Doorzoek deze site:
Wat zijn wij aan het doen?

17 december 2008

Aan het deelnemen aan Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Er is ontluisterends: ik heb welgeteld 41 fouten (dit gelet op het feit dat 'Onze-Lieve-Vrouwenkerk' niet alleen hoofdletters, doch ook streepjes bevat).

Gelukzaligheidsdronken tongen beweren dat de kleine 'o' in 'oostakkerse' en alle te maken fouten in 'Chaucer' niet fout gerekend werden, zodat ik 40, en de Dictee-tor 5 fouten zou hebben, maar omdat ik dat niet met eigen oren en ogen heb waargenomen ga ik ervan uit dat daarvan niets klopt.

Hartenpijn.

Nadat ik jarenlang zielenknijpers had geconsulteerd voor een aandoening die in negentiende-eeuwse tractaten als 'spleen' wordt omschreven, besloot ik mijn heil niet langer in anti-depressiva te zoeken.

Ik zocht een Mariaheiligdom waar ook steilorige vroeg-eenentwintigste-eeuwse niet-gelovigen zich konden neervleien om de genezing af te smeken van levercirrose, ontstoken bronchiën, x-benen of een acuut accrès van genitale wratten.

Op advies van Chaucer, Groot-Brittannië's meest gelauwerde laat-middeleeuwse dichter, plande ik mijn pelgrimstocht in april, de uitgelezen maand om naar een bedevaartsoord te trekken, of dat nu ligt in Mediterraan of Saharaans gebied.

Als fan van Hugo Claus' oostakkerse gedichten lokte mij het Oost-Vlaamse Oostakker met zijn neo-gothische Onzelievevrouwekerk, al spelen de pennevruchten van onze betreurde bard veelal in een Rabelais-achtig Sodom en Gomorra.

Ik hing een schapulier-medaille om, speldde wat blingbling op mijn révèrs, leerde het Onze Vader uit mijn hoofd, boekte overnachtingen in een x-aantal low-budget kloosters en sloot me aan bij een kolonne ultradevote adellijke pelgrims.

Hoewel ik me had voorgenomen alleen bij het ecclesiastische en eschatologische stil te staan, bezweek ik voor de séduisante elixers, de eau-de-carmes en de Geuzen-lambiek die Rooms-Katholieke monniken 's avonds serveerden.

Overdag bestreed ik gênante katers en werd mijn queeste nu ook door een pernicieuze zondenlast bezwaard, zodat ik, rozenhoedjes mompelend, voortsjokte naar mijn eindbestemming, die als een Eldorado almaar elusiever werd.

Kon een jozefshuwelijk me verlichten, wilde ik weten van een getonsureerde benedictijner abt, waarop hij me in zijn gebronsde armen sloot en mijn larmoyante weltschmerz Godzijdank eindelijk voorgoed vervlood.


Ik had er dus 41. Daarmee ben ik (die vorig jaar niet meedeed wegens Bestuursvergadering van de Wandelsoc., en het jaar daarvoor 35 veel stommere fouten maakte) beter dan de te Den Haag aanwezige prominenten, dus dat stemt mij tevreden, al is 'neervleien' natuurlijk een dom gotspe.

De Dictee-tor (Bill van Beusichem, tevens mijn belastingadviseur) had er dus daarentegen slechts 6! Dat toont het deficiet van de selectiecriteria (denkelijk bepaald door verwachte videogeniciteit, van een boekhouder van over de zestig) in het Haagse aan: de man zou dit Groot Nationaal Dictee namelijk domweg GEWONNEN hebben, omdat de winnaar 8 fouten had.

Niet dat dat fijn of vermeldenswaard geweest zou zijn. Want dit Dictee was Een Kut. Hemmerechts is een kromschrijfster van het ergste soort, dat dictees om de gewenste woorden heenschrijft. Dat moet je nooit doen. Wat je moet doen is een goed verhaal schrijven en dan bezien hoe je dat dicteetologisch interessant kunt maken. Zoals in het, helaas nog steeds, onovertroffen Groot Nationaal Dictee van 2003, 'De hittegolf': een Stuk van Grote Schoonheid, dat mij tot tranen roert.

Intussen kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat wat deze Hemmerechts nodig heeft geen jozefshuwelijk is, maar een stevige beurt. Alstublieft, niet van mij.

Oh. En. Voor Adrianussen-die-zich-afvragen-waar-toch-dat-mooie-handschrift-van-mij-gebleven-is-in-deze-digitale-tijd: hier is het.



Eerdere afleveringen:
16.12.2008
15.12.2008
11.12.2008
08.12.2008
01.12.2008
november 2008
october 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998



Back | Forward | Home | Mail