest was afgevallen: Larisa moest werken, Rob van Driel was ziek, Lydia Smith was ziek, Jochem Prakke bleef thuis voor een 1-0 nederlaag van Oranje tegen de Ierse Republiek (die ik niet Louis maar de spelers verwijt, ik zeg het nog één keer: Pa-trick Klui-vert schiet al-tijd MIS), Max vertikte vanwege zijn ruzie met Schelden, en Patty Vlietstra wilde de 25 niet alleen doen, dus was in plaats van de Airborne een stukje rond Ede gaan lopen. Maar reuze lol dus. En niet alleen door het weer, dat enorm meeviel. Donkere wolken waren nimmer ver, maar geen spatje. En wel veel zon, soms zelfs brandend. Dat maakte het een prachtige tocht, omdat het parcours, dat over de Ginkelse Heide en door de bossen rond Oosterbeek loopt, ook zonder zon al heel fraai is. Maar zelfs als het pijpestelen geregend had, hadden we ons nog buitengemeen vermaakt. Dat kan ook moeilijk anders, met een groep van deze samenstelling: het zotheidsgehalte was groot. Van het bekende gebral van Schelden, via het constante gescheld van Mack op hem (Henk: "Ik vond die Mack aan het begin al niet leuk - maar nu wil ik hem nooit meer zien". Mack: "Hey lopend drama, ik heb NIEUWS voor je - ik hou van lopen dus je komt nooit meer van me af".), waarmee Mack zich een rotsvaste uitnodiging voor de Lintjesregen verwierf, langs Mack's goed gesprek met een hond, en langs het gefnuggel van Vandy (die alsmaar vergeefs probeerde om, net zoals vader Ab in een wat eerder stadium wel lukte, Mack's waterfles uit diens banaan te pikken), tot aan het puberaal gekloot van Ab (die dus die fles jatte, maar het daar niet bij liet - toen ik met Astrid, Mack en Vandy langs een maïsveld liep trok er plots, dieper in het veld, tussen de planten door, iets snuivends aan ons voorbij: dat bleek dus Ab te zijn, die, toen hij voor ons op het landweggetje opdook, dat moest bekopen met een kolven-bombardement van Mack en Vandy; mis, overigens, en ontaardend in een soort van homo-erotische stoeipartij tussen Mack en Vandy). Oh, en dan waren er nog Ben Jeursen, de man van 110, die de Ginkelse hei bestrooide met zijn Ben-kaartjes ('Ben gezellig', 'Ben bereikbaar', 'Ben koningsgezind', dat soort werk, op blauw, met bijbehorende pictogrammen-op-wit op de andere kant), "om ons scherp te houden", weer opgepikt door Ab en mijzelve, en voor Ben's bier neergegooid bij de daaropvolgende rust ("Ben VERVUILER!"), en Astrid, die bij terugkomst op het veld van Hartenstein vrolijke handstandjes ging doen op de giebelende Mack (en al doende mijn befaamd slechte hand-oog-coördinatie opvijzelde door mij plots een, succesvol door mij gevangen, leeg wijnglas toe te werpen), en het peloton politie-agenten dat, als extra couplet bij het vermaledijde 'She was the lady in red...', over mij "Verderop loopt een man... ...met een hele dikke jas an" zong, toen ik ze voorbij was gestapt. En Schelden, die zelfverklaard ziek was (wat een verhelderde zelfkennis, nietwaar?) en inderdaad ietwat grijzig instortte bij aankomst. Zodat ik hem een uurtje later, voorafgaand aan ons diner, moest oppikken in de EHBO-tent, waar-ie onder een dekentje gestopt was. Ach, heeft die EHBO ook eindelijk eens iets serieuzigs te doen, dat is het mooie aan het toevoegen van die veertiger hè. Niet dat het hielp: Schelden merkte niets van ons diner, want ging liggen ronken in Astrid's geleende auto. Dat kon, omdat-ie toch met 'r terugmoest. Hij had namelijk sneaky zijn sleutels bij haar laten liggen nadat-ie zich de dag ervoor middels bruut mobielgeweld haar logeerbed in had geluld. Heroïek was er door die veertiger trouwens ook op andere momenten. Zo moest Marco van Zijntergen constateren dat zijn onaantastbaarheid qua het uitblijven van wandel-aandoeningen in Nijmegen definitief naar het verleden gestampt was, want ook bij deze wandeling had-ie last, zij het (verrassend, maar zo zie je maar weer) in zijn àndere been, waarvan Astrid onder mijn keurend oog dus de knieschijf steunend ondertapete. Als gebruikelijk volbracht Marco de tocht natuurlijk met verbeten blik, maar zonder klagen. Proficiat, kerel. Kortom een geslaagde tocht. Vond zelfs Pieter Spaan (de reservist van de Limburgse Jagers, die op Hartenstein stond toen wij daar aankwamen), ondanks dat-ie die veertig absoluut niet zag zitten en dus de 25 gelopen had, en die verder hoogst ontstemd was dat wij hem niet eerder verteld hadden dat wij de Airborne liepen. Sja, dat zal dan komen doordat het onderwerp tijdens de MESA simpelweg niet ter sprake was gekomen - want al sinds wij als Sociëteit bestaan zijn wij altijd bij de Airborne hè ;-). Dus, waarde PSV Renkum, u ziet ons volgend jaar terug. En behoud, alstublieft, ook na volgend jaar, die veertiger, want hij bevalt. Zelfs ondanks de administratieve oneffenheden (bij de Start had men geen idee of ik bij schriftelijke voorinschrijving wel betaald had, terwijl het bedrag toch echt van mijn Girotel was afgeschreven, en als je schriftelijk had vooringeschreven moest je, in plaats van dat je sneller weg was, eerst in de rij staan bij het normale 40 km-loket om uit te vinden dat je terug moest naar 'Inlichtingen' - maar dit was dus de eerste keer en ach, ik kreeg mijn startbewijzen keurig) heeft de organisatie hier wat mij betreft een goede zet gedaan. Door de langere afstand is de mars ook voor geoefende lopers weer een uitdaging, en het parcours is uitgebreid met een prachtig, grotendeels onverhard stuk door bos en over de hei. In dat stuk ligt de militaire begraafplaats, waar ik tot mijn vreugd een prachtige plaquette ontdekte die wat mij betreft geheel de geest van dit soort marsen weergeeft door, namens Britse en Poolse veteranen, een opdracht te zijn aan de jeugd-uit-de-omgeving die ieder jaar bloemen legt op de graven van hun gesneuvelde kameraden. Verder brachten wij hier een bezoek aan het graf van de eerste in de strijd gesneuvelde Nederlandse commando, August Bakhuis Roozeboom, lid van No. 2 (Dutch) troop - historiek die Ab ons bijbracht: van die 'troops' waren er meer binnen de door Churchill ingestelde internationale commando-brigade, No. 10 (Interallied) Commando, waaronder een Duits/Oostenrijkse, die dus tegen(!) de Duitsers vocht. En buiten die begraafplaats ligt in dit stuk van het parcours ook een buitengemeen pittoreske rust met comfortabele rieten stoelen en heerlijke schone jonkvrouwen (die echter wel nog beter moeten leren biertappen, dus daar ligt een fraaie taak voor Jochem Prakke). Bovendien kruiste het toegevoegde stuk parcours de route van Etappe 2 van Van Grens Tot Grens Over De Grens, in Renkum, bij het punt waar wij langs papierfabriek Parenco liepen: een trots moment van weerzien dus. Nee, het enige dat tegenviel aan die veertig was dat er nog wat weinig mensen deelnamen, waardoor het best een verademing was om de kinderwagens en CaptainJack-zangers (waaronder, uiteraard, minimaal twee Blarentrappers) van de 25 weer tegen het lijf te lopen. Dat ik het nog eens prettig zou vinden. Laten we hopen dat dat volgend jaar goedkomt: dit is een oproep. Want dat wij op datzelfde punt ook een dame tegenkwamen die bitchete dat "je helemaal gek bent als je de Airborne loopt" (welnee trut, als je dat doet heb je historisch besef en het lef om je eigen grenzen te verkennen en zie je nog eens wat van de natuur in je eigen land terwijl je sportief bezig bent), doet natuurlijk niets af aan dat geheel: in iedere menigte lopen sukkels. De veertig van de Airborne is een aanrader. Mijn prosit heren, dame, keurig gewandeld. Oosterbeek is ons. Van Wielik (Kneuterdijk 2b, 2514 EN, 's Gravenhage, tel. 070-3462196, fax 070-3617335) wacht. |