Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
18 december 2013 Ik vind Wim Daniëls (die vanochtend op Radio1 Kees van Kooten's Groot Dictee Der Nederlandse Taal zat af te kraken) een zeurkous. Hij gaat veel te ver met zijn kritiek, want speelt niet de bal, maar de man middels persoonlijke smaak ("Er moeten geen woorden in zitten die nooit worden gebruikt" - maar er zijn mensen die woorden gebruiken die andere mensen nooit gebruiken, hoor; ik, bijvoorbeeld, heb als Latinist geen enkel probleem met 'anno hodie', dus dat is voer voor oeverloze discussie en wat mij betreft geen zaak: als je een woord uit een dictee niet kent, dan leer je het maar, met je platte bek), en als hij een dictee zou schrijven, werd dat zo'n typisch tijgerdictee dat van saaiheid uit elkaar kraakt en ik dus niet graag maak. Het is slechts weinigen gegeven van een dictee een goed lopende vertelling met prachtige vondsten te maken. Maar ze zijn er wel: Van Dis, nog vorig jaar; Tommy Wierenga, met zijn magistraal verhaal over Lemberg, 'Kakofonie', in 2010, en Han van Gessel en Bas van Kleef met 'De Hittegolf' in 2003. Ik zag nooit een dicteetijger daarbij in de buurt komen, uitgezonderd Meneer Van Die Pen, met zijn meesterzin 'Bij een boerderijijsbereiderij in de IJsselvallei koekeloert een koe.' (Groot Deventer Dictee, 2009). Precies 1 zin lang dus. En ik vind Kees van Kooten ook een zeurkous. Zei die smeris die dit jaar meedeed (ook SM-meesteres, als je het mij vraagt, net als Inez Weski) heel goed (parafrase): dat het probleem aan nieuwe begrippen in de taal is, dat ze de taal zowel ontwikkelen als (soms) verlelijken. Maar dat laatste is een kwestie van individuele smaak en zeiken daarover is niet alleen een hopeloos achterhoedegevecht tegen normale taalontwikkeling (waarin het volk vanzelf besluit wat te lelijk is en dus niet overleeft) maar ook geen spelen van bal. Maar Kees van Kooten is ook Kees van Kooten. Grootmeester van ons aller humorvolle Nederlandse taalziel. Dat hij geen goed dicteeschrijver is valt hem niet heel hard te verwijten. En fout doen kan hij toch allang niets meer. Daarvoor teveel dank verdiend, al, wegens onmetelvol plezier. Niet dat ik dit dus een goed dictee vond. Want ik zoek dus dat goed verhaal. Dat was dit niet. En het beging wat ik twee doodzonden vind (maar die Daniëls niet eens benoemt). Ten eerste werden er, weliswaar grappig bedoeld, 3 aardrijkskundige namen gebruikt (Menen, Kortrijk en Waregem). Nooit doen, niet eerlijk. Ten tweede, veel erger nog, waren er minimaal 2 punten in deze tekst waarover discussie mogelijk is (altijd vermijden, en dit verwijt ik niet Kees, maar het voltallig comité dat, op zeker, dit Dictee vooraf naliep): de tijgers bij ons aan tafel raakten er niet uit of 'koffie gedronken' nou wel of niet als 1 woord had moeten worden geschreven, omdat dat bij 'koffiedrinken' geldt (ik heb daar wegens gebrek aan kennis geen mening over); zelf val ik heel erg over zin 6, waarin namelijk, naast de kennelijk geldende interpretatie dat het gaat om een 'gardekorps van Nederlanders die iets menen' (maar dan moet m.i. dat 'van' er staan en dat stond er niet) net zo goed beargumenteerbaar is dat het gaat om een 'gardekorps van Nederlanders dat iets meent', in welk geval het 'die menen' ook onderstreept had moeten zijn, zoals ik dus deed. Maar voor de rest amuseerde ik mij rot. Wim moet niet zo zeiken over 'macedoine', want ik ben er blij mee verrijkt. Dat Charivarius helegaar geen Tante Betje had, doet er niet toe en niets af aan de briljante grap, waarvan mijn buikpijn nog niet over is. Zuurkous. Dat waren wij bij ons aan tafel niet. Waar De Dicteetor (Bill van Beusichem, 21 ft.), "Als dit zo doorgaat doe ik niet meer mee." en "Ik heb geen zin in grammatica." en "Doe er voortaan ff wat cryptogrammen bij." riep, was de anderen (mijn vader, 27 ft.; Tjeerd Gunning, 14 ft. - en ik) volstrekt duidelijk dat hij dit niet meent en volgend jaar gewoon weer meepent. En hilariteit mijnerzijds ontstond toen de andere drie tijgers collectief 'fetisjvoorspelling' schreven. Hoe kom je erop! Daarnaast. Het idee om expres foutschrijvingen te introduceren en die dan (terwijl ze in de zinnen daarvoor ook al zaten) pas vanaf zin 4 te laten aangeven door het rapalje, noem ik niets minder dan briljant. Het 'gerianiums' is helaas de enige, maar minstens zo meesterlijke echt simplistiese grap. Ik zal u nooit genoeg danken, Meneer Van Kooten. En de vondst vanaf nu ook grammatica te beoordelen verdient, naast onsterfelijkheid, te overleven. Maar dan moet men wel even wat duidelijker worden over wat te onderstrepen valt. Zie boven. Maar ja. Wie ben ik. Ik ben ook maar een zeurkous. Met 29 fouten, bovendien. En een lul, omdat ik 'Meenen' schreef, terwijl ik daar toch echt ooit de Vierdaagse van de IJzer liep en dus beter had moeten weten (dat ik toch tevreden ben omdat ik De Dicteetor 2 zinnen lang versloeg door er minder fouten in te hebben dan hij doet aan die koei-van-fout niks af). Stoort u zich vooral niet aan mij. Zou ik zeggen. Doei! Oh. Overigens. |
Eerdere afleveringen: Back | Forward | Home | Mail |