Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
26 april 2002 43ster Schweizerischer Zweitagemarsch Bern Studentikoze slemperij. Dat moet het geweest zijn - want wie gelooft dat nou? De Wandelsoc. had de Präsident van de Zofingia Bernensis nog wel
geschreven, door Schelden vakkundig vertaald in het Duits. Wij hadden, tenslotte, weliswaar de vorige keer zo genoten van ons verblijf in Zofingerhaus La Blanche aan de Alpeneggstraße dat we daar dit keer graag wilden terugkeren, maar waren destijds ook zo onverwacht en luidruchtig aanwezig dat de huishoudster van het pand later scheen te hebben geklaagd. Het leek ons daarom een goed idee haar deze keer tevoren te waarschuwen, en daarom verzochten wij de Zofinger, in die brief, dat voor ons te doen - vooropgesteld dat de Zofinger zich er überhaupt in konden vinden dat wij in La Blanche overnachtten. Dag 1 Helaas, op de dag dat wij in Marco's Polo vertrokken, voor de opening van het Wandelseizoen 2002, de 43ste Schweizerischer Zweitagemarsch in Bern, was er op die brief nog geen antwoord. ![]() En dus was dit jaar uitgeweken naar Belp, een dorp op 10 km afstand van Bern. Dat was geen probleem, want Belp lag voor de hand. Niet alleen wij, maar ook VN-diplomaat Jan (die kenden we nog van de vorige keer) en Flip Koster (die kenden we nog van Diekirch) hadden het weten te vinden, want die liepen we tegen het lijf zodra we uit de auto stapten. Na een lang partijtje wachten bij de inschrijving (die vond plaats in het plaatselijke schoolgebouw, dat tevens dienst deed als onderkomen voor zo'n beetje de helft van de wandelaars) reden wij, na een hele korte inspectie van de Belpse biertent, door naar Gümligen. Gümligen? Ja, Gümligen. Want omdat die school in Belp niet groot genoeg was, werd een deel van de wandelaars elders gehuisvest: in een atoomschuilkelder in Gümligen, namelijk (die in het dagelijks leven onder andere dienst doet als oefenruimte voor plaatselijke bands). ![]() Wij werden daar uiterst voorkomend opgevangen door zwitserse commando's en para's, die ons keurig parkeerplaats en kwartier wezen en bovendien 24 uur per dag de kelder bewaakten, aan een tafeltje in de toegangshal. En dat zonder een pak kaarten! Opmerkelijke discipline. Zo'n kelder is overigens uiterst comfortabel (prima stapelbedden in ruime kamers, vrouwen en mannen verplicht apart, dat wel, afsluitbare metalen kastjes, fantastische douches in goed geoutilleerde sanitaire ruimten, kleine gemeenschappelijke 'kantine'), al denk ik wel dat meespeelt dat wij er naar believen weer uit konden. ![]() Die waren namelijk, zoals Schelden ons per telefoon accuraat had verteld, in Hotel Zum Goldenen Adler de doop, in de fontein daarbuiten, van een aantal nieuwe leden aan het vieren. Het was een prettig weerzien, met Subtil, Goldrauch en de hunnen. Maar van dat verhaal van de Präsident (voor straf vergeten hoe-ie ook alweer heet, al was-ie minstens zo aardig als Präsident Von & zu verleden jaar) geloofden we dus geen moer: hij beweerde dat ze zo onder de indruk waren geweest van het feit dat onze brief in het Duits gesteld was, dat ze hadden willen terugschrijven in het Nederlands, en de enige studenten binnen Zofingia die dat konden waren uiteraard ziek, zwak èn misselijk. Kom zeg, leer ons studenten kennen: lam in de hoek, zul je bedoelen! Alsdat we van harte welkom waren in La Blanche. Jammer jôh, nu al betaald voor en bed opgemaakt in de Zivilschutzanlage Moos. Dat nam allemaal niet weg dat het gezellig drinken was bij goede gesprekken, tot twaalf uur. Toen togen wij, tradities indachtig en 's lands wijs getrouw (voorzover de Zofinger typische Zwitsers zijn dan) naar buiten voor het zingen van La Messe - als altijd groepsgewijs, in kring, met kaarsjes in het midden. Daar moet je bijgeweest zijn om het te begrijpen: het is een moment voor trots en koude rillingen (en dus reden voor een gedichtje, achteraf). Daarna namen wij tevreden afscheid, wandelden we nog even naar de Brug over de Aare (blijft een wondervolle plek, al was het uitzicht aan de inmiddels vermoeide Astrid helaas niet echt meer besteed) en snelden we terug naar de kelder, voor verdiende nachtrust. Dag 2 ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Naast een modderige corral met goed doorvoede zwijnen, plompverloren in een uitgestrekte groene wei langs een landweg geplant, hing een koddig, in plastic verpakt stuk papier ("Voeren verboden, land betreden verboden, informatie inwinnen wenselijk, vlees bestellen wenselijk!") met daarbij wat verregende visitekaartjes, van boer Michael Haslebacher die zelfs zo modern blijkt dat-ie ook nog een keurige website heeft. Zo zijn dus die vrolijk knorrende (maar bij aaien vervaarlijk van zich af bijtende) zwijnen reclame voor hun eigen product. Scharrelvlees van de bovenste plank, kortom: koop hier uw Babi. ![]() ![]() ![]() Dag 3 En op dag 3 werd het allemaal nog veel beter. Hoewel het weer de nodige moeite kostte, kwamen wij deze ochtend sneller in Belp. Nou vonden we die rit deze keer sowieso niet zo erg, want het weer was weer verbeterd en dus hadden we nu tijdens de rit, ter rechterzijde, al bergketens in zicht - adembenemend, in het licht van de opkomende zon. Zelfs het vroege uur van de dag deed daardoor niet echt meer terzake, al deed dat zich wel even gelden doordat ik, de startkaart in de hand op zoek naar de vertrekknip, terechtkwam tussen de gelaten wachtende deelnemers aan de dertig kilometer. Mijn goede opvoeding indachtig kwam ik er, uit beleefdheid keurig meewachtend, pas na vijf tot tien minuten achter dat ik me allang langs ze heen had moeten worstelen omdat wij, als deelnemers aan de veertig, nu het inmiddels kwart voor zeven was toch echt laat aan het vertrekken waren. Wat niettemin volgde was een prachtige wandeldag, veel mooier nog dan de vorige. Ook nu werden we regelmatig de hoogte in gestuurd. Dat gebeurde vandaag, op zo'n driekwart van de wandeling, zelfs op memorabele manier: het hele peloton werd namelijk in een lus geleid, zodat je, bij aanvang daarvan, ter linkerzijde van de weg de al terugkerende wandelaars, ter rechterzijde van de weg, tegemoetliep. En dat was grappig, omdat daar twee nederlandse legerofficieren tussenzaten die mij kennelijk van eerdere tochten kenden (geen idee, zelf, moet ik eerlijk zeggen). Want ze staken de weg over om mij hartelijk te begroeten en de hand te schudden, en meldden, opgewekt: "Er staat je nog een pestbult te wachten, om de hoek!". ![]() ![]() Het is een keihard feit: de Schweizerischer Zweitagemarsch mag zich, met dit nieuwe parcours, eindelijk scharen onder de marsen van buitengewone schoonheid, naast Diekirch en de MESA. En zal dat ook volgend jaar hoogstwaarschijnlijk doen, want ook dan wordt vertrokken uit Belp, heb ik mij laten vertellen. Maar voordat we in Belp terugkeerden kwam er eerst nog een prachtig stukje Bern (de enige keer dat we, al wandelend, de stad zelf aandeden, dit jaar): na een rust aan de oever van de snelvliedende Aare (die wat langdurig werd doordat Astrid, Jochem en Marco er vlak voor, geheel irreglementair, bij een tokootje langs de weg stopten voor een bord spaghetti) ging het er een kilometer of vijf langsheen, door het Berner Tierpark, een serie habitat-enclaves voor prachtige beesten langs de rivier. Geliefd domein van trainende Keniaanse cross-country-lopers, verliefde stelletjes en families-met-kleine-kinderen op zondags-excursie. Buitengewoon bizar om daar tussendoor te lopen, nadat je een hele dag in de natuur hebt vertoefd. Nog vreemder als je je realiseert dat dit, zo'n zondags park, weliswaar overkomt als stadsleven, vergeleken bij de juist verlaten alpenweiden, maar voor het rondwandelende gepeupel al een best stukje natuur is. En dat in een land als Zwitserland! Zo zie je maar weer, de wereld is vol verrassingen. ![]() ![]() Maar het leidde wel tot hilariteit, bij onder andere die nederlandse legerofficieren uit de lus, die we nu tot hun grote verbazing inhaalden. "Jullie hebben veel te hard gelopen!" Inderdaad ja, hoe kunt u het zeggen. "Werp eens wat minder stof op!" Jochem: "Als ik stof opwerp en jullie hebben daar last van, dan ben ik daar blij mee." Schuddebuikend gelach. Jaja, de humor van de vermoeide wandelaar. ![]() Tevreden zegen wij neder naast Jan, het eens over de verbetering van het parcours. Al had ook Jan het er onverwacht zwaar mee gehad, die verzwaring is beslist onderdeel van de toegenomen charme: die leidt tot heroïek, deze keer van onder anderen een bij de laatste rust aan de Aare nog strompelende jonge zwitserse Polizistin, die echter trots met haar groep in het gelid over de eindstreep marcheerde, en van die Surinaamse die met Flip meeliep en huilend de biertent bereikte. Roerende momenten. Reden voor flink drinkgelag, dat er dus ook kwam. Na het ophalen van de punaises-met-cijfer-2 voor mijzelf en Marco, en de medailles van Jochem en Astrid, verwelkomden Jochem, Jan en ik met een bier in de hand Marco en Astrid, en keken wij trots naar het langs de klappende menigte binnentrekkende nederlandse militaire contingent, van NatRes, Lucht- en Landmacht. ![]() ![]() ![]() Zelf had ik het veel meer op Marquart Scholtz (niet alleen qua uiterlijk een adembenemende dame), wiens rustgevende persoonlijkheid en prachtig karakter mij grote deugd deden. Bovendien schatte ze me op zesentwintig en viel ze passend om toen ik haar de waarheid vertelde, want zo jong ben ik tenslotte al jaren niet meer. ![]() Want het blijft de Wandelsoc., en er was nog veel te weinig gezeik geweest, tijdens deze excursie (Marco daargelaten, waarover zo meer). Hoog tijd dus, voor een scheldpartij wegens malle mutsigheid. Van mij, tegen Astrid. Oorspronkelijk hadden we namelijk afgesproken uit eten te gaan in het Bernse Altes Tramdepot, naast de Bärengrabe, maar het werd nogal laat in de biertent, om nog te douchen en daarna dat te doen. Dus stelde ik rond zessen voor weg te gaan. Toen wilde men niet (want het was dus gezellig), en besloten wij, de heren (Astrid even naar het toilet) om dan zonder douchen eerst uit eten te gaan, rond achten (in de tussentijd werden er vast twee borden friet gehaald om de directe honger te stillen). Op het moment dat we daarvoor gingen vertrekken zei Astrid: "Maar dan wil ik wel eerst langs de kelder om effe te douchen". Toen ontplofte ik. Vandaar. Het leek me beter naar buiten te lopen om af te koelen dan heel hard te gaan schreeuwen. Ik deed dat later alsnog, maar gelukkig niet waar iedereen in die tent bij zat. En dat was heel opluchtend natuurlijk, maar ongepast, met name qua taalgebruik. Gelukkig is niets zo leuk als goedmaken, dus heb ik dat de volgende ochtend redelijk succesvol geprobeerd door mijn excuses aan Astrid aan te bieden. Maar daaraan voorafgaand zetten wij haar af bij de Civilschutzanlage Moos (waar ze zich die avond gelukkig prima vermaakte en veel aandacht kreeg van de aanwezige nederlandse militairen), en zelf koers naar de Grabe. Met enige omweg uiteindelijk prachtig parkerend daar vlak naast, genoten Jochem, Marco en ik vervolgens van een prima maaltijd met uitstekend (want daar ter plekke gebrouwen en van hoogstaande kwaliteit zijnd) helles en dunkles Bier, in het Altes Tramdepot, en voerden wij een nuttig gesprek over Marco's Woede. Die was namelijk al de hele week groot en betrof Schelden. Schelden had, een paar avonden tevoren, tegen Jochem en mij zitten klagen dat-ie Marco's karakter zo ongrijpbaar vond en het moeilijk vond daarmee om te gaan. Hij had dat zelfs aangevoerd als reden om dit keer niet mee te gaan naar Bern. Jochem en ik hadden hem na een half uur uitleg zijnerzijds stomverbaasd aangekeken en gezegd: "Maar waarom hebben wíj dat dan nooit met Marco?" en hem vervolgens aangeraden er met Marco over te gaan praten, omdat het nu eenmaal niet ons probleem was. ![]() Nou vraag ik je. Alsof Schelden de Wandelsoc. is. En alsof je je eigen belangen dient door te kappen met iets dat je leuk vindt omdat er 1 iemand is die iets onaardigs tegen je zegt. Ik geef in zo'n geval altijd subiet klop, en daarmee basta. Potdokke. Maar goed, ik ben Marco niet, en ieder z'n meug. Dat was dus een goed gesprek, daar in het Tramdepot achter de Berner Teller, en de tevredenheid daarover werd enkel nog verstoord door het feit dat die Bärengrabe weer eens geen zichtbare beren bevatte. Dus ik beweer het bij deze, en ik geloof dit totdat men mij het tegendeel bewijst: er zijn helemaal geen beren, in Bern. Dit feit dus afdoende bewezen, wandelden wij, terwijl Jochem met achtereenvolgens Lydia en Lanca telefoneerde, over de als immer sprookjesachtige kloofbrug naar het Centrum van Bern, bekeken wij het tableau boven de kerkdeuren dat hemel en hel verbeeldt en dat wij vorig jaar ook al zo bewonderden, speelde Jochem met en onder een bizar kunstwerk dat bestond uit een om de paar seconden vanuit een dakgoot op straat klaterend water (van hoge kwaliteit, dat wel, want al die fonteinen op straat bevatten kristalhelder drinkbaar water, in Bern) en besloten wij de avond hangend op hetzelfde hoekterras waar wij vorig jaar geëindigd waren. Prettig, prettig, prettig. Die mensen die zeggen dat je nooit moet teruggaan naar plaatsen waar je ooit geweest bent, omdat je alleen maar teleurgesteld kunt raken, die hebben ongelijk. Het is een opbouwende en bevredigende aangelegenheid, kan ik u melden: wij keerden tevreden terug, naar de Civilschutzanlage Moos. Dag 4 De terugreis verliep op zich rustig, al werden wij vrij ruw gewekt. Niet door de Zwitsers, die weliswaar 's ochtends vroeg keurig aan hun volgende werkdag begonnen waren, maar door een luidruchtig inpakkende nederlandse familie die zich, typerend, geen fuk aantrok van het feit dat wij nog lagen te slapen. Tot overmaat van ramp konden we daar niet meer over klagen bij de nachtwacht van para's en commandi, want die waren de avond tevoren afgehaakt, zodat iedere zwerver die ons in onze slaap had willen overvallen, dat die nacht rustig had kunnen doen. ![]() ![]() En dan dus heel trots gaan zeggen dat ze een goede weg uitgekozen had toen we eenmaal de afslag naar Metz gevonden hadden, hè. Maar die had ze helemaal niet uitgekozen, dat had ik gedaan, onze eerder bereikte overeenkomst dat we niet over tolwegen zouden rijden omdat we daar het voorgaande jaar wat vervelende ervaringen mee hadden opgedaan indachtig. Prutmuts. ![]() Mijn prosit heren, dame, keurig gewandeld. Bern is ons. Diekirch wacht. |
Eerdere afleveringen:
Back | Forward | Home | Mail | English |