Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
17 december 2008 Aan het deelnemen aan Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Er is ontluisterends: ik heb welgeteld 41 fouten (dit gelet op het feit dat 'Onze-Lieve-Vrouwenkerk' niet alleen hoofdletters, doch ook streepjes bevat). Gelukzaligheidsdronken tongen beweren dat de kleine 'o' in 'oostakkerse' en alle te maken fouten in 'Chaucer' niet fout gerekend werden, zodat ik 40, en de Dictee-tor 5 fouten zou hebben, maar omdat ik dat niet met eigen oren en ogen heb waargenomen ga ik ervan uit dat daarvan niets klopt.
Ik had er dus 41. Daarmee ben ik (die vorig jaar niet meedeed wegens Bestuursvergadering van de Wandelsoc., en het jaar daarvoor 35 veel stommere fouten maakte) beter dan de te Den Haag aanwezige prominenten, dus dat stemt mij tevreden, al is 'neervleien' natuurlijk een dom gotspe. De Dictee-tor (Bill van Beusichem, tevens mijn belastingadviseur) had er dus daarentegen slechts 6! Dat toont het deficiet van de selectiecriteria (denkelijk bepaald door verwachte videogeniciteit, van een boekhouder van over de zestig) in het Haagse aan: de man zou dit Groot Nationaal Dictee namelijk domweg GEWONNEN hebben, omdat de winnaar 8 fouten had. Niet dat dat fijn of vermeldenswaard geweest zou zijn. Want dit Dictee was Een Kut. Hemmerechts is een kromschrijfster van het ergste soort, dat dictees om de gewenste woorden heenschrijft. Dat moet je nooit doen. Wat je moet doen is een goed verhaal schrijven en dan bezien hoe je dat dicteetologisch interessant kunt maken. Zoals in het, helaas nog steeds, onovertroffen Groot Nationaal Dictee van 2003, 'De hittegolf': een Stuk van Grote Schoonheid, dat mij tot tranen roert. Intussen kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat wat deze Hemmerechts nodig heeft geen jozefshuwelijk is, maar een stevige beurt. Alstublieft, niet van mij. Oh. En. Voor Adrianussen-die-zich-afvragen-waar-toch-dat-mooie-handschrift-van-mij-gebleven-is-in-deze-digitale-tijd: hier is het. |