Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
3 november 2002 Van Top tot Teen door Nederland heen: Waddendijk-Schiermonnikoog (apocrief) Eindelijk was het dan tijd voor etappe 1 van 'Van Top tot Teen door Nederland heen': Schiermonnikoog - Kloosterburen. Althans, dat hoopten wij. Althans, dat geloofden wij. Althans, wij dachten er rotsvast van overtuigd te zijn dat het dat ging worden. Dag 1 ![]() ![]() En zelfs zijn ongelooflijk lichaam paste naadloos in zo'n pak ("Hoe vind je het, Chielie?" "Het is eh... ...groot."). Dus taaide hij tevreden af, naar Utrecht en alweer een nachtdienst-voor-de-Securicor, met al die pakken, en zetten de Gisser, van der Schelden en ik het op een lopen richting Zeedijk. Dat had nog wat voeten in de aarde, omdat wij in eerste instantie bij de verkeerde tramhalte stonden (waar dan overigens weer wel twee alleraardigste jonge Françaises bivakkeerden), maar uiteindelijk arriveerden wij probleemloos in Nam Kee, om daar de maaltijd te gebruiken. Nou ja, om daar de maaltijd te bestellen. Nou ja, om daar ernstige ruzie te krijgen over die bestelling. Want Schelden had mij uitgelegd dat ie Sia Tjieuw wilde eten, "met rijst", maar was vervolgens schielijk naar het closet verhuisd, vlak voor de minzaam glimlachende Chinees verscheen om de bestelling op te nemen. Toen die dus zei: "Sia Tjieuw, bedoelt u, met witte lijs?" splak ik "ja psies". PSIIIEEEEEEEESSSSSSSSSS. Nou nee dus. Wist ik veel dat Schelden die witte lijs apalt bliefte, in kommetsje. Schelden wist dat natuurlijk wel, dus ontstak hij in kille razernij, en smeet hij zijn zojuist ter Oudemanhuispoort aangeschaft kinderliedeboek pardoes tegen nietsvermoedende tandenstokers en argeloos sambalpotje. Daar! Hadden de dames rechts van ons, druk doende met de Oesters van Nam Kee, geen terug van. Het was maar goed dat Schelden daarna weer rustig werd, van de jasmijnthee. ![]() Dag 2 De volgende ochtend, om acht uur, scheurde Mike Smith in zijn blauwe autootje mijn binnenplaats op. Langs Alkmaar, waar Jochem's dochterlief Lanca het op een visueel verheffend wagenziek kotsen zette, en wij dus een korte afveegstop inlasten, ging het door ijzig waaiweer naar het noorden, en over de Afsluitdijk naar het Groningse. Omdat Schelden vertraging had, bleken wij een uur te vroeg in Leens te staan. En op zoek gaan naar een open horeca-etablissement, om kerktijd op zondagochtend in Groningse dorpen als Leens, dat is een futiele exercitie. Dus daarom maar 18 km. teruggereden, naar Lauwersoog, waar in het Grand Café fijnwarme koffie en gezelligheid ons deel werd. Een uur later waren wij terug in Leens, en maakten wij kennis met onze wadloopgids: Kwant, Lammert Kwant. Ik had mij hem anders voorgesteld, gemeten aan een artikel uit de Volkskrant van augustus j.l., over een tocht langs de tuinen van Teding (een in 1870 aangelegde dam tussen Dongeradeel en Ameland had, middels dwars-uitsteeksels, moeten zorgen voor betere beslibbing van het zanderig Wad ertussen, opdat laat in de twintigste eeuw dat stuk Wad had kunnen worden ingepolderd als vruchtbare landbouwgrond - maar het Wad maakte gehakt van de dam, er beslibte niets en de tuinen van jonker Teding van Berkhout kwamen er nooit): als een norse, forse, boomlange vent met een baard en een vale zuidwester. Niets bleek minder waar: Lammert Kwant is een goedgemutst, baardloos mager man, die nog het meest doet denken aan Freek de Jonge, in diens allerbeste jaren. ![]() ![]() Lammert bleef het niettemin somber inzien. "Ik hoop dat jullie een beetje sportieve lui zijn. Je moet er niet zo'n korte dikke bij hebben zitten, die alsmaar achteraan hangt en de boel ophoudt." Ik prees ons gelukkig dat wij geoefende lange afstands-wandelaars zijn; en dat Bert van Prijzen, die ochtend, toen hij tijdens een proefwandeling met zijn Hilda keiharde regen horizontaal in zijn smoel gelazerd kreeg (Bert heeft dat wel vaker, met die smoel, in Niftrik bijten er paarden in), door haar een verbod had opgelegd gekregen om mee te gaan. Arme Bert, overigens. Later die dag zou blijken dat hij van arremoeie in zijn eentje over Schiermonnikoog was gaan dwalen, in zijn duikpak, om toch nog een idee te hebben van de gemiste ervaring. Wat een held, wat een manier om Eerste Vriend van de Wandelsoc. te zijn. Gelukkig arriveerden Schelden, de Gisser, Neumann en van Geyningen alsnog op tijd. Vloekend, steunend en kreunend hesen zij zich, in de ijzige kilte, in hun pakken. Omdat Lydia er inmiddels in Mike's auto vandoor was gegaan met Lanca, om de dag door te brengen bij de vrienden van Jochem in Eext die eerder zo vriendelijk onze eikehouten fauteuil tijdelijk opsloegen, ging het vervolgens in twee auto's, de krakkemikkige Citroën van Neumann, en de sturdy Volvo van Lammert, naar de Waddendijk. ![]() Maar toen we na het verlaten van de kwelder het ware wad bestegen, en bleek dat het ook daar zwaar zwoegen door zompige modderlagen was, begonnen Lammert's waarschuwingen voor oververhitting in de duikpakken een steeds realistischer karakter te krijgen. Stompzinnig koppig als ik, als Ram, nu eenmaal ben, leidde dat ertoe dat ik mijn duikpak half uittrok terwijl ik mijn rugzak en jas tussen mijn tanden droeg, om ze niet nat te laten worden, en trachtte de Gisser weg te slaan, die alsmaar probeerde te helpen bij het uittrekken van het weerbarstig terugzuigend pak. De rest hield het op dit punt wat langer vol dan ik, maar dat was logisch, omdat ik degene met de camera was en dus herhaaldelijk vooruit rende om foto's te nemen van het aanlopend rapalje. Het wad blijft, ook bij grote heiigheid zoals op dat moment, en stormschade (veroorzaakt tijdens die enorme storm van 27 october j.l., de zwaarste sinds 1990) zoals Lammert die constateerde aan de mosselbanken die wij passeerden, een fotogenieke omgeving. Temeer daar vandaag de waterstand ongewoon laag was, volgens Lammert. Doorgaans, vertelde hij, liep men op dit punt tot aan de knieën door het water. ![]() ![]() ![]() Wat prettige gesprekken later, over onder andere Lammert's baan als lid van WAR, de zo toepasselijk afgekorte Wadden Advies Raad en over parachutespringen (ik was inmiddels zo moe dat ik me er niet meer voor schaamde wat exit-sprongen te oefenen, onder het wadlopen), arriveerden wij voor de kust van Schier, ter hoogte van het oude peilbaken (een soort van houten pyramide die als oriëntatiepunt voor wadlopers en zeelui dient; Lammert legde uit dat er langs de Wadden-eilanden overal van dat soort dingen staan, gemarkeerd op zeekaarten, en dat om ze uit elkaar te kunnen houden er geen een zo uitziet als de andere). Voor ons lag de veerdam, onder een adembenemende zonsondergang, waartegen de silhouetten van de ouderwetse hotelbussen, op weg van veer naar dorp, prachtig afstaken. Tijd voor een zwaarbevochten groepsfoto-in-duikpak (vooral Prakke lag weer eens stombottig dwars), waar Lammert helaas niet op kon staan, omdat-ie 'm moest nemen. Daarna kleedden we ons om, op de dijk, terwijl de kou onmiddellijk weer toesloeg. Dat was vooral voor mij naar, omdat ik mijn schoenen in de auto bij Lydia had laten liggen, en dus op natte sokken moest rondlopen. ![]() Geen wonder daarom, dat Lammert hoogst verbaasd kon zijn toen wij ons uiterst beschaafd bleven gedragen terwijl een aanwezige oudere, kalende man, duidelijk daar voor zijn rust (hij rookte pijp en las literatuur, zijn eega deed in stilte de boekhouding, en beiden zaten zij in de comfortabele rood pluche en houten fauteuils in de lounge achter de overvolle gelagkamer), ons vroeg of hij "ons misschien mocht verzoeken wat stiller te zijn hier - in de ruimte hiernaast kunt u zoveel lawaai maken als u wilt". Ik zei zelfs "Natuurlijk mag u dat.", en Schelden temperde het volume van zijn dankspeech richting Kwant, Lammert Kwant (want het was vanzelfsprekend dat waar de man last van had) beduidend. ![]() "Hee, daar heb je die Belg!" En verdomd, daar was dan toch nog Bert, met Hilda. Een heerlijk weerzien, dat met zotte anecdotes en koffie bezegeld werd op die prachtige boot, tijdens de terugvaart. Eenmaal aan de andere kant nam de zotheid hand over hand toe. Want daar, in Lauwersoog, ontspon zich een onzalig gestechel over het wolf-, kool- en geitspel richting Leens. En uiteraard was Schelden de enige die vond wat hij vond, namelijk dat iedereen zich in twee daarvoor veel te kleine auto's moest proppen, zodat Leens niet weer zou moeten hoeven worden aangedaan. Dat leidde tot een volprachtige bloedspuwing zijnerzijds, want op het moment dat de bus waarin Prakke en Neumann inmiddels zaten, naar Leens vertrok, besloot Schelden dat het toch echt allemaal anders moest, rende hij er luid krijsend ("HEI!!!") heen en begon hij er, op en neer springend, op te beuken, driftig gebarend en schreeuwende: "NEU-MANN MOET UIT DE BUS!!! NEU-MANN MOET UIT DE BUS!!!!!!" De bus reed dus weg, met Neumann en Prakke, minzaam zwaaiend naar Schelden, erin. Ik heb Bert's grijns zelden zo breed gezien, en ook de mijne sprak boekdelen. Lammert en Hilda, echter, waren verbijsterd. Ja, lieve mensen, dat is nou de Wandelsoc.. Terug op die parkeerplaats bij Drukkerij De Marne bleven de Prakkes, Mike, Henk, Raymond en ik daar een twintigtal minuten wachten, terwijl de anderen met de Rover naar de Waddendijk trokken, om daar de auto's van Lammert en Marco op te halen, waarop Bert en Hilda naar het zuiden reden, met van Geyningen als bagage. Schelden begon, intussen in Leens, met wat nazeiken over de gang van zaken, maar ik smoorde dat in de kiem door hem uit te leggen dat niet iedereen mensen zo graag zo dicht bij elkaar brengt als hij, en zijn plan ons in twee daarvoor te kleine auto's te proppen daarom een onzalig was. Passend verherverstouwd reden wij daarna, via Ezinge, Lammert's woonplaats, over B-wegen naar Garnwerd (Kwant bleef gidsen, in zijn kranige Volvo), waar wij, net als in februari, volgaarne in de gelagkamer van Bondshotel Hammingh de maaltijd zouden hebben gebruikt. Helaas, dat mocht niet zijn, want Hammingh was versloten. Wij namen daarom hier afscheid van onze onvolprezen gids, onder uitvoerige dankzegging en de afspraak dit ding te herhalen, maar dan op de juiste manier: van noord naar zuid, van de top van Schiermonnikoog tot aan de parkeerplaats bij Kloosterburen, opdat 'Van Top tot Teen door Nederland heen' zijn volledig beslag kan krijgen. Daarna ging het met de twee overgebleven auto's richting westen. Wij raakten elkaar al voor de Afsluitdijk kwijt maar bleken later allemaal gedineerd te hebben bij de McDonald's: Marco, Henk en Raymond in Drachten, alvorens over de Afsluitdijk door te rijden naar Amsterdam, Jochem, Lydia, Lanca, Mike en ik in Lelystad, voordat we over Almere terugkeerden naar Haarlem. Zo moeten we elkaars route ter hoogte van Haarlem weer gekruist hebben. Met de Wandelsoc. is het leven altijd opmerkelijk, wil dat maar zeggen. ![]() Mijn prosit heren, keurig gewandeld. Schiermonnikoog wacht. |