Doorzoek deze site: Wat zijn wij aan het doen?
28 november 2004 Van Top tot Teen door Nederland heen: Ysselsteyn-Velden De schellen, van je ogen. Dat viel ook te verwachten. Iedere Nederlander die zijn inburgeringscursus of de lagere school doorgekomen is, weet dat Limburg een mooie provincie is. Dus dat vandaag een mooie etappe van 'Van Top tot Teen door Nederland heen' zou worden, lag voor de hand. Dat was de vorige keer wel anders. Maar net als die vorige keer werden we toch weer verrast, door de mate waarin die schoonheid zich deed gelden. We, dat waren deze keer Henk van der Schelden, Marco van Zijntergen, Albert van Geyningen, Raymond de Gisser, Lourens Dinger, Fred Regts, Jan Middelkoop, Barend Rijkman, Dick van Kuppevelt, Anita Willemsen, Bert van Prijzen, Marjon van Dijk, Pieter Spaan, de nieuw gerecruteerde Securicor-collega van Henk en Raymond, René van de Bilt, en ondergetekende. En omdat wij, als altijd, begonnen waar we de vorige keer eindigden, deden we dat in Herberg de Peel, waar wij wederom warm onthaald werden door het volprima personeel, dat ons deze keer niet van drank en eten, maar van koffie voorzag. Wat niet betekende dat wij niet aten of dronken, want Anita bracht appeltaart mee (die was namelijk jarig geweest, op 2 november) en Pieter begon subiet Stroh rum rond te delen. ![]() ![]() Maar goed, dat de marsleider direct onze zinnen verzette, door kort na het verlaten van de begraafplaats dwars door een weiland en (zwaar ploegwerk) een maisveld te trekken, met een sloot als toetje. Wel gek, dat hij deze sloot zonder misbaar of problemen overkwam. Dat was de vorige keer wel anders. En dat terwijl de sloot van deze keer toch echt groter en breder was dan die van de vorige. Maar prachtige actie, dat wel weer, dit tot vooral groot vermaak van René, die zijn lol toch al niet opkon, omdat-ie eindelijk eens onder mensen verkeerde die Schelden bij voortduring in de zeik durfden te nemen. Wat later hielden wij halt bij Griendtsveen, of althans, aan de rand daarvan, bij alweer een oorlogsmonument. Ons werd op dat moment niet helemaal duidelijk waaraan het, buiten de Tweede Wereldoorlog als geheel, refereerde, maar later bleek, bij nazoeken op het Net, dat Griendtsveen in de oorlog geëvacueerd is geweest. Pal na dat monument trokken wij, via een ogenschijnlijk doodlopende weg, natuurgebied de Mariapeel binnen. En daar vielen de schellen keihard van onze ogen. Want dit veengebied is, naast het Overijsselse rond de Besthmener- en Sprengenbergen (zie het verslag van etappe 7), toch echt het mooiste stuk Nederland dat wij als Wandelsoc., tot nog toe, betreden hebben. Verstild moeras met stervende berken, stakig oprijzend uit oeverloos water (de tufsteenformaties in Hypgnosis' Mono-meer van Pink Floyd's 'Wish you were here' zijn er niks bij), uitgestrekte eenzaamheid en rust, met hier en daar een wilde gans: de Peel als oergebied, prachtig stuk vroeger. Ineens kwamen die boeken van Toon Kortooms tot leven: de verhalen over 'Beekman en Beekman' en, voor mij persoonlijk vooral, 'De zwarte plak', prachtige vertelling over het verzet in Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog, nota bene al in 1948 opgepend. Avontuur in de natuur, van het betere soort. Die Duitsers moeten zich geen raad geweten hebben: in deze moerassen kan alles verdwijnen. Prachtig, en het was daarom niet eens alleen om Pieter Spaan's Glühwein (die hij hier begon rond te delen - ik zweer je, die man heeft alcoholisch gesproken uiterst verantwoorde ideeën!) dat wij, zodra wij dit gebied uit waren, uiterst tevreden halt hielden voor een korte adempauze. Vriend van Prijzen had ons vervolgens voorspeld dat wat nu ging komen wèl weer lelijk was, maar daar kwam de eerstvolgende kilometri niets van terecht - zodat ik hem gezellig kon sarren door te pas en te onpas vanuit zijn kielzog "Het valt nog best mee, met het landschap, Bert!" te roepen. Bovendien slaagde ik er daarna eindelijk in hem urinerend op de foto te zetten ("Jij hoort nog van mijn advocaat!"). Al was dat wel ook het moment dat ik moest toegeven dat we eindelijk in lelijkheid waren beland. "Tjeezus, Bert, wat is het híer lelijk zeg!" Dat werd dan, dat wel weer, totaal in het protserig belachelijke getrokken door het plots opdoemende attractiepark Toverland (sim-sala-tastisch). Reden voor een fraai groepsportret, ervoor. En daarmee was de pret nog niet uit: Sevenum rammelt, ervan. Want naast de eindeloze varkensfokkerijen (met het olijke logo van zeugenproduktiebedrijf 'Cofok' als hilarisch summum, en Martin Gaus' hondenschool als goede tweede), die het landschap met hun loodsen en ontgassingsschoorstenen inderdaad beslist niet verfraaien, was er in Sevenum-centrum het volprima Café De Sevewaeg, dat op de menukaart het 'broodje erwtensoep' voerde. Hierom verbouwereerd, besloot ik het, naast mijn gebruikelijk drankareaal van melk (weer geen karne-), jus, koffie en bier, te bestellen. En verdomd! Je gelooft je ogen niet! Een heus bolvormig broodje van zuurdesemachtige fijnkwaliteit, met een oplichtbaar lid, en daaronder, erin dus, daadwerkelijk dampende erwtensoep! Die mijn Zeister oma zaliger ze niet verbeterd zou hebben, dat ook nog! Een heerlijke ervaring, maar die hadden we wel nodig ook. Want vervolgens brak, vanwege een voorstelling van een lokaal theatergezelschap in de achterzaal, de pleuris uit: wij werden bot omvergeduwd door opdringende autochtonen, en toen we daaraan eenmaal ontkomen waren, stonden we buiten in de neerdreinzende re-gen. ![]() Nog niet net bekomen van deze zotteklap, troffen wij, kort voor de pont naar Velden, een aardappel-automaat aan! Verbluft besloten Marco van Zijntergen en Albert het apparaat in werking te stellen, om te kijken wat eruit kwam. Dat bleek, voor weinig, een fikse zak aardappelen te zijn! Mooiprachtig, en reden voor Albert om die fijn mee naar huis te dragen. Goed gedaan, jochie. De pont naar Velden, vervolgens, bleek in het stikkedonker en de stromende regen dermate veel lol op te leveren, dat wij die regen spontaan vergaten. En dat ging nog even door, terwijl wij, luid het Wandelsoc.-lied schallend, de dorpskern binnentrokken. Het moet een angstaanjagend lawaai zijn geweest. ![]() Dat was natuurlijk reden voor jool, en die werd alleen maar groter toen wij een etablissement verkasten, naar Café 'Het Wapen van Velden', namelijk, en daar niet alleen Sinterklaas langskwam (waar deed ons dat toch aan denken?), en niet alleen Albert ons opnieuw verblijdde ("Schelden! Zou jij die kreeft niet eens uitpakken?"), maar Fischer, aan het eind van de drankovergoten avond, bovendien daadwerkelijk zijn pik liet zien! Woeha! Niets aan te zien, trouwens. Schromelijk overdreven. Harder aan werken! Drankovergoten, trouwens, niet in de laatste plaats omdat Schelden hier een belofte inloste, door drank uit te delen middels door hem zelf tevoren geprepareerde bonnen. Dat had hij bedacht om te vieren dat wij in Velden waren, maar ook dat George Bush herkozen was (en hij had die bonnenzooi zelfs inzet gemaakt van een weddenschap daarover, vooraf). Op zich heel aardig, maar natuurlijk wel weer ouderwets krampachtig van invulling. Want, had hij vooraf aangekondigd, die bonnen, die golden per biertje, niet per consumptie. Dus wie sterker wilde, moest er rekening mee houden dat iedere bon €1,30 waard was (de prijs van een pilske in het Wapen van Velden, op zich zeer schappelijk bedrag, natuurlijk) en dan, aldus Schelden, het meerbedrag zelf maar bijpassen. ![]() Het bleef nog lang onrustig, in Velden. Mijn prosit heren, dames, keurig gewandeld. Aken wacht. |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |