Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
7 september 2003 Sportpark Hartenstein is een plek voor winnaars - maar ik was dat dit jaar niet. Ik behaalde hooguit een Pyrrhus-. Voorafgaand aan ons verschijnen bij de Airborne Wandeltochten 2003 was namelijk een onverkwikkelijke discussie ontstaan, omdat ik, van Schelden, vernomen had dat Peter Weij van zins was in verenigingstenue met een vlag van Vlaanderen te verschijnen. ![]() ![]() ![]() Dat deden wij, als gezegd en onze tradities indachtig, in volledig verenigingsuniform, dit jaar voor het eerst uitgebreid met dat vermaledijde helblauwe VN-chokertje dat Schelden tot mijn ergernis succesvol had weten te introduceren door het iedereen om de strot te duwen. Ik moet wel toegeven dat het, bij dragen door de hele groep, minder homofiel oogt dan solo, en zelfs dat het best handig is, tegen nekzweet (waarnaast ik bovendien en uiteraard wens te poneren dat sommige van mijn beste vrienden homofiel zijn, zelfs als ze dat niet weten, vanwege de latentie). ![]() En omdat wij ook nog immer de excuusneger-met-bolronde-afro-en-paarse-plateauzolen ontberen, bleven wij toch weer dat paramilitair uitziend zootje ongeregeld. Maar goed dat we daar binnenkort wat aan hopen te gaan doen, door ons allen een generaalspet aan te schaffen, die echter niet dat, maar de Wandelsoc.-muts zal zijn, omdat de band erom een significant kleurverschil zal kennen ten opzichte van die van de echte generaalspet van het Nederlandse leger - als je ze naast elkaar legt, zal dat verschil net zo duidelijk zijn als het is tussen KL-baret en groene. Maar voorlopig deden we het dus nog zonder, met twee verschillende baretten, en met de twee KNIL-hoeden van Peter en mijzelf. Die hoofddeksels hadden we overigens nauwelijks nodig. Er was geen sprake van felle zon, maar ook niet van regen: ideaal wandelweer kortom, en dat in een tijd van het jaar waarin het, als in het verleden gebleken, beide kanten op nog aardig uit kan schieten. Dat ik me niettemin de pleuris zweette, had meer te maken met het feit dat dit de eerste mars was die ik ooit met bepakking liep: want ik droeg een rugzak met een compleet zwarte outfit erin, meegebracht opdat ik niet in verenigingstenue had hoeven lopen als Peter daarin toch met zijn Vlaamse leeuw zou zijn gaan lopen. Niet klagen maar dragen dus. Naar herberg Zuid-Ginkel, dat prachtig gelegen rustpunt dat sinds de uitbreiding van het parcours van 25 naar 40 km bestaat. Op het terras waarvan wij vervolgens luid brallend een kwartiertje of twee, drie onze intrek namen. Tot zowel afgrijzen als vermaak van meerdere mede-wandelaars, waaronder, alweer, Ben en Marion. Daar eenmaal weer uitgeraaskald, ging het in opgewekte en luidruchtige stemming voort, langs de Ginkelse hei richting Renkum, verbijsterde medewandelaars verslagen achterlatend in ons spoor. In Renkum, vervolgens, bereikte ons een blij bericht: van Erik Kuijken, namelijk, die meldde met zijn blauwe LandRover aan de dorpsgrens te staan om ons op te wachten. Dat had een prachtig weerzien kunnen worden, ware het niet dat het niet kwam. Achteraf bleek namelijk dat Erik op een oprijlaan in een zijstraat van het parcours verborgen, onder zijn LandRover lag te sleutelen terwijl wij langstrokken, en pas 's avonds weer zijn telefoon checkte en daarop mijn voicemail vond. Dat wij hierom wel de gebruikelijke rust-bij-de-pizzeria hadden overgeslagen, bracht mij in een dusdanige peststemming dat ik, op weg naar de volgende rust bij de tennisbaan, als een debiel speedwandelde en daar dampend arriveerde en ineenzeeg in een stoel, terwijl oud-commandi Swarts, Middelkoop en Regts, die natuurlijk probleemloos hadden meegestompt, vrolijk doorstampten, in een uiteindelijk vlak voor de finish toch nog succesvolle poging om ongetraind oud-legionair Fischer eraf te lopen. Die zich echter dapper verweerde, en zo hoort dat ook, al kwam hij er gesloopt van aan. Die methode is ongetrainde wandelaars niet aan te raden, maar groene baretten hebben natuurlijk iets hoog te houden, zolang de KL-baret nog olijfkleurig is, hoe groen groen ook is. En zelf was ik maar wat blij dat ik inmiddels goed getraind was, terwijl ik in het laatste stuk, van tennisbaan naar finish, soms luid zingend weer een moorddadig tempo neerlegde. En dat bracht mij, in verbeten toestand de laatste heuvel opklauwend, eindelijk in Oosterbeek, in die straat waar verleden jaar jonge neonazi's zich zo onsmakelijk hadden gemanifesteerd - maar dit jaar godzijdank afwezig waren en bovendien vervangen door een groep uitermate vriendelijke en ontroerend ondersteunende autochtonen. Die mij met een welgemeend "Hey bikkel" staande hielden en een voor mij uiterst opbeurend gesprek met me hielden, zo kort voor de finish. Dat konden alleen maar wandelaars zijn, en inderdaad, ze droegen het vliegende paard zelf ook. Hun foto genomen en ze voorzien hebbend van een Wandelsoc.-kaartje met site-adres, stapte ik daarom uiterst tevreden door Oosterbeek naar de finish op Sportpark Hartenstein, langs de officiële route, dus niet voor de hoek linksaf, maar rechtdoor naar het monument en dan tussen tribune en ereschavot door onder de finishpoort door. Hetgeen mij op een verbaasd "Hee, u weet nog hoe het parcours loopt!" kwam te staan, van een passerende official. Jazeker meneer, want ik ben Wandelsoc., dus ik weet niet alleen hoe het hoort, ik doe het ook zoals het hoort. Al gaat dat natuurlijk niet op als je Prakke heet. Die wachtte ons, met collega-barman Jelle (helaas net uit de Elementaire Commando-Opleiding geflikkerd wegens een tijdens vechtsporttraining opgelopen enkelblessure), op op Sportpark Hartenstein, waar hij zich onmiddellijk en met brede grijns te buiten ging aan valsdracht van de groene baret. ![]() Wij houden niet van wandelen, maar gewandeld hèbben, dat blijft heerlijk: en dus brachten wij een uur of wat door met feliciteren en bierdrinken (geen prettiger tijdverdrijf). Bovendien complimenteerde ik Peter nog even met zijn prachtige vlag-met-Vlaamse-leeuw, die hij nu immers ronddroeg zonder Wandelsoc.-tenue eronder. En toen... ...deed Jochem iets waarvoor wij hem tot in lengte van dagen diepgaand erkentelijk zullen blijven. Hij regelde namelijk een barbecue in het huis van de Heilige, zijn Moeder Lous Prakke bijeen. Alwaar wij in overweldigende warmte (niet louter fysiek) en luxe onderuitzakten, onder de tevreden wakende ogen van Jochem, de op dat moment van dochter Coco hoogzwangere Lydia, oudste dochter Lanca, Jelle en Lous zelf. Wat een prachtig eind aan een lange dag. Dat prieel moet niet veel voller raken met Wandelsoc., want dan passen we er niet meer in, maar mijn God, wat genoten we. ![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
augustus 2003 |
juli 2003 |
juni 2003 |
mei 2003 |
april 2003 |
maart 2003 |
februari 2003 |
januari 2003 |
2002 |
2001 |
2000 |
1999 |
1998 |