Doorzoek deze site:
Wat zijn wij aan het doen?

19 juli 2003

87ste Nijmeegse Vierdaagse

Ik loop de 50"Dag mevrouw." "Dag meneer. U loopt niet voor de eerste keer mee, zie ik?" "Nee." "Het is tòch weer nèt effe anders dit keer." "Dat weet ik. Anders zat u niet hier." "U bedoelt?" "Ik ga altijd naar de na-inschrijving. Die was, vorig jaar, volgens mij, nog in het Karel de Grote." "Dat klopt ja! Nooit in de verleiding gekomen om gewoon dat formulier in te vullen?" "Nee. Dit is veel relaxter." "Nou, u hebt wel net mazzel, hoor. Tot een kwartier geleden stonden hier lange rijen." "Dat weet ik. Ik kom altíjd tegen vijven."

Twee verbijsterde vrijwilligersters achterlatend, stapte ik vervolgens langs Miel Termont, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding. "En overigens, hartelijk bedankt." "Graag gedaan, meneer." Hij zou het vier dagen later gaan herhalen, op de kop van de Via Gladiola. Maar dat was later. Eerst nam ik het obligate plastic tasje met merchandise en almanak in ontvangst van weer twee verbijsterde vrijwilligersters, en stapte ik, breed grijnzend, het Opus-gebouw weer uit, terug de Wedren op, waar Jasper Nales net weer aan kwam lopen.

Die had mij, toen ik, deze zaterdag op bedevaart naar Nijmegen, op station Arnhem arriveerde, daar aangeboden mij ervan naar de Wedren te rijden in zijn auto, een aanbod dat ik in dank aanvaardde (daar was hij zelf erg blij mee, want hij moest er nodig even uit; zijn vriendin kreeg vriendinnen op bezoek, die het bestonden aan Jasper te vragen of-ie thee bliefte). En dus reden wij, de ramen open en de marsliederen, door Jasper ijverig verzameld (alleen nog politiek correcte tegenwoordig, dus wel Afrika-Korps en Légionnairs, maar geen Horst Wessel), keihard uit die ramen schallend, door het pleurishete Nijmeegse, alvorens wij ons nederzetten op krukken buiten Ierse pub 'The Shamrock'. Waar Jasper vrolijk aan het bier ging, en ik nog steeds geheelonthield, met bitter lemon brrr.

Ik had dat mijzelf namelijk opgelegd, volgend op het Deense drama, tijdens hetwelk Weij mij had toegevoegd dat ik een alcoholist ben. Hoho. Dat maken wij zelf wel uit. Een goede reden om dat uit te maken, daarom, en vandaar geheelonthouding, met de bedoeling die te laten duren totdat ik Weij weer tegen het lijf liep. Dat zou naar verwachting Vierdaagsedinsdag worden, en aangezien het begon op de ochtend dat hij mij thuis afzette na Viborg, zou het dan twee weken duren. Nooit een slecht idee, natuurlijk. En daarom liet ik Nales lekker zelf zijn twee gehaalde halve liters bier opdrinken, terwijl ik vijf bitter lemons achterover klokte. Tot groot vermaak van een prachtige serveerster, want die Shamrock, da's een aanrader.

Dag 0
Inge & KirstenMaar op maandag 14 juli 2003 keerde ik, bepakt en bezakt, terug naar Nijmegen. En toen ik eenmaal ingekwartierd was, te Groesbeek, waarheen mijn neef Hindrik-Jan met vriendin Kirsten en dochter Inge dit jaar verhuisde, vanaf de van Welderenstraat, en aldaar ter tuin met Inge en Kirsten (Neefman was, namens Das & Boom, nog ver weg in vergadering met Staatsbosbeheer) het avondeten genuttigd had, vond ik het allemaal wel welletjes, met die Weij. Dus toen ik even later, na een halsbrekende afdaling van Groesbeek naar Nijmegen, op een oeroud Jezusbarrel met een vrij vastzittende stuurpen, omlaag over de Groesbeekseweg, op de Deense theeparty in het Kolpinghuis arriveerde, daarvoor uitgenodigd door diezelfde Jasper Nales, die zich met Ralfie versmolten had met dat team, in de afgelopen jaren (een beetje zoals ik met de Herts en Bucks van het ATC), ging ik gewoon aan die thee. Het is, tenslotte, ook maar thee hè.

Ralfie met mijn hoed, op de Deense theepartyNooit geweten dat theedrinken zo gezellig kan zijn. Ik kwam, terwijl Ralfie ("Er moet meer geneukt worden!") mijn hoed uitprobeerde en Nales in geuren en kleuren uiteenzette hoe hij een jaar eerder anaal onderzocht was door een ter plekke aanwezige Britse van de geneeskundige troepen, de baardige Deen tegen die mij in Viborg zo uitgelachen had, omdat ik dacht dat Denemarken plat was. Die kwam de Vierdaagse nu voor de tiende keer lopen. Een kroonjaar van formaat.

Jasper in discussie met een DeenVan de thee veel vrolijker, vertrokken wij nog naar de Shamrock, waar ik mij deze keer laafde aan Guinness, en Jasper rond twaalven alleen liet (die begon het net gezellig te vinden en bestormde de kolkende dansvloer), om een stuk minder nuchter de terugweg naar Groesbeek te aanvaarden, weer op datzelfde Jezusbarrel. Dat beviel, overigens, aanzienlijk beter dan op de heenweg. Door gewenning, bedwelming, of beide, wie zal het zeggen. Hoe dan ook besloot ik de volgende ochtend ook op dat barrel naar de start te karren, en legde ik mij tevreden te ruste.

Dag 1
De dag van ElstZo'n drie uur later begon mijn derde Vierdaagse met, de Maglite in de bek, struikelen over kinderhekjes, boven en onderaan de trap van Heidebloemstraat 13. Eenmaal aangekleed (korte broek, want ik ben wel goed maar niet gek, en er was voor vandaag en morgen belachelijk heet weer voorspeld - dat zou me bij enige andere tocht niet weerhouden hebben van het dragen van mijn normale lang zwart, maar je haalt geen grappen uit, met de Nijmeegse Vierdaagse) ging het in een noodtempo omlaag, en trof ik, op de Wedren, vers van zijn kamer in Jachtslot De Mookerheide, Marco van Zijntergen, bij koffie en Bertolli-broodjes. Die broodjes waren overigens volstrekt niet te vreten, en zouden ook later nog tot ergernis leiden. Maar dat was later.

De Waalbrug, dinsdagochtendEerst ging het nu, met het legioen, langs luidruchtige Vierdaagsefeesters, de Waalbrug over, naar Lent. Daar had men, omwille van de doorstroming, het parcours wat verlegd, en ging het niet rechtsaf door het tunneltje, maar rechtdoor langs de weg, waardoor wij vanuit een geheel andere hoek de Via Begonia betraden. Maar die blijft een belevenis. En net toen ik vreesde dat ik het, dit jaar, zonder het uit de Tannoys schallende Vierdaagselied zou moeten doen, kwam het alsnog. Koude rillingen, op de vroege morgen.

Kwaliteitsrust 1: Het Wapen van BemmelIn Bemmel, vervolgens, troffen wij ons allemaal: drs. van der Schelden (net klaar met het door een renditie van 'By Prunterut im Jura', oftewel 'La petite Gilberte', dirigeren van de alhier spelende Zwitserse kapel), van Zijntergen en ikzelve, Jochem Prakke, Raymond de Gisser, en Harm Swarts. Die dit keer overigens verscheen in camouflage-Tshirt, en origineel echte Mao-pet. Hij had zo voor Chinees kunnen doorgaan. Een monsterbestelling verder, en de hand van drs. Persoon, eerste burger, geschud, begonnen wij vervolgens aan het roteind naar Elst. En hier merkte ik voor de eerste keer wat mij nog veel vaker zou plagen, deze Vierdaagse: dat ik vooral last ging hebben van verveling, op een parcours dat ik ken en waarvan ik voortdurend weet hoe ver het nog gaat zijn, naar waar ik heen moet.

Harm Swarts met originele Mao-petDat is natuurlijk goed, dat hoort ook zo, bij zo'n derde keer. En het voordeel is dan wel dat, bij voortgaand trainen (en ik had er dit jaar al 4 officiële marsen en 4 etappes van 'Van Top tot Teen door Nederland heen' opzitten, dus dat zat snor), het profijt van die training zich uit, in een herhaald constateren, bij het bereiken van markeerpunten langs de route, dat dat makkelijker ging dan de vorige keren.

Kwaliteitsrust 2: Café Biljart 't Fortuyn te Elst Ted, Bert en Nico in conclaaf Schelden in vorm De Prakkes in Elst Theodorus Snodendroom, editie 2003 Jasper, die nooit zonder goede schoenen vertrekt


Maar toch is het een pesteind naar Elst, en was ik dus erg blij dat wij, vlak na Egyptisch restaurant 'De Drie Pyramiden' eindelijk de tweede uit ons schema van Kwaliteitsrusten (twee stoelen per persoon, opdat de voeten op 1 ervan kunnen, overdektheid, goede toiletten, ruim assortiment eet- en drinkwaren, draaglijke muziek) bereikten: Café Biljart 't Fortuyn, waar overigens die muziek wel zwaar te wensen overliet (want keihard levenslied). Dat mocht niettemin ons geluk niet drukken. En dat kwam niet alleen doordat we er eindelijk waren. Nee, dat kwam vooral ook doordat hier ook eindelijk Ted Snodendroom en Bert van Prijzen (in een Belgisch elftal-shirt van de SPAR, onderdeel van zijn werkgever Colruyt) waren, die kort na ons het pand betraden. En het weerzien was heuglijk. Bovendien waren zij niet alleen: zij brachten diaken Nico Geelen mee, die ongetraind aan de Moeder Aller Marsen begon. Hoed af, want wat een bikkel.

De Belg, 2003Dat werd dus een lange rust, want er moest, naast veel gedronken, ook bijgepraat worden. Niet alleen met Ted en Bert, trouwens, maar ook met de inmiddels gearriveerde Jasper Nales (die niet geslapen, maar wel een Hawaii-slinger veroverd had) en de Prakkes, te weten De Heilige Moeder Lous, Lanca & Lydia en een door Lous meegesleepte vriend. De Heilige Moeder had ook reden om de boel even uit te checken, want zij verleende deze week onderdak, aan Jochem, Henk en Raymond, en bovendien liep zoon Jochem voor het eerst sinds zijn zeventiende dit ding. Overigens bleek Bert het best, in uitchecken: die had feilloos door dat Nales ervandoor probeerde te gaan met de schoenen van Tedje. Nales' commentaar: "Ik vertrek nooit zonder goede schoenen". Wereldgrap, tenzij je 'm doorzet en er iemands Vierdaagse mee verknalt, natuurlijk. En zo bleek Bert opnieuw succesvol boevenvanger, zoals hij het twee jaar eerder in Café De Bond te Cuijk was, toen hij Ben Jeursen belette mijn hoed te snazen.

Marco, met vechtpetDie hoed was inmiddels natuurlijk alweer ettelijke keren verloren gegaan, laatstelijk te Viborg, dus was ik maar wat blij dat Nijmeegse Jopie er nog een paar had. En zo kon ik, armetierig als mijn kostuum gezien de korte broek ook was, er in ieder geval nog mijn handelsmerkhoed bovenop plempen. Hoofddeksels deden het sowieso goed in de ontbladerende hitte van vandaag, want naast Harm's Maopet was ook Marco vanaf Elst uitgedost met een snelle klepper. En of die 'm nou daadwerkelijk aerodynamischer maakte of niet, dat weet ik nog steeds niet - zeker is, in ieder geval, dat wij Zaal Beatrix, te Slijk-Ewijk, het zorgvuldigst verborgen dorp van Nederland, bereikten voordat wij er feitelijk erg in hadden. Al was het inmiddels, het middaguur gepasseerd, wel ongenadig heet geworden, zodat wij er niettemin aan toe waren.

De Blarentrappers, op tijdEn enorme hoeveelheden vocht de broodjes kroket vergezelden, op hun weg naar onze ingewanden. Dat had overigens nogal wat voeten in de aarde, voordat dat zo was, want hoewel zaal Beatrix te Slijk-Ewijk aan verder alle criteria voor Kwaliteitsrust voldoet, is het maar goed dat we er geen hebben voor de competentie van personeel. Mijn hemel zeg. Je zou bijna gaan overwegen die zaal tijdens de Vierdaagse van ze te pachten en zelf vol te knallen met gemotiveerde Haarlemsche omzetdraaiers. Fortuinen, te verdienen, vergeleken, bij nu. Maar goed dat de Blarentrappers op tijd waren dit jaar, en ons flink vermaakten, zodat wij een en ander snel vergaten. Een hunner was jarig, dus dat werd een jolige zingboel, nadat Schelden het volkslied op hun mondharmonica had gespeeld.

Kwaliteitsrust 3: Zaal Beatrix te Slijk-Ewijk Pas op! Bert en Ted rusten uit


Ook nog een olijke cornetto verder (buiten bij stand verkrijgbaar), stampten van Zijntergen en ik vervolgens in goed humeur verder, naar Oosterhout, in de voetsporen van Swarts en Prakke, inmiddels met de Gisser bezig aan de dijk. Meldde die laatste telefonisch, eraan toevoegend dat we ons niet hoefden te haasten, omdat het op die dijk "langzaam en stilstaand verkeer" was.

Terug over de WaalbrugDat bleek wat later waar te zijn, maar daar trokken wij ons, na een kort experiment, maar weer niks van aan, omdat daar geen beginnen aan is zeg. Verbeten blik op, togen wij daarom, zoals veel vaker vandaag, met verende tred door de berm, langs het verbijsterd, maar ongehinderd peloton. Want noblesse oblige, en een Wandelsoc. loopt geen mensen omver. Dan liever de eigen enkli aan gort. En verdomd, het is ook altijd hetzelfde. Als het me te makkelijk afgaat, zo'n Vierdaagse, dan leg ik zelf de lat wel weer hoger, met dit soort idioterie. Dus terwijl de ambulances af en aan reden, over die smalle dijk (veel mensen vielen van hun stokje, nu, onder de ploertig blikken verzenger), teisterde ik mijzelf een weg naar Lent, mij pijn in de hamstrings bezorgend die ik tot bij schrijven dezes zou gaan voelen.

Weerzien met Jan Middelkoop en Albert van GeyningenMaar zoet was de beloning: op het snikheet terras van De Vereeniging troffen wij, naast Brechtje, de ongelooflijke Jan Middelkoop aan, in het gezelschap van de onvolprezen Albert van Geyningen. Dat verzachtte de verontrusting wat. Die was namelijk tot grote hoogte gestegen, omdat op de dijk naar Lent het gerucht begon rond te zoemen dat de Marsleider van zins was het parcours van de volgende dag met 10 km in te korten, met het oog op de hitte.

Marco & Raymond op de VereenigingWij geloofden daar aanvankelijk geen fuk van, want dat soort kutverhalen doet ieder jaar wel een keer de ronde. Maar toen het ons, in de rij voor het omwisselen van startkaarten op de Wedren, aan het eind van de dag, officieel meegedeeld werd door de KNBLO, was onze woede intens. Kijk. Het kan best zijn dat het zelden zo heet was, tijdens de Vierdaagse. Maar dat is wel wat er - godverdomme - bij kan horen. In Diekirch vallen om die reden (en het is daar trouwens geregeld VEEL heter dan het in Nijmegen nog moet worden) echte doden - maar die mars zal nooit ingekort worden, erom. Geen gelul. Je loopt 'm, of je loopt 'm niet. Mensen die tegen zichzelf beschermd dienen te worden, die haal je als organisatie van het parcours, en de rest bied je desnoods aan om een van de kortere afstanden te lopen met behoud van gratificatie.

Fokke en Sukke zeggen het mooiMaar je gaat niet, zoals nu, scheefheid creëeren door iedereen op te dragen de kortere afstand te lopen, de lopers van de 30 daarmee vals treffend doordat er geen kortere afstand is, en de lopers van de 50 omdat hun parcours echt opgeheven wordt zodat ze niet, zoals de 40-ers, alsnog kunnen besluiten hun eigen, niet langer reguliere afstand te lopen. Als Wandelsoc. voelden wij ons daarom dubbel genaaid: want wij trainen er het hele jaar voor, kunnen dit gewoon, en leven het hele jaar toe naar 'harde' gedeelten als de dijk naar Niftrik. Dat is geen opschepperij, maar een feitelijke constatering. En daarnaast, qua dat dubbele genaaid worden: als je, zoals wij, keurig doet wat de organisatie in de reglementen zegt dat je moet doen (namelijk een hoofddeksel dragen, het bovenlichaam bedekt houden en _heel_ veel non-alcoholisch drinken), dan val je niet om.

Tuinkabouter te GroesbeekKortom, het is gelul van een dronken aardbei waarvoor ik in geen enkel redelijk of onredelijk geval een goed woord over kan hebben, en het maakt in mij een kille woede los, van de omvang waarvan de KNBLO en de Vierdaagse-organisatie zich onmogelijk een afdoend beeld zullen kunnen vormen, ooit. Ik was, dan ook, volstrekt van zins om mij, de volgende dag, die immers door Schelden tot 'Woensdag Wandelsoc.-dag' was uitgeroepen, in volledig uniform, met al mijn linten op, te vervoegen bij de stand van TV Gelderland, teneinde daar te verklaren dat "De Academische Wandelsociëteit uit Haarlem het door de Marsleider genomen besluit scherp afkeurt en ten diepste betreurt" en daar op persoonlijke titel aan toe te voegen dat ik vind dat "de heren Termont en Jansen per ommegaande gefusilleerd dienen te worden". En weer is het _natuurlijk_ niet zo dat ik dat daadwerkelijk wil zien gebeuren. Ik ben een de wet respecterend burger van dit land, en pacifist bovendien. Maar ik ben wel minimaal zo kwaad, en daar gaat het om. Ik eis de vrijheid op die woede verbaal en schriftelijk te uiten, omdat het alternatief ondenkbaar is. Klootzakken zijn het. Miet-jes, miet-jes, mie-tjes (om het met Hans Teeuwen te zeggen)!!! Ik wil mijn dijk!

Dag 2
De dag van WijchenEn dus voegde ik, de volgende ochtend, weer omlaag gefietst, de daad bij het woord, en toog ik, op de Wedren, naar de tent, van TV Gelderland. Van verbazing en schetsen: terwijl de hele Wedren al klaar stond, voor de start, was er niemand te bekennen, bij de tent, van TV Gelderland. Die sliepen nog, volkennelijk. Moho's! Dan maar weer wachten, aan de picknicktafel: tijd voor een broodje. Een broodje? EEN BROODJE? GEEN BROODJE! Want die Bertolli-broodjes hè, waarover ik het eerder had, die waren niet alleen _niet_ te vreten: ze waren er ook nog eens helemaal niet! 44.812 wandelaars (-827 uitvallers op de 1ste dag), en geen broodje meer te krijgen (behalve ouderwetse, verhitte saucijzen- e.d.)! Wat is dat voor catering? Welnu, dat noemen wij, van de Wandelsoc., een AANFLUITING. Prrrrrrrrrrrrrrtttttttttt!!!!!!!! Inwendig vloekend en tierend wachtte ik daarom op van Zijntergen. En toen die er eenmaal was ging de blik op nul, en het verstand op oneindig, langs het Radboud op weg naar het ochtendkrieken, te genieten bij warme worst, op brood naast de witte marquee-tent (de tent, waar mensen werken, bij gebrek aan personeel) die de resterende drie marsdagen als altijd van continuïteit voorziet.

De Wedren, voor vertrek Start Kwaliteitsrust 4: tent Jasper, nauwelijks wakker Henk, urinator De Wandelsoc. valt aan


Daar troffen wij Jasper ("Er moet meer geneukt worden!"), Jochem, Henk en Raymond, en bezetten wij als vanouds de kring klapstoelen voor de rozenstruiken. Nadat Schelden een luidkeelse toespraak tot de verzamelde medewandelaars had gehouden, ze allemaal een drankje aanbiedend, die middag, tijdens de door hem geplande Wandelsoc.-borrel op de Vereeniging, vertrokken wij opnieuw, verfrist, en passend afgevuld met spijs, en drank daarbij.

Kwaliteitsrust 5 (discutabel): de RET-rustZo stampten wij door Hatert, over het Maas-Waal-kanaal, en door Weezenhof naar de A73, waar ook Raymond nu het onvervalste koude-rillingen-werk van de trucktoeterij kon beleven. Eenmaal erover en voorbij de enorme legerrust gebeend, bereikten wij, nu het dit jaar immers niet, zoals vorig jaar, alhier regende, sneller dan gedacht de apocriefe RET-rust. Daar hadden Raymond en Jochem geen zin in, dus die liepen door. Stom van ze, want bij die rust bleken, zodra wij de hoek omgeslagen waren, Ted, Bert, Nico en Harm present. Een prettig weerzien dus.

Henk, urinator maximusEn bovendien is gedeelde smart halve smart. En omdat die groot was, waren wij blij de steun aan elkaar te hebben, terwijl wij, Wijchen voor de eerste keer doorgelopen, hoofdschuddend, licht sniffend en algeheel verbijsterd, in het zicht van de dijk naar Niftrik, en van Hotel Hoogeerd, de tent die de geschiedenis ingaat als "die toko die in 2003 de jaaromzet moest missen, met dank aan de KNBLO", niet langs Balgoij, over die dijk en langs dat restaurant, maar verplicht langs Klispoel Wijchen weer binnenliepen. De tering, voor Wim Jansen, als-ie 'm niet al heeft. Aftreden, in schaamte, dat zou-ie moeten doen.

Geen 50Vonden ook Bert, en Ted, van zins hem aan te schrijven, met de mededeling dat dit nooit gebeurd zou zijn, onder MarsLeider Chris Bos. Intussen fotografeerden wij Nico Geelen onder een bord met 'Geen 50, maar 30' erop, en vroegen wij hem daarbij zo ontevreden mogelijk te kijken. "Gôh Nico, jij kunt wel heel goed ontevreden kijken zeg." "Dat leer ik van mijn parochianen. Die doen dat ook altijd, als ik bij ze op bezoek kom." Het werd nu allengs heter, niet alleen vanwege het Niftrikmissen. Haalden wij de Wijchense EDAH (waar de lieve Hilda, vrouw van Bert van Prijzen, als vanouds weer op ons wachtte met koffie en andere verfrissingen - heerlijk, mede omdat wij, vanwege het overlijden van Bert's vader, dat verleden jaar hadden moeten missen; waar Elisabeth Marquart Scholtz langsbeende en mijn hart in groter verwarring bracht doordat zij, niet geantwoord hebbend op mijn per mail gedane uitnodiging voor etentje, hier wel tot twee keer toe naar mij omkijkend vriendelijk naar me zwaaide; en waar Bert ons door Hilda, allemaal gehuld in die Rode Duivels-shirts van de SPAR, op de gevoelige plaat liet vastleggen, voor opname in het september-nummer van de 'Kook', de door Bert voor SPAR België gemaakte variant op Albert Heijn's 'Allerhande') nog net probleemloos, daarna kwam het bloedhete stuk van Wijchen naar Beuningen, en daarop zagen wij af.

Bert houdt de boel op met zijn KUTschoenenNiet eens alleen omdat het heet was - Bert, bijvoorbeeld, had hier grote last van nieuw gekochte, maar slecht bevallende New Balance-schoenen, en nam zich plechtig voor ze, samen met zijn eveneens nieuw aangeschafte, maar evenmin bevallige ondergoed, in de open haard thuis te verbranden. Op weg naar Beuningen liep ik verder Vandy van Geyningen tegen het lijf ("Jij moet toch allang gefinished zijn?") en werd ik voor opschepper uitgemaakt door een-dom-wicht-dat-er-niets-van-begreep, toen ik Vandy's gemengd détachement (waarin die verrukkelijke vrouw die mij in Bern, begin dit jaar, als Wandelsoc. herkende, en ook bij de Wellingborough aanwezig was) uitlegde waarom en dat ik zo boos was over het inkorten van het parcours.

Kwaliteitsrust 7: de patatrust te Beuningen Max, present Harm in Beuningen


In Beuningen, vervolgens, brak ouderwetsch de Pleuris uit. Kijk, op zich genoten wij zeer van de hier als immer uitgebreid beleefde patat- en genever-rust. Bovendien werd de patat dit jaar gehaald door Marco Neumann, die zich hier met Max, Lydia en Lanca bij ons voegde, en dat was natuurlijk ook meer dan prettig. Maar vervolgens vertoonde Schelden laakbaar gedrag van een level dat zelfs zijn gebruikelijke kloothufterigheid ruimschoots ontsteeg. Hij had namelijk, in een uitgebreide mail, iedereen, niet louter Wandelsoc. doch Vrienden Van incluis, opgedrongen dat er, vanaf deze patatrust, gezamenlijk in uniform zou worden gelopen, dit in het gelid, onder leiding van Peter Weij, pas na verzenden van die mail daarover door hem geconsulteerd.

Prakke die zegt dat ik mijn smoel moet houdenEn hoewel Peter Weij daar natuurlijk niet zomaar zin in had, en dus al in Nijmegen was toen Schelden hem vanaf de patatrust belde, en Schelden daar redelijk terecht boos over was, omdat Weij hem niet verteld had dat-ie er geen zin in had, maar redelijk toegeeflijk was geweest, en dat verwachtingen schept, had dit best alsnog een mooie zo'n intocht kunnen worden - omdat er ook zonder Weij zat mensen met een Wandelsoc.-tenue aan waren. Maar dan moet je natuurlijk wel normaal blijven doen! En dat deed-ie niet. Want als je normaal doet, dan maakt, vanaf zo'n verzamelrust, de langzaamste het tempo uit. En de langzaamste, dat was Raymond de Gisser, die er bij deze rust volledig doorheen zat en twijfelde over opgeven. Dat viel Schelden, doorgewinterd wandelcoach, niet op (hij had het ook zonder kijken moeten weten, want Ray liep hier voor de eerste keer, en dat Nico er minder doorheen zat, is de verdienste van Nico, maar volstrekt abnormaal), dus die vertrok plotsklaps spoorslags, met iedereen behalve de Gisser, van Zijntergen en ik.

Patat, met genever"Geen probleem", dacht ik nog. "Ik bel 'm gewoon op en vraag of-ie ff wat inhoudt." Schelden's antwoord: "Ja hoor eens, ik heb hier geen zin meer in. Als mensen dit niet willen sturen ze me maar een brief. Jij moest godverdomme aan de Gisser vragen of-ie z'n tenue aan wilde trekken!" Nou en? Alsof ik dat erg vind, en alsof de Gisser het niet aan had. Nee, dat is sociaal. Een collega van je werk, die je zelf de Wandelsoc. hebt ingeluld, op zo'n manier laten stikken tijdens z'n eerste Vierdaagse, in een gebeuren dat je zelf hebt afgekondigd. Goed geregeld jochie.

Not. Hetgeen ik hem luid en duidelijk te verstaan gaf, vervolgens, ten huize van de Heilige Moeder, in het Arnhemse (daar gearriveerd in de auto van de reddend toegesnelde Lydia, nadat gebleken was dat van die hele Wandelsoc.-borrel op de Vereeniging ook geen fuk terecht was gekomen, want geen mede-Soc. te bekennen, bij ons arriveren aldaar; Schelden's mobiele commentaar, bij boos bellen door mij: "Wij zijn weggegaan" en "Ik kan je slecht verstaan"), waar ik vervolgens genoot van een bruisbad (daarin gesommeerd door Lous Prakke), Lydia's pasta, en de wetenschap dat ik, in het laatste stuk voor Nijmegen, alsnog Pascal Kamperman van TV Gelderland had kunnen corneren (en, helaas wel off-camera, mijn hierboven beschreven beklag had kunnen doen, omtrent het inkorten van het parcours), alvorens er puffend natafelen volgde, met Jochem, Max en Henk, in het aangebouwd prieel waarin wij zo graag aan elkaar melden hoe prachtig het huis eromheen wel niet is.

En daarna volgde er avontuur. Want Lydia ging mij afzetten op Station Arnhem, maar eenmaal daarheen onderweg besloot ze een schepje bovenop haar eigen aardigheid te doen, en mij naar Groesbeek te brengen. Dat had gevolgen. Want, eenmaal over het Keizer Karel-plein en de Groesbeekseweg op gescheurd, roken wij plotseling vreemde dingen... ...en kwam er witte rook, uit de motor. Die bleek het koelwater op straat gedumpt te hebben, en dus werd het tijd voor de Wegenwacht.

Lydia, naast overkokende auto op de Groesbeekseweg De Wegenwacht ter plaatse De ventilator start niet


Die, gelukkig, verbijsterend snel arriveerde. En constateerde, dat de ventilator die de motor bij verhitting hoort te gaan koelen, niet aansloeg. Later bleek Prakke dat allang te weten, maar niet doorgebriefd te hebben aan vrouwlief. En ermee rijden kan wel, totdat de motor te heet wordt. En dat gebeurt, als je geen rijwindkoeling ondervindt doordat je niet met 120 km plus over de snelweg scheurt, maar door bochtig en heuvelig Nijmegen toert op een dag dat het Vierdaagseparcours om de hitte onheus is ingekort.

Dus was ik maar blij, dat Max in zijn Ontketelde bus stapte en mij ter plekke ophaalde, voordat-ie me, terwijl wij naar 'Met het oog op morgen' luisterden, naar Groesbeek bracht. Gute Nacht, Freunde.

Dag 3
De dag van GroesbeekDe volgende ochtend toen ik, wegens vermoeidheid, niet meer op de fiets, maar met een taxi op de Wedren arriveerde, bleek de voorraad broodjes nog steeds niet aangevuld te zijn. Nee, dan heb je veel, aan zo'n in je almanak geplakte bon, waarop staat dat je, bij aankoop van zo'n broodje, je koffie gratis krijgt. Daar maak je mensen blij mee! Not. Wel blij: Marco. Die had, namelijk, nadat-ie Raymond en mijzelf in Lydia's auto geprakt had, ter Keizer Karel, verveeld plaatsgenomen op een terras in het centrum - en daar een verdomd leuke vrouw ontdekt! Een Marjon van een jaar of 44, die hij vervolgens naar zijn kasteelverblijf ontvoerde, om haar daar het meergangenmenu mee te laten beleven. Het eindigde niet meer, die nacht, tussen hun tweeën, dus was Marco meer dan tevreden, en ik ook, omdat ik nu Nales en Ralfie "Er is geneukt!" kon melden, zonder verder iets uit te leggen.

Kwaliteitsrust 8: tent (reprise) Chielie & Marco met buit Kwaliteitsrust 9: bejaardenhuis De Maldenburch, te Malden


Wij trokken daarom tevreden, via de tent-waar-mensen-werken, langs Haagsch Schutterskorps 'Pro Libertate' en de Blarentrappers, met Jochem Prakke en Raymond de Gisser naar de directiekamer van bejaardentehuis 'De Maldenburch'. Daar baadden wij, in de als altijd ongekend grote en verkwikkende rust, en bereidden wij ons voor op wat nu komen ging: het onafzienbare stuk, via Mook naar Plasmolen. Ik bereidde de Gisser daar doeltreffend op voor door hem te melden dat het kut ging worden vanaf nu, en dat werkte. Altijd beter om geen valse verwachtingen te wekken hè.

Kwaliteitsrust 10: Het Pannekoekenrestaurant te PlasmolenDe Gisser triomfeerde dus, en daarom zegen wij uiteindelijk tevreden neder, op het terras van Restaurant De Pannenkoekenbakker, te Plasmolen. Sowieso een van rustgevendheid uit elkaar knallende plek (met zo'n terras waar vogeltjes vrolijk fluiten, terwijl in de verte het Vierdaagselied klinkt en het geroezemoes der Lopers volheerlijk voorbijglijdt), is dit restaurant er ook nog eens een met een wereldkaart en volstrekt verrukkelijke bediening. En dat komt niet alleen (maar wel heel erg ook!) door de wijze waarop.

Lief Paprikapannenkoeken - waar moet het heen, met onze prachtige taal? Chielie, Raymond & Marco in Plasmolen


Nee, het was wat onheus van ons, dat wij zo bot waren al victualiën te hebben ingeslagen, bij een stand-van-een-ander, nog voordat De Pannenkoekenbakker opende. Maar goed dat wij de kans kregen dat recht te zetten door zo uitgebreid mogelijk bij te bestellen, bij die serveerster met wie ik beschuit wil eten, maandenlang. Want zij is Lief, met een hoofdletter L, en nog akelig lekker, ook. Je zou het verschil, met de pannekoeken-op-de-kaart, beslist nog een keer willen proeven. Erheen allemaal! Maar niet allemaal tegelijk, en het liefst op een andere dag dan Vierdaagsedonderdag, want anders is het allemaal wat vermoeiend, weet u wel.

De Gisser bewatert de HaakVermoeiend, dat werd het van hieraf ook, voor Raymond P. de Gisser. Want hier kwam het Hoogtepunt, van mijn wandelseizoen: dat waar je het allemaal voor doet. De plek waar mannen mannen worden, en de gemiddelde medemens faalt: welkom, de Gisser, in de Haak van Milsbeek. Onafzienbaarder dan ooit, want met een kilometer of anderhalf, twee-en-een-half uitgebreid, is de Haak, een u-vorm waarin eerst de burger 40 en dan de militaire 40 afhaakt, terwijl je als 50-er gewoon door moet lopen, de windbespeelde vrije ruimte van de Haak in, een ongelooflijk ding. Dan ervaar je iets dat tijdens de Vierdaagse hoogst ongewoon is: de kans om, met de wind om je kop, alleen en met alle ruimte om je heen kilometers lang jezelf tegen te komen. Ge-wel-dig, en reden voor mij om, bij de controle erin, de kaartknipster te bedanken voor "de mooiste knip van mijn wandeljaar" - hetgeen haar ertoe bracht mij ook te bedanken, omdat ik "de best geklede man op het parcours" was. Kijk, dat doet nou deugd.

Kwaliteitsrust 11 (zeer discutabel): boerderij in de Haak van MilsbeekIn mijn vertrouwde lang zwart, vandaag wegens gedaalde temperatuur Godzijdank weer draagbaar, stapte ik daarom diep tevreden de Haak door, naar de militaire rust in Milsbeek. Daar wachtte ik op de Gisser, die de Haak maar nauwelijks overleefd bleek te hebben. Totaal leeggelopen, op, over, af en uit, meldde hij zich voor blaarbehandeling bij een EHBO-post van de VGZ aan de voet van de heuvel bij het omineus genaamde Grafwegen. Die duurde lang, en ook daarna was de Gisser niet vooruit te branden. Dat ik zelf door dat wachten stijf werd, kon me niet zoveel schelen. Maar we maakten nu zo weinig tempo, dat ik voor de haalbaarheid van deze, onze Vierdaagse, begon te vrezen.

Kwaliteitsrust 12: Café De Breedeweg, te BredewegEn daarom confronteerde ik de Gisser, na veel vermoeiend aan hem sleuren in Café De Breedeweg te Bredeweg gearriveerd, met de voor hem overblijvende keus, in mijn betoog kracht bijgezet door een EHBO-er die hem kwam vertellen dat hij "nu in de bezemwagen" moest gaan zitten, want anders niet meer meekon: of hij viel hier uit, of hij deed zijn best maar om als een debiel achter Marco en mijzelf aan te lopen. Want er is, bij zo'n Vierdaagse, wel een grens, aan hulp aan anderen: en die ligt bij de haalbaarheid van je eigen prestatie.

Ex-commando met buitDe Gisser koos voor het laatste, en dus hobbelde hij achter ons aan terwijl Marco en ik in een volstrekt moordend tempo van rond de 8 km per uur naar en door Groesbeek optrokken, tot aan de Canadese begraafplaats op de Zevenheuvelenweg. Dat was niet alleen zo hard gegaan dat ik er doorweekt van het zweet arriveerde, maar bovendien had ik Groesbeek zo snel weggestampt dat Kirsten, immers aldaar woonachtig, niet eens de kans kreeg me daar in te halen, en het vooralsnog dus een raadsel blijft of Groesbeek het verdient om, in mijn Vierdaagseplaatsentest, vooruit te gaan nu Neefman er is komen wonen.

Raymond en Marco op de ZevenheuvelenwegMaar: de truc bleek gewerkt te hebben. Raymond beende ons in een monter tempo voorbij bij de begraafplaats, en terwijl wij direct aansloten liep hij zelfs belangstellenden langs de kant op te zwepen tot meer lawaai. Een magistrale prestatie, en tegen de tijd dat Raymond P. de Gisser bij Thai Restaurant Baan Isaan te Nijmegen arriveerde, mocht hij zich, wat mij betreft, gelouterd Held noemen (dat bleek overigens niet alleen voor hem te gelden: wij vernamen later dat Nico Geelen zich, op de ochtend van de vierde dag, soortgelijk gedragen had, nadat Tedje en Bert hem hadden verteld dat er "bij handhaving van dit tempo zonder rusten verder" moest worden gelopen). Keurig, keurig, keu-rig.

Ja, dat zijn van die dingen die de derde Vierdaagsedag de mooiste wandeldag van het jaar maken. Echt drama, en echte prestaties, van echte Helden, op een echt zwaar, koninklijk en internationaal erkend wandelparcours. Tevreden kijkend naar de passerende medewandelaars, kochten en soupeerden wij de complete beschikbare voorraad Thaise viskoekjes van Restaurant Baan Isaan op, een feit dat ons bevestigd werd door het demonstratief met merkstift doorhalen van de vermelding ervan op de kaart.

Kwaliteitsrust 13 (apocrief): Thai restaurant Baan Isaan, bij Berg en Dal Raymond met viskoekje De viskoekjes zijn op, bij restaurant Baan Isaan


En zo sloten wij weer een geslaagde dag af, met (mijnerzijds) een liter vodka-jus-met-ijs, ter Vereeniging, alvorens ik mij met een taxi (want Neefman was vandaag wegens werk afwezig en kon mij dus onmogelijk, zoals op marsdag 1, afhalen) naar Groesbeek liet vervoeren. Burps.

Dag 4
De dag van CuijkEn andere dingen. Want die viskoekies, die zijn geweldig lekker, dat is een feit. Maar ik was wel even vergeten dat je, ervan, en van de begeleidende, ook fantastisch lekkere saus, wel een acute case van fikreet te verwerken krijgt - de volgende ochtend. Dus tegen de tijd dat Marco, die om begrijpelijke redenen slechts 20 minuten ge-, en zich flink verslapen had, rond tien over vier arriveerde op de Wedren, was ik nog maar net van het noodcloset af. Afijn, daarom niet getreurd. Wel om de weer afwezige broodjes, uiteraard. In de wetenschap, echter, dat dit de laatste dag zou gaan worden, en in het prettig gezelschap van Albert van Geyningen en, plotseling in diens gevolg opgedoken, Peter Weij, Fred Regts en nog 2 ex-commandi waarvan ik vooralsnog (foei, Chielie!) alleen onthouden heb dat de ene Ton heet, stampten wij met kwinken en slagen richting de tent, waar mensen werken.

Kwaliteitsrust 14: tent (reprise)Kwinkslagen van overigens onbetaalbare klasse, zoals deze van Peter Weij, die zich plots in het kielzog vond van een generaal: "Kijk, daar loopt 1 van de 111 generaals!". Waarop 's mans rug zich, verwachtingsvol, trots rechtte. "Kamp zegt dat-ie ze er allemaal uit gaat flikkeren." En, na een paar seconden stilte: "My man, Kamp". Om vervolgens luidruchtig de neus ophalend die generaal voorbij te benen. Woeha. Of die van Albert, die vergaand serieus inging op de verhalen-over-wandelcursussen van zo'n beroepswandelmongool, die, banaan om en afstanden voorhanden, als een ontspoorde snelwandelaar wegbeent zodra het gesprek voltooid is. "Die cursussen zijn handig, daar leer je hoe het hoort." Yeah, right. Hilarisch.

Kwaliteitsrust 15: Gilwell St. WalrickDe commandi onbedoeld kwijtgespeeld door te stoppen bij de tent, waar mensen werken, en wij Henk, Jochem, Raymond en Jasper hervonden, werden wij, wat gesprekken met medewandelaars later, te Gilwell St. Walrick bovendien weer herenigd met Tedje, Bert en Nico. Zodat wij, gezamenlijk, konden beginnen aan de weg naar de overwinning, op dat prachtige stuk, via Overasselt naar Grave.

Paddestoel die angst inboezemt De Wandelsoc., met Vrienden, op weg naar Overasselt Eerste zicht op Grave Kwaliteitsrust 16: Het Oranjehotel, Grave Jan Plasmeijer in Beers Kwaliteitsrust 17: Café Het Wapen van Beers, te Beers


Waar wij, uiteraard, totaal kapot arriveerden, in de wetenschap dat het van hieraf vooralsnog alleen erger ging worden. Want in Grave, daar begint het ergste stuk van de hele Vierdaagse: dat van Grave, via Gassel, naar Beers. Dat ligt, hoewel Gassel nog niet al te best uit de Vierdaagseplaatsentest komt, niet aan de autochtonen (aan de grens van Grave was er zelfs een dame die applaudisserend voor me op de knieën viel, kennelijk in de veronderstelling dat ik Willem van Buuren was, incognito) maar aan de aard van het parcours. Onafzienbare dijk-en-landweg, die mij heel het jaar, in dromen regelmatig, plagen. Des te groter de beloning als, in Café 'Het wapen van Beers' te Beers vervolgens niet alleen heerlijke rust, en de (wegens incompetentie van het personeel, en voordringen van de medewandelaar wel belachelijk langzaam uitgedeelde) heerlijke broodjes bal, maar ook een prettig weerzien met Jan Plasmeijer, held uit het Bernse, volgen.

Schelden in vorm Ted in Beers Nico's ware gezicht


Bovendien ontdekte Schelden daar een uiterst zeldzame blaar op zijn linker grote teen, reden voor een wansmakelijk behandelen ervan, zijnerzijds. Leuk leuk leuk leuk. En er volgde vervolgens meer leuks. Zoals ons weerzien met het onvolprezen Café De Bond te Cuijk, waar wij opnieuw genoten van de kwalitatief zo hoogstaande bediening en victualiën, de broodjes kroket als primi inter pares. Of zoals Cuijk waar, naast een warm onthaal, betere sigaren dan ooit wachtten (voor zo'n beetje iedereen behalve mij, en de al doorgestampte Jochem en Raymond), en... ...de bekroning van mijn wandelseizoen, de pontonbrug over de Maas. Die ik daarom met de armen hoog geheven overliep, en middenop kuste, voordat ik, aan gene zijde, mijn kornuiten opwachtte.

Raymond, in het heetst van de strijd Kwaliteitsrust 18: Café De Bond, te Cuijk Bert flikkert zijn (prima) sigaar in het water Een normaal Wandelsoc.-terras-setje Bert, afgewerkt Helaas, het is geen brood


Waarna wij opstoomden naar Mook, waar de Via Gladiola aanvangt op de St. Annastraat. Vlak ervoor wierp Bert zijn prima sigaar in het water, tot droefenis van moeder eend en kroost, die brood verwachtten, en nog maar net erop stal Schelden een viool, om er het Vierdaagselied op te spelen. Bij de laatste Kwaliteitsrust, zaal 'Bowling-om-de-hoek' in Malden (dat ding heet eigenlijk 'De Molen', maar is veel herkenbaarder aan een gevelbord met het eerste erop), smaakte ik het genoegen Ted Snodendroom opnieuw te betrappen op mobiel bellen, pogingen tot het verbergen van zichzelf achter gordijnen, zijnerzijds, ten spijt (en opnieuw omdat hij het, als zelfverklaard hater van mobiele telefoons, twee jaar geleden in de Haak van Milsbeek ook geflikt had; inmiddels ben ik zo een aardige serie aan het opbouwen die ik, deo volente, onder de noemer 'Tedbellen', naam voor een olijke foto-verzameling, van zins ben op zo kort mogelijke termijn te exposeren in het Catharijne-convent te Utrecht) - en maakten wij kennis met een monstermokkel, dat na ettelijke keren 40 uit eigen beweging voor het eerst de 50 liep, maar dat naar eigen zeggen nooit meer ging doen.

Schelden speelt het Vierdaagselied in Mook Kwaliteitsrust 19: Zaal 'Bowling-om-de-hoek' (De Molen), te Malden Ted, die zijn mobiel bellen probeert te verbergen Ted, met mobiele telefoon Nico, Ted en Bert in Malden Via Gladiola


Aan het eind van de Via Gladiola schudde ik, vervolgens, de handen van achtereenvolgens Mevrouw van der Schelden, Miel Termont (want ja, inkorting of niet, hij blijft de voorzitter van 's lands wandelvereniging, en de Vierdaagse blijft ook ingekort een prachtige mars), Guusje ter Horst (die, als Nijmeegs burgemeester, ook dit jaar weer een dag meeliep, en bij mij volstrekt niet meer stuk kan), Astrid van Loon en Hilda van Prijzen. De daaropvolgende afblussing ter Vereeniging verliep uiterst chaotisch, maar daarom op zich niet minder feestelijk - ik feliciteerde er Nico Geelen en Raymond de Gisser met hun heldenprestaties, ontmoette er verder iedereen, incluis Ted's vader-met-vrienden en Marjon, Marco's nieuwe vlam, maar zag er, helaas, Bert van Prijzen niet meer, want die was denkelijk al naar huis.

Foto: Fred Regts Foto: Fred Regts Foto: Fred Regts Foto: Fred Regts Foto: Fred Regts Foto: Fred Regts


Dag 5
Dat Schelden er nog piano had zitten spelen met Thijs van Leer kreeg ik pas in een veel later stadium te horen - zelf had ik, een liter wodka-jus met ijs verder, van vooral vermoeidheid bijster weinig meer door, tegen de tijd dat Neefman mij ophaalde en terug naar Groesbeek bracht.

Hindrik-Jan en Inge Hindrik-Jan en Inge Nijmegen Centraal


Daar werd ik, de volgende ochtend, met slechts 1, al stukgelopen blaar bovenop de rechter voorvoet als wondvormig aandenken aan het geheel, dermate ontspannen wakker, dat ik er, eenmaal in de trein terug naar Haarlem, achter kwam dat ik niet alleen mijn Wandelsoc.-overhemd, maar ook mijn fietssleutels had laten liggen. Ach. Het is wel eens erger geweest en ik ben, per slot, een punaise rijker.

Eenmaal thuis kwam ik er, middels mail, voorts achter dat, tot mijn geschokt- en grote droefheid, Jan Middelkoop wegens rugklachten had moeten afhaken na de dag van Wijchen. Ons medeleven geldt hem. Laten we hopen dat het hem de volgende keer wel lukt.

Daarom ook voor en aan hem: mijn prosit heren, keurig gewandeld. Bornem wacht.