Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
23 juli 2011 95ste Nijmeegse Vierdaagse Ik vond er niets meer aan. Mijn tiende 4Daagse was een zware. Niet de zwaarste. Maar waar de Marsleiding, na afloop in haar nieuwsbrief getiteld 'Nieuwsbrief 4', d.d. 3-8-2011, 20:00, schrijft: "De 95ste Vierdaagse gaat de boeken in als een van de meest ontspannen ooit. Alles zat de wandelaars en de organisatie van het evenement mee. Incidenten bleven uit. Het weer was, afgezien van wat kleine buitjes, uitstekend. Maar liefst 38.422 wandelaars hebben de 95ste Vierdaagse uitgelopen. De vierde en laatste dag van deze editie telde slechts 174 uitvallers." kan ik het met de eerste twee zinnen, en de vierde, daarvan, geenszins eens zijn. Waar ik in 2008 al constateerde dat ik ergens niet tegen kon, en toen dacht dat dat Hoge Hum is, weet ik sinds de laatste MESA beter: het is niet Hoge Hum, maar Hoge Druk, waar ik niet tegen kan. En die was er, deze 4Daagse. Het zat constant tegen onweer aan. Niet met hoge temperaturen, niet met zware neerslag, maar constant tegen onweer. Het merendeel van de wandelaars had dus inderdaad geen moeite: maar ik had constant dat flauwvalgevoel. Ik kan u melden dat dat zuigt. Maar dat was niet waarom ik er niks aan vond. Ik vond er niks aan omdat ik het wel gehad heb, met die 4Daagse. Na 10 jaar ken ik elke meter. Weet ik waar ik ben, waar ik heenga en hoe ik daar moet komen. De straatstenen kennen me. Ze praten terug. Ze vinden me allemaal geschift. En IK vind dat ze gelijk hebben. Zo voelt het. Wat wel leuk is, waarom ik het toch doe? De mensen. Ted, Bert, Hilda, mijn vader (die op zijn 73ste voor de 2de x de 50km liep en daarmee zijn 4de 4Daagse voltooide), Jochem en mijn moeder bezorgden mij een prachtige Vierdaagse. En Vandy. Die zat langs de weg bij de Haak. Helemaal aan het eind, van de Haak. Zeer In De Haak. Mooi man. Daar doe je het voor. Of voor Dick, die er bijna niet meer was geweest maar nu toch weer wandelde. Of voor Jan van Vulpen. Jan is de man die 38.422 mensen nooit meer zullen vergeten. Er werden zelfs liedjes over gemaakt. Van die vraag-en-antwoord-liedjes, die soldaten meestal zingen. "Hey-ho, Captain Jack" "Hey-ho, Captain Jack". Dat. Werd nu: "Bomen zagen, bomen snoeien?" "Jan! Van Vul-pen!" "Bomen snoeien, bomen zagen?" "Jan! Van Vul-pen!". Dat is namelijk wat Jan doet. Hij is Boomzager. En hij had, 4 wandeldagen lang, lantaarnpalen voorzien van grote gele borden, met in rode en groene letters reclame erop. En lantaarnpalen en bomen van grote gele stickers, met in rode en groene letters reclame erop. En op het parcours deelde hij zelf grote gele visitekaarten uit, met in rode en groene letters reclame erop. De eerste dag haatte iedereen hem. De tweede begon men om hem te lachen. De derde dwong hij bewondering af. En de vierde hield iedereen van deze Jan. Nu heeft-ie fans. Het leidde bovendien tot de beste Vierdaagsegrap van dit jaar. Vroeg Ted, op de vierde dag, onverhoeds aan de Boomzager: "Meneer Van Vulpen. Mag ik u iets vragen?". Jan keek hem aan en knikte welwillend. Sprak Ted: "Meneer Van Vulpen, wat voor bedrijf hebt u nou eigenlijk?". Verbijstering over zoveel domheid tekende Van Vulpen's gelaat. "Nou, eh... ...bomenrooien!" Kun je me dus wegdragen. Maar zelfs dat was niet het mooiste. Nog veel mooier was dat ik aan de meet opnieuw, net als 2 jaar geleden, de Generaal van Uhm trof, en dus weer kon laten merken wat ik van Defensie vind. Hij heeft het, denk ik, begrepen. De Generaal van Uhm is een Mens. Ik ben er buitengewoon trots op dat hij mij dient. Want zo is dat. En niet anders. En, leve zijn personeel: leve mijn leger. Zo is het. Niet anders. Na Grave deelden ze fruit uit. Maar zelfs dat was niet het mooiste. Mooier was Jan Plasmeijer. Veteraan van vele marsen, Vriend en ook een Mens. Mij vooral bekend vanuit het Berner. Dracula en ik, wij maakten meters met die man. Wij hebben hem zeer hoog zitten. Ik zag hem voor het laatst in Beers. Dat was alweer jaren geleden. Nu stond-ie, plots, langs de weg in Wijchen, en hield-ie mij pro-actief aan. "Chielie!" Dat, moet u weten, roepen Heel Weinig Mensen naar mij, van langs de route. Meestal "Zorro", "Meneer Pastoor", "Doodgraver" of aanverwanten. Maar zelden, zelden: "Chielie!". Groter compliment kun je me niet maken. Dan neem je me serieus. Dus ik draai naar rechts, zie een gezicht dat niet gedijt, treed nader en merk het dan plots: het is Jan. . Jan vertelt mij dat hij zware hartproblemen heeft doorworsteld, daarom niet meeliep wat jaren, blij is dat hij er nog is, en binnenkort weer mee hoopt te doen. Als u dan niet begrijpt wat door mij heengaat, begrijpt u niets van mij. Max denkt dat ik dol ben op begrafenissen. Dat is niet waar. Ik ben dol op mensen. Sommige mensen. Mensen zoals Jan. Omdat ze deugen. Omdat we een betere wereld zouden hebben als er meer van waren. Daarom. Maar, zelfs dat was niet het mooiste. Er was, natuurlijk, maar 1 mooist aan dit ding. Deze, mijn 10de 4Daagse. Dat was het moment dat ik, bij de tent aan de meet, mijn kaart aan De Baard gaf, de dame haar hand zag uitstrekken, en vrolijk bulderde: "Kijk eens aan! Een gouden Vierdaagsekruis, Voor Betoonde Marsvaardigheid (10)! Daar word ik heel blij van!". Want reken maar. DAAR heb ik 11 jaar lang voor geleden. Doorheen heel Europa. Niet om dat lint op zich. Het is stof en dat zijn wij allen. Maar omdat DIT lint, meer dan iets anders, staat voor die 11 jaar. Die pijn. Die verbroedering. Die beelden. Die fantastische herinneringen. De cirkel is rond. Mijn WandelSoc., mijn wandelaars, ik dank u zo verschrikkelijk. U bent de grootste. Het was mij een Eer. En volgend jaar, daarom, vooruit, nog 1 keer. P.S. Alle foto's die mijn vader nam alhier. P.P.S. Mijn prosit, Marco. Keurig gewandeld. Tien jaar lang. |
Eerdere afleveringen:
Back | Forward | Home | Mail |